MH17: как и кто?

Информация о пользователе

Привет, Гость! Войдите или зарегистрируйтесь.


Вы здесь » MH17: как и кто? » Суд » 1 сессия


1 сессия

Сообщений 1 страница 16 из 16

1

https://www.courtmh17.com/en
Ютуб канал https://www.youtube.com/user/DeRechtspraak
Гаагский суд зарезервировал зал заседаний в Судебном комплексе Схипхол (JCS) для уголовного процесса MH17 в периоды с 9 по 13 марта и с 23 по 27 марта 2020 года.

2

Запланированный на 9 мар. 2020 г прямой эфир на русском

3

Трансляция на английском
https://content.uplynk.com/player5/2Gnn … d9Uec.html
О переводе в реальном времени

Английская версия предоставляется переводчиками. Поскольку синхронные переводчики работают вживую, быстро и используют такие методы, как перефразирование и обобщение, английская версия не является дословным переводом. Только речь в оригинальной версии составляет подлинную запись процесса.

4

1 of the accused has retained counsel to be represented. The other 3 accused persons will be tried in absentia. They were summoned to attend in compliance with the rules and know that they are being prosecuted in criminal proceedings, but didn't appear in court.

5

https://www.prosecutionservice.nl/lates … -down-mh17
Criminal proceedings start against four suspects charged with bringing down MH17
News item | 09-03-2020 | 12:34

Today, the first court session at the Schiphol Judicial Complex (JCS) against the four suspects has been commenced at 10.00 am. The four men will be prosecuted for causing the downing of Malaysia Airlines flight MH17.

The Public Prosecution Service (OM) alleges Igor Vsevolodovich Girkin, Sergey Nikolayevich Dubinskiy, Oleg Yuldashevich Pulatov, Leonid Volodymyrovych Kharchenko obtained and deployed the BUK TELAR at the firing location with the aim of shooting down an aircraft.

The Dutch Public Prosecution Service will summon the four suspects for:

causing the crash of flight MH17, resulting in the death of all persons on board, punishable pursuant to Article 168 of the Dutch Criminal Code;
the murder of the 298 persons on board of flight MH17, punishable pursuant to Article 289 of the Dutch Criminal Code.
The texts and the entire indictment will be published by the Public Prosecution Service on the OM-site as soon as it has been announced in the courtroom by the public prosecutors Ferdinandusse, Berger and Woei-a-Tsoi.

6

https://www.prosecutionservice.nl/topic … wning-mh17
Presentation suspects downing MH17 (9-3-2020)
At the first session of the MH17-trial the public prosecutor announced the charges against the suspects. The names of the 298 victims were also read out. This happened during the session of The District Court of The Hague at the Schiphol Judicial Complex on 9 March 2020.

Presentation of defendants Girkin, Dubinskiy, Pulatov and Kharchenko (speaker's text public prosecutor)
On 17 July 2014 Malaysia Airlines flight MH17 was shot down in East Ukraine. The crew and passengers of flight MH17, in total 298 persons, all lost their lives. And more than one country in the world - Australia, Belgium, Canada, Germany, the Philippines, Indonesia, Israel, Italy, Malaysia, the Netherlands, New Zealand, Rumania, the United Kingdom, the United States, Vietnam, South Africa-  mourn for the demise of their citizens.

Today the criminal proceedings against four defendants start: Igor Girkin, Sergey Dubinsky, Oleg Pulatov and Leonid Kharchenko. In the opinion of the Public Prosecution Services, the defendants organized that around 17 July 2014 a deadly weapon, a BUK TELAR, was transported to East Ukraine, as well as arranged that said BUK TELAR was brought to a location from where a BUK-missile was launched, which missile hit said flight MH17. Subsequently they also saw to it that the deadly weapon was returned.

All four defendants have been summoned on the suspicion of:

first:

to cause flight MH17 to crash, resulting in the deaths of all occupants, made punishable in section 168 Dutch criminal code, and

second:

the murder / culpable homicide of the 298 occupants of flight MH17, made punishable in the sections 289 and 287 of the Dutch criminal code.

Both these punishable facts were charged against the defendants in four alternatives: principally: having acted as co-author in an organization context, alternatively: having participated in the commission of the fact, more alternatively: having participated in the instigation of aforementioned punishable facts and final alternative: having participated in the complicity in aforementioned punishable facts.

The consequence of the actions of defendants was the demise of:
(Список)

7

https://www.om.nl/onderwerpen/mh17-vlie … maart-2020
https://www.prosecutionservice.nl/topic … -statement
Вступительное слово прокурора 9 марта 2020 года

Uitgesproken door de officieren van justitie op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag.

Edelachtbaar College, geachte toehoorders,
Meer dan vijf jaar geleden, op 17 juli 2014, werd vlucht MH17 van Malaysia Airlines neergeschoten. Alle 298 inzittenden - mannen, vrouwen, jongeren en kinderen - kwamen daarbij om het leven. Het oudste slachtoffer, Gerda Leliana Lahenda, kwam uit Indonesië en was 82 jaar oud toen zij om het leven kwam. Het jongste slachtoffer, Benjamin Lee Jian Han, kwam uit Maleisië en is niet ouder geworden dan één jaar. Op 17 juli 2014 zijn niet alleen 298 levens beëindigd. Veel meer levens zijn na die dag nooit meer hetzelfde geweest. Het verlies van hun geliefden heeft diepe sporen achter gelaten in de levens van nabestaanden. Bovenop dat verlies volgde het uitgestelde afscheid. De onzekerheid of het lichaam van een geliefde kon worden thuisgebracht. De schok als dat gebeurde, soms op achtereenvolgende momenten. Het verdriet als dat niet gebeurde.

Een echtpaar dat zijn enige kind verloor verwoordde het verdriet als volgt: “De dood is anders geworden. Nu is de dood om niet meer bang van te zijn. Je dient je dagen uit. Na de dood ben je misschien weer bij haar.”

Een andere nabestaande vertelde uitgebreid hoe iedereen binnen de familie anders reageert en hoe moeilijk dat is. Zij beschrijft haar verdriet zo: “Ik vind alles zinloos en heb geen energie meer. Ik ben volledig het contact kwijt met de goedheid van het leven.”

Wij zijn ons er zeer van bewust dat dit strafproces voor sommige nabestaanden een opluchting is, maar voor anderen een zware belasting. Iedere keer dat het MH17 onderzoek in het nieuws komt, geeft dat de ene nabestaande hoop, maar rijt dat voor andere nabestaanden wonden open die toch al niet snel helen. Die beleving verschilt sterk per persoon. Al die emoties, hoe verschillend ook, zijn goed voorstelbaar.

De slachtoffers en de nabestaanden in deze zaak woonden en wonen in vele landen over de hele wereld. Het Nederlands Openbaar Ministerie probeert zo goed mogelijk recht te doen aan hen allen. We zorgen er samen met de partners van het Joint Investigation Team (JIT) voor dat alle nabestaanden zo goed mogelijk geïnformeerd worden over het proces en waar mogelijk het onderzoek. Daarbij werken we intensief samen met overheidsvertegenwoordigers van alle landen die slachtoffers te betreuren hebben, de zogenoemde Grieving Nations. Natuurlijk helpt het daarbij zeer dat uw rechtbank besloten heeft dat dit strafproces voor iedereen, waar ook ter wereld, te volgen is via een livestream, met Engelse vertaling. Voor de zorgvuldigheid van het strafproces spreken wij hier in onze moedertaal: het Nederlands. Maar wij staan hier om recht te doen voor alle slachtoffers en nabestaanden, waar ze ook vandaan komen, waar ze ook wonen en ongeacht welke taal ze spreken.

Niet alleen voor de nabestaanden maar ook voor de bewoners van het rampgebied in Oekraïne is 17 juli 2014 een dag die zij nooit zullen vergeten. Velen van hen werden geconfronteerd met de verschrikkelijke gevolgen van het neerschieten van vlucht MH17. Brokstukken en lichamen vielen uit de lucht, soms recht door het dak van hun huis. Veel inwoners van Oost-Oekraïne en hulpverleners daar hebben zich onder moeilijke oorlogsomstandigheden ingezet om de slachtoffers te bergen en later te herdenken. Hun inzet verdient grote waardering.

Grote waardering verdienen ook de vele rechercheurs, deskundigen, en alle andere betrokkenen over de hele wereld die de afgelopen jaren geduldig en hard hebben gewerkt aan het onderzoek in deze zaak. Het is een onderzoek van een uitzonderlijke complexiteit. Met name door de oorlogssituatie ter plaatse, de actieve tegenwerking van de Russische Federatie en de gevaarzetting voor lokale getuigen, die wonen in een wetteloos gebied waar alleen het recht van de sterkste nog geldt. Dat het JIT ondanks die moeilijkheden in verregaande mate heeft kunnen vaststellen wat er is gebeurd op 17 juli 2014 verdient grote lof voor alle betrokkenen uit vele verschillende landen. Dat zijn niet alleen de vijf landen van het JIT - Australië, België, Maleisië, Nederland en Oekraïne - maar ook de vele andere landen die op andere manieren een bijdrage hebben geleverd aan het onderzoek, bijvoorbeeld door het verlenen van rechtshulp.

Het JIT had nooit zo ver kunnen komen in het onderzoek zonder de moed en betrokkenheid van tal van journalisten en gewone burgers. Burgers die er voor gekozen hebben te getuigen over wat zij zagen, ondanks het risico dat dit voor hen meebrengt. Journalisten en burgers die met vasthoudendheid eigen onderzoek deden en daarover berichtten. Het JIT heeft (ook) van hun werk dankbaar gebruik gemaakt om steeds verder te komen in het onderzoek. Altijd na eigen analyse en verificatie van het werk van anderen. Maar de bijdragen in vele vormen van gewone burgers aan dit onderzoek zijn zo wezenlijk dat ook zij grote waardering verdienen.

De mate waarin betrokken burgers een bijdrage hebben kunnen leveren aan het vaststellen van de waarheid in deze zaak geeft hoop. We mogen dan in een tijd leven waarin vaak en gemakkelijk gelogen lijkt te worden, maar de mogelijkheden en vastberadenheid van gewone burgers om die leugens aan de kaak te stellen, blijken met tal van digitale onderzoeksmogelijkheden groter dan voorheen. Dit onderzoek bevestigt dat de waarheid zich niet laat toedekken.

Al deze gezamenlijke, internationale inspanningen hebben het dossier opgeleverd dat nu aan uw rechtbank wordt voorgelegd. In dat dossier komt het onderzoek naar alle mogelijke oorzaken voor het neerstorten van MH17 aan bod. Het JIT heeft eerder, na langdurig en zorgvuldig onderzoek, bevindingen bekend gemaakt over het hoofdscenario dat MH17 is neergeschoten door een Buk-TELAR afkomstig uit de Russische Federatie. Het JIT heeft ook onderzoek gedaan naar de scenario’s dat vlucht MH17 is neergestort na een explosie van binnenuit, is neergeschoten door een gevechtsvliegtuig, of is neergeschoten door de Oekraïense strijdkrachten. Al die scenario’s komen aan bod in het dossier, en alle relevante bewijsmiddelen worden in het dossier inzichtelijk gemaakt. Hiertoe behoren vele stukken die zijn verstrekt door de Russische Federatie. Alle informatie die de Russische Federatie aan het JIT heeft verstrekt of op persconferenties bekend heeft gemaakt is in het onderzoek meegewogen en geanalyseerd. Wij zien er naar uit om het verloop en de bevindingen van het onderzoek hier ter zitting toe te lichten. Na weging van al het bewijs zal uw rechtbank een oordeel moeten vellen over de schuld of onschuld van de verdachten: Igor Girkin, Sergey Dubinskiy, Oleg Pulatov en Leonid Kharchenko.

Verdachten
Parketnummer

09/748004-19

Naam

Igor Vsevolodovich GIRKIN

Geboren op

17 december 1970 te Moskou (Russische Federatie)

Wonende te

zonder woon- of verblijfplaats in Nederland

Parketnummer

09/748005-19

Naam

Sergey Nikolayevich DUBINSKIY

Geboren op

9 augustus 1962 te Donetsk (Oekraïne)

Wonende te

zonder woon- of verblijfplaats in Nederland

Parketnummer

09/748006-19

Naam

Oleg Yuldashevich PULATOV

Geboren op

24 juli 1966 (geboorteplaats onbekend)

Wonende te

zonder woon- of verblijfplaats in Nederland

Parketnummer

09/748007-19

Naam

Leonid Volodymyrovych KHARCHENKO

Geboren op

10 januari 1972 te Kostyantynivka (Oekraïne)

Wonende te

zonder woon- of verblijfplaats in Nederland

De context van dit strafproces
Er zijn in de wereld vaker burgervliegtuigen neergeschoten. Er zijn ook vaker grote aantallen burgerdoden gevallen tijdens gewapende conflicten. Dat heeft zelden geleid tot strafzaken tegen betrokkenen. Dit kan de vraag oproepen waarom er nu wél een strafzaak aan de orde is. Hierbij moet bedacht worden dat het neerschieten van vlucht MH17 in twee opzichten anders was dan andere tragedies waarbij vliegtuigen zijn neergeschoten, ook al lijken die op het eerste gezicht misschien vergelijkbaar.

In de eerste plaats wijst het onderzoek uit dat vlucht MH17 niet werd neergeschoten tijdens een militaire oefening of door strijdkrachten die dachten hun eigen land te verdedigen tegen een aanval van buiten. De Buk-TELAR die vlucht MH17 neerschoot had nooit in Oekraïne mogen zijn en had daar nooit een raket mogen afvuren. Op geen enkel vliegtuig, burger of militair. Dat maakt de beoordeling van deze zaak wezenlijk anders dan gevallen waarbij inschattingsfouten tijdens een rechtmatige militaire actie leiden tot burgerdoden.

In de tweede plaats is er door de verantwoordelijken voor het neerschieten van vlucht MH17 geen enkele verantwoording afgelegd. In andere op het oog soortgelijke gevallen is vroeger of later tenminste in enige mate verantwoordelijkheid aanvaard. Dat is van groot belang. Het is belangrijk om te kunnen vaststellen wat er feitelijk is gebeurd. Het is belangrijk voor nabestaanden dat er duidelijkheid wordt verschaft en verantwoordelijkheid wordt genomen. Het is ook belangrijk om soortgelijke tragedies in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Effectief onderzoek, openheid over hetgeen er in dat onderzoek wordt vastgesteld en waar mogelijk bestraffing van de daders is niet alleen een morele plicht tegenover de nabestaanden, maar ook een rechtsplicht op grond van internationale mensenrechtenverdragen. [1]

Zowel het algeheel illegale karakter van het afschieten van de raket als het gebrek aan verantwoording achteraf door de verantwoordelijken maken het neerschieten van MH17 anders dan op het oog vergelijkbare tragedies. Beide aspecten maken deze strafzaak noodzakelijk. Om vast te stellen wat hier nu eigenlijk is gebeurd. En om grootschalig, dodelijk geweld te bestraffen dat op 17 juli 2014 op die plek tegen geen enkel doel georganiseerd en uitgevoerd had mogen worden.

Dit strafproces is niet de enige juridische procedure met betrekking tot het neerschieten van vlucht MH17. Er worden ook interstatelijke procedures gevoerd. Oekraïne heeft de Russische Federatie gedaagd voor het Internationaal Gerechtshof, onder meer met betrekking tot vlucht MH17. Nederland en Australië hebben de Russische Federatie aansprakelijk gesteld voor het neerschieten van vlucht MH17. Er lopen verschillende procedures tegen de Russische Federatie en Oekraïne bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. De Nederlandse regering heeft een feitenonderzoek aangekondigd naar de vraag of het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne gesloten had moeten worden.

Daarnaast gaat het strafrechtelijk onderzoek van het JIT verder. Het JIT heeft aangekondigd nog verder onderzoek te doen naar andere betrokkenen bij het neerschieten van vlucht MH17. Het JIT richt zich daarbij in het bijzonder op de bemanningsleden van de gebruikte Buk-TELAR en op verantwoordelijken in de bevelslijn in de Russische Federatie.

Dit alles vraagt om zorgvuldigheid bij het bewaken van de grenzen van de verschillende procedures en de informatie-uitwisseling daartussen. Tegelijkertijd hoeft het niet af te leiden van de vragen waar we in dit strafproces voor staan. Dit strafproces gaat over de schuld of onschuld van vier verdachten aan de feiten waarvoor zij zijn gedagvaard. Niets meer en niets minder. Dat er tegelijkertijd ook andere juridische procedures over dezelfde feiten plaatsvinden, is niet ongewoon. Dat er nog verder onderzoek plaatsvindt naar mogelijke andere betrokkenen is ook een gebruikelijke gang van zaken. In drugszaken en andere moordonderzoeken worden bijvoorbeeld ook met regelmaat verdachten gedagvaard terwijl het onderzoek naar andere betrokkenen nog doorgaat. Noodzakelijk is dat de rol van de te vervolgen verdachten zelf voldoende kan worden vastgesteld, niet dat dit meteen en tegelijkertijd voor iedere betrokkene kan gebeuren. Een strafproces is niet een allesomvattende poging tot geschiedschrijving, maar een onderzoek naar de beschuldigingen tegen de verdachten die terecht staan. Dat geldt ook hier.

Het komt ook vaker voor dat er naast een strafproces nog vragen bestaan over het optreden van betrokken autoriteiten; of die niet meer hadden kunnen doen om het misdrijf te voorkomen. Die vragen worden altijd onderzocht buiten het strafproces. Want wat het antwoord ook is op de vraag of autoriteiten beter hun best hadden kunnen doen om een moord te voorkomen: het pleit de moordenaar nooit vrij. Een strafproces gaat over de schuld of onschuld van de verdachte. De vraag of Oekraïne het luchtruim wel of niet had moeten sluiten, is in dit strafproces dus geen voorwerp van onderzoek. Zoals er vele vragen zijn die gesteld mogen worden en nuttige antwoorden kunnen opleveren, maar niet hier in dit proces. In deze rechtszaal onderzoeken wij wat Igor Girkin, Sergey Dubinskiy, Oleg Pulatov en Leonid Kharchenko hebben gedaan op en rond 17 juli 2014.

Ook de aansprakelijkstelling van de Russische Federatie door andere landen, ten slotte, doet niets af aan de beschuldigingen tegen de vier verdachten in deze rechtszaal. Aansprakelijkheid van de staat bestaat naast de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van betrokken personen. Misdrijven worden gepleegd door personen, en personen moeten verantwoordelijk worden gehouden voor hun misdrijven. Ook als zij in groter verband optreden en staten daarom eveneens schuldplichtig kunnen worden.

Een proces in absentia
Zoals u ziet heeft geen van de vier verdachten gevolg gegeven aan de oproep van het Openbaar Ministerie om vandaag ter zitting te verschijnen. De verwachting is dat dit op andere zittingsdagen niet anders zal zijn. Een vraag die mogelijk bij veel mensen leeft is waarom het Openbaar Ministerie een proces begint waarbij bij voorbaat al viel te verwachten dat de verdachten niet zouden komen opdagen en waarbij het ook zeer de vraag is of de verdachten - als zij worden veroordeeld - ooit daadwerkelijk een straf zullen ondergaan. Wij hebben ons deze vragen uiteraard ook gesteld, maar hebben geen moment getwijfeld aan de noodzaak van deze strafzaak.

Een strafzaak draait namelijk ook om het vaststellen van wat er precies is gebeurd, de waarheidsvinding. Een verdachte kan daarbij een belangrijke rol spelen door een verklaring af te leggen over wat er in zijn ogen is voorgevallen, maar zijn inbreng is niet noodzakelijk voor een legitieme uitkomst. Het komt in strafzaken geregeld voor dat een verdachte niet op de zitting verschijnt, of daar wel komt maar weigert een verklaring af te leggen. Ook in die zaken zal de rechter op basis van het aanwezige onderzoeksmateriaal een oordeel moeten vellen over de vraag wat er is gebeurd en wat de strafrechtelijk relevante rol van de verdachte daarbij is geweest. Dat is in deze zaak niet anders. Wij menen dat het onderzoek van de afgelopen vijf en een half jaar zoveel materiaal heeft opgeleverd dat uw rechtbank voldoende in staat zal zijn om een gefundeerd oordeel te vellen over wat er is gebeurd, ook zonder de inbreng van de verdachte. Daarbij doet het OM er alles aan wat redelijkerwijs mogelijk is om de verdachten de kans te geven hun kant van het verhaal te vertellen. Wij zullen daar zo dieper op ingaan.

De mogelijkheid dat de verdachten in deze zaak ook na een veroordeling geen straf zullen ondergaan zien wij niet als reden om af te zien van dit proces. Strafoplegging is vaak een belangrijk onderdeel van een strafproces, maar niet steeds belangrijker dan waarheidsvinding. Bovendien is het geen uitgemaakte zaak dat de verdachten aan een eventuele opgelegde straf zullen weten te ontkomen. Wetten en verdragen bieden de mogelijkheid dat de verdachten een Nederlandse straf in het buitenland ondergaan. Daarbij: wie vandaag nog ongrijpbaar lijkt, kan morgen alsnog zijn rechtbank in de ogen kijken. Als het in deze zaken tot een strafoplegging komt, dan zullen wij er alles aan doen om daaraan uitvoering te geven. In Nederland of daarbuiten.

Kortom, wij menen dat dit strafproces ook zonder aanwezige verdachten noodzakelijk is. Uitgangspunt daarbij moet volgens ons zijn dat de zaken tegen deze vier verdachten zo veel als mogelijk gelijktijdig en naast elkaar worden behandeld. Om die reden zijn ze ook allemaal op dezelfde zitting bij uw rechtbank aangebracht. Omdat het hier in meerderheid gaat om berechtingen bij verstek, bestaat de mogelijkheid dat een verdachte of zijn advocaat zich later alsnog meldt. Volgens de wet moet zijn zaak dan opnieuw worden behandeld, zodat de verdachte alsnog zijn verdediging kan voeren. In zulke gevallen moet wél worden afgezien van gelijktijdige behandeling. Anders lijden alle zaken dezelfde vertraging. Dit is niet verenigbaar met het recht van de nabestaanden op een voortvarend strafproces en het belang van een efficiënte rechtspleging. Wij menen dus dat het uitgangspunt moet zijn: samen waar het kan, maar gescheiden als het moet. Het is daarbij overigens denkbaar dat de zaken tegen deze vier verdachten een verschillend verloop krijgen, maar uw rechtbank uiteindelijk wel in alle zaken tegelijkertijd uitspraak doet.

Keuzes in de vervolging: verdachten
Inleiding
Hoe zijn wij gekomen tot het besluit om juist deze vier verdachten te vervolgen? Dat leggen wij graag uit. Het JIT heeft met open blik een uitgebreid en zeer grondig onderzoek verricht naar het neerstorten van vlucht MH17. In dat onderzoek heeft het JIT verschillende scenario’s diepgaand onderzocht: niet alleen het scenario dat MH17 is neergeschoten met een Buk -raket, maar ook de scenario’s dat MH17 is neergestort door een explosie van binnenuit, is neergeschoten door een gevechtsvliegtuig of is neergeschoten door een ander raketsysteem dan de Buk.

Pas na uitgebreid onderzoek heeft het JIT geconcludeerd dat vlucht MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanaf een landbouwveld bij de plaats Pervomaiskyi, ten zuiden van de plaats Snizhne. Dat daarbij gebruik gemaakt is van een Buk-TELAR van de 53e brigade van het Russische leger. Dat deze Buk-TELAR in de nacht van 16 op 17 juli 2014 is aangevoerd vanuit de Russische Federatie en kort na het neerschieten van vlucht MH17 weer terug is gebracht naar de Russische Federatie.

Bij deze gang van zaken komen veel personen in beeld. Aan de kant van de gewapende groep van de verdachten, de Donetsk Volksrepubliek (of DPR), gaat het om tientallen personen die een rol hebben gespeeld bij het vervoeren en bewaken van de Buk-TELAR. Meerdere van hen konden in het onderzoek niet geïdentificeerd worden of zijn inmiddels overleden. De vraag wie van de geïdentificeerde verdachten er in een Nederlandse strafproces vervolgd moet worden en wie niet, begint natuurlijk altijd bij de vraag of er voldoende bewijs is voor een strafvervolging met een goede kans op een veroordeling. Op grond daarvan vallen verschillende personen af die in de media de afgelopen jaren in verband zijn gebracht met het neerschieten van vlucht MH17. De open blik waarmee het onderzoek is verricht en de vervolgingsbeslissingen zijn genomen, blijkt goed als we kijken wie hier vandaag niet terecht staan.

Tsemakh
In de eerste plaats de Oekraïner Vladimir Tsemakh. Hij was in juli 2014 werkzaam in Snizhne in de afdeling luchtverdediging in de gewapende groep van de verdachten. Hij is wel als verdachte aangemerkt en zijn uitlevering is gevraagd aan de Russische Federatie. Het Openbaar Ministerie heeft echter nog geen besluit genomen over een eventuele strafvervolging van Tsemakh. Het onderzoek naar zijn rol is daarvoor nog niet ver genoeg gevorderd. De bewijspositie tegen hem is niet vergelijkbaar met die tegen de vier verdachten die in dit proces zijn gedagvaard.

Bezler
Ten tweede noemen we Igor Bezler. Hij is een collega-strijder van de vier verdachten in deze zaak. In de media is veel gepubliceerd over een afgeluisterd telefoongesprek dat hij voerde op de middag van 17 juli 2014. In dat gesprek kondigde zijn gesprekspartner aan dat een ‘vogel’ zijn kant op kwam. Dat was heel kort voor het neerschieten van vlucht MH17. Er is uitvoerig onderzoek gedaan naar dit telefoongesprek en naar de persoon van Bezler. In dat onderzoek kon niet worden vastgesteld dat dit gesprek daadwerkelijk heeft bijgedragen aan het neerschieten van vlucht MH17. Het onderzoek wees bovendien uit dat de tijd tussen dit gesprek en het afvuren van de raket zo kort was dat het maar de vraag is of dit gesprek heeft kunnen bijdragen aan het neerschieten. Wij zullen dat graag nader toelichten op een door uw rechtbank te bepalen moment. Tegen Bezler zagen en zien wij dus bij de huidige stand van het onderzoek geen bewijsbare strafzaak in relatie tot MH17.

Orion en Delfin
In september 2016 heeft het JIT een getuigenoproep gedaan waarbij gevraagd werd naar de identiteit van twee personen die in juli 2014 gebruik maakten van de call signs Orion en Delfin. Vermoedelijk gaat het hierbij om twee hogere Russische officieren die een rol speelden in de gewapende strijd in Oost-Oekraïne. Het JIT had ten tijde van die getuigenoproep in 2016 het vermoeden dat deze mannen ook een rol hadden gespeeld bij het neerschieten van vlucht MH17. Zo voerde ‘Orion’ op 14 juli 2014 een afgeluisterd gesprek waarin hij zegt dat ‘ze’ nu een Buk hebben en vliegtuigen zullen gaan neerschieten. Het nader onderzoek dat is verricht na september 2016 heeft echter uitgewezen dat in de dagen voor 17 juli 2014 verschillende personen en groepen die streden tegen de Oekraïense krijgsmacht bezig waren met pogingen een Buk-systeem te verkrijgen. De meeste van die pogingen lijken niet succesvol te zijn geweest. Het gesprek van Orion op 14 juli gaat vermoedelijk over een Buk-TELAR die wel vanuit de Russische Federatie over de grens is gebracht maar vervolgens in brand is gevlogen en onklaar is geraakt voor het kon worden ingezet. In andere telefoongesprekken is gesproken over Buk-systemen die wel verwacht maar uiteindelijk niet geleverd werden. Het onderzoek van het JIT heeft uiteindelijk concrete informatie opgeleverd over slechts één Buk- systeem dat zich op 17 juli 2014 in het betreffende gebied bevond en daadwerkelijk ingezet kon worden: dat is de Buk-TELAR die naar het landbouwveld bij Pervomaiskyi is gebracht.

Van het gesprek van Orion, dat in september 2016 nog zo relevant leek, concluderen wij dus op grond van de laatste stand van zaken in het onderzoek dat het geen verband houdt met vlucht MH17 maar gaat over een andere Buk-TELAR die in brand is gevlogen voor deze kon worden gebruikt.

Delfin lijkt in ieder geval betrokken te zijn geweest bij de afvoer van de Buk-TELAR die MH17 neerschoot, maar er is bij de huidige stand van zaken geen bewijs dat zijn rol vergelijkbaar is met die van de vier verdachten in dit proces. Daarbij moet bedacht worden dat een rol van een verdachte na afloop van een misdrijf wel relevant kan zijn voor de beoordeling van zijn gehele aandeel, maar dat voor een strafvervolging vooral bewijs nodig is dat een verdachte voor en tijdens het misdrijf een relevante rol heeft gespeeld. [2] Voor Orion en Delfin is dat bewijs er tot op heden niet. Daarom worden zij in dit proces niet vervolgd. Dat illustreert nog eens dat wij in deze zaak steeds opnieuw het bewijs wegen met open blik en de conclusies trekken die daarbij horen, óók als wij daarvoor onze standpunten moeten bijstellen. Wij gaan waar het bewijs ons leidt, en alleen daar.

Bewijs en individuele rol
Binnen de groep verdachten tegen wie het onderzoek voldoende bewijs heeft opgeleverd, hebben wij vervolgens gekeken naar de rol van de verschillende verdachten. Voor een strafvervolging in Nederland komen alleen de hoofdrolspelers in aanmerking. Betrokkenen met een kleinere rol mogen natuurlijk niet vrijuit gaan, maar kunnen strafrechtelijk worden vervolgd in Oekraïne. Veel betrokken strijders van de DPR hebben een kleine rol gespeeld en geen eigen initiatief getoond. Dit geldt bijvoorbeeld voor personen die betrokken waren bij het transport van de Buk-TELAR of het bewaken daarvan voor en na het neerschieten. Hun zaken kunnen beter worden afgedaan in Oekraïne. Bij meerdere van hen is dat ook al gebeurd. Zij zijn in Oekraïne strafrechtelijk vervolgd, niet specifiek voor hun ondersteunende rol bij het neerschieten van vlucht MH17 maar meer algemeen voor hun deelname aan de DPR als terroristische organisatie.

Van de strijders van de DPR zien wij Girkin, Dubinsky, Pulatov en Kharchenko als hoofdrolspelers bij het neerschieten van vlucht MH17. Girkin en Dubinsky stonden aan de militaire top van de DPR. Pulatov en Kharchenko waren Dubinsky’s directe ondergeschikten. Gevieren hebben zij de Buk-TELAR overgenomen uit de Russische Federatie en ingezet in het kader van hun eigen militaire operatie. Met het doel om een vliegtuig neer te schieten. De bemanning van de Buk-TELAR drukte op de knop, maar volgens de tenlastelegging hebben Girkin, Dubinsky, Pulatov en Kharchenko daarop aangestuurd om hun eigen belangen te dienen. Zij bespreken in afgeluisterde gesprekken hoe hard zij een Buk nodig hebben voor hun strijd, zij sturen anderen aan bij de aanvoer, zij dirigeren de Buk-TELAR naar de afvuurlocatie, zij voeren na de crash gesprekken over de vraag of ‘hun’ Buk zijn werk heeft gedaan, zij bespreken opgetogen dat er een vliegtuig is neergeschoten en zij organiseren ook weer de afvoer van de Buk-TELAR naar de Russische Federatie. Als het om bewijs en verantwoordelijkheid gaat, zijn er in het onderzoek tot heden geen andere verdachten in een zelfde positie als Girkin, Dubinsky, Pulatov en Kharchenko.

Als gezegd gaat het onderzoek van het JIT dóór. In complexe onderzoeken naar misdrijven met veel betrokkenen moet het Openbaar Ministerie vaak rekening houden met verschillende factoren en belangen bij het nemen van vervolgingsbeslissingen. Het belang om grondig en ongestoord onderzoek te kunnen uitvoeren naar alle betrokkenen, maar ook het belang van nabestaanden om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over hetgeen er is gebeurd. Die belangenafweging heeft vorig jaar geleid tot de beslissing om deze vier verdachten te dagvaarden.

Het vervolgonderzoek is in het bijzonder gericht op de bemanningsleden van de gebruikte Buk-TELAR en op verantwoordelijken in de bevelslijn, ook in de Russische Federatie. Of dit gedeelte van het onderzoek nog leidt tot een strafzaak tegen andere betrokkenen zal in de toekomst moeten blijken. Het Openbaar Ministerie verwacht niet dat op korte termijn nog meer vervolgingsbeslissingen genomen kunnen worden. Dit gedeelte van het onderzoek is zo mogelijk nog complexer dan de eerste fase. Wat de uitkomst van het verdere onderzoek ook zal zijn: het kan niets afdoen aan de noodzaak om deze verdachten nu verantwoordelijk te houden voor hun rol bij het neerschieten van vlucht MH17.

Keuzes in de vervolging: tenlastelegging
Wij hebben de vier verdachten gedagvaard voor het opzettelijk doen verongelukken van een vliegtuig, waardoor 298 inzittenden zijn overleden en voor de moord op die 298 slachtoffers. Deze verwijten brengen naar ons oordeel helder tot uiting wat er feitelijk is gebeurd. Wij denken niet dat deze verdachten op de knop hebben gedrukt waardoor de Buk-raket is afgeschoten. Wij denken wél dat zij bij de aanvoer van de Buk-TELAR, het plaatsen daarvan en het terugbrengen naar Rusland een belangrijke coördinerende rol hebben gespeeld, waardoor zij zo nauw betrokken zijn geweest dat zij strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het neerschieten van MH17.

Het is goed denkbaar dat het eigenlijk de bedoeling was van deze vier verdachten om een vliegtuig van de Oekraïense strijdkrachten uit de lucht te laten schieten. Er zijn meerdere bewijsmiddelen die daar op wijzen, waaronder tapgesprekken die de verdachten hebben gevoerd na het neerschieten. Het is uiteraard aan uw rechtbank, na een voldragen behandeling van het dossier in deze zittingszaal, om over dit bewijs een oordeel te vellen. Bij het opstellen van de tenlastelegging hebben we nadrukkelijk rekening gehouden met dit ‘vergissingsscenario’. De tenlastegelegde misdrijven verbieden het neerhalen van enig luchtvaartuig en het doden van een ander ongeacht de aard van dat vliegtuig en ongeacht de militaire of civiele status van die ander. Wie in Nederland een gevechtsvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht neerhaalt, kan ook vervolgd worden voor artikel 168 Sr en de moord op de piloot. De misdrijven op de tenlastelegging zijn evenzeer van toepassing op het neerhalen van een militair vliegtuig als op het neerschieten van een burgervliegtuig. Een vergissing in doel maakt in beginsel geen verschil voor het bewijs dat zulke misdrijven zijn gepleegd. Daarom worden in Nederland en in vele andere landen mensen voor moord veroordeeld als zij een toevallige voorbijganger doodschieten, in plaats van hun beoogde slachtoffer. [3]

Ook het feit dat er in juli 2014 sprake was van een gewapend conflict in Oekraïne hebben wij meegewogen bij het opstellen van de tenlastelegging. Zoals u weet werd er in juli 2014 in het oosten van Oekraïne zwaar gevochten tussen de strijdkrachten van Oekraïne en verschillende gewapende groepen. In een oorlog kunnen andere regels gelden dan in vredestijd; dit is het leerstuk van de combattantenimmuniteit. Dat houdt in dat militairen oorlogshandelingen mogen uitvoeren binnen de grenzen van het internationaal recht. Die andere regels gelden echter alleen voor reguliere militairen, die optreden onder de verantwoordelijkheid van een staat in een groepering die het internationale oorlogsrecht respecteert. Voor andere personen die geweld plegen in een gewapend conflict gelden de gewone strafrechtelijke regels.

Oorlog is geen vrijbrief voor geweld van iedereen tegen iedereen. Dat is niet zo in Nederland, maar ook niet in Australië, België, Maleisië, Oekraïne of de Russische Federatie. Alle staten ter wereld hebben in de afgelopen eeuwen regels voor oorlogsvoering ontwikkeld die bedoeld zijn om de gevolgen van oorlogsgeweld zoveel mogelijk te beperken. Uitgangspunt is daarbij dat oorlogen worden gevoerd tussen militairen onderling en dat burgers daar niet bij betrokken raken. Als burgers in Oekraïne geweld gebruiken tegen Nederlandse, Maleisische, Australische en Belgische staatsburgers, valt dat daarom onder de gewone strafwetten van die landen. Dan plegen die burgers gewone misdrijven, zoals moord en het neerhalen van een vliegtuig met de dood tot gevolg. Ongeacht of zij schieten met een geweer of met een geavanceerd raketsysteem, en ongeacht of de beoogde slachtoffers nu burgers of militairen waren. Hetzelfde geldt voor gewapende strijders in Oekraïne die zeggen dat zij gewone burgers zijn; ook zij vallen onder de gewone strafwet.

Een vrijbrief - of immuniteit - voor dodelijk oorlogsgeweld wordt alleen bij uitzondering verleend. Dat gebeurt niet in situaties van chaos en wetteloosheid, maar uitsluitend bij gecontroleerd en afgewogen geweld. Gecontroleerd wil zeggen: door reguliere militairen die als militair herkenbaar zijn, vechten onder de verantwoordelijkheid van een staat en in een organisatievorm die het oorlogsrecht respecteert. Dus geen groepen die vechten onder eigen vlag en die geen boodschap hebben aan het oorlogsrecht. Net als elke andere burger mogen leden van zulke gewapende groepen geen geweld plegen. Net als elk ander vallen zij onder het gewone strafrecht. Hetzelfde geldt voor militairen die doen alsof zij gewone burgers zijn: ook dat mag niet, omdat dit tegengeweld tegen echte burgers uitlokt. Ook militairen die hun ware identiteit verhullen mogen daarom gewoon bestraft worden voor hun geweld.

Tot op heden hebben de verdachten in deze zaak nergens gesteld dat zij in juli 2014 reguliere militairen waren die in het conflict in Oekraïne optraden voor een staat. Ons onderzoek naar hun organisatievorm wijst bovendien uit dat de gewapende groep van de verdachten in de zomer van 2014 niet voldeed aan de eisen van het internationaal oorlogsrecht. Dit gedeelte van het onderzoek heeft bijvoorbeeld veel informatie opgeleverd over systematische en grootschalige schendingen van het oorlogsrecht door de DPR in 2014 en ook daarna. Het gaat daarbij om duizenden gevallen van plundering, vrijheidsberoving van burgers, martelingen, onmenselijke behandeling en executies van burgers en krijgsgevangenen, het leggen van (verboden) landmijnen, en vele andere misdrijven in strijd met het internationaal oorlogsrecht. [4]

Onze voorlopige conclusie is daarom dat de verdachten in juli 2014 geen aanspraak konden maken op combattantenimmuniteit en dat zij dus geen recht of excuus hadden om geweld te plegen in Oost-Oekraïne. Wie het oorlogsrecht systematisch met voeten treedt, kan aan dat recht geen voordeel ontlenen in een strafzaak. De verdachten kunnen daarom terecht staan voor commune misdrijven als moord en het opzettelijk laten neerstorten van een vliegtuig.

De positie van het Openbaar Ministerie
In het Nederlandse strafproces staat de waarheidsvinding centraal. De officier van justitie heeft - net als de rechter - tot taak zo goed mogelijk vast te stellen wat er is gebeurd, tot welke conclusies die zoektocht ook leidt. Daarbij heeft het Openbaar Ministerie - net als de rechter - te waken over de gerechtvaardigde belangen van alle betrokkenen: nabestaanden, verdachten en getuigen.

Ten opzichte van de nabestaanden
Aan het begin van dit openingswoord zei ik al dat wij in deze zittingszaal zoveel mogelijk recht willen doen voor alle slachtoffers en alle nabestaanden, uit welk deel van de wereld ook. Om die reden heeft Oekraïne op Nederlands verzoek de strafvervolging tegen de vier verdachten overgedragen. Noodzakelijk voor het plaatsvinden van dit strafproces was dat niet. Nederland heeft immers rechtsmacht over het neerschieten van vlucht MH17 op basis van de Nederlandse nationaliteit van een groot aantal slachtoffers. Die rechtsmacht strekt zich uit over het gehele misdrijf, te weten het opzettelijk neerhalen van een vliegtuig waardoor iedereen die aan boord was van dat vliegtuig werd gedood en daarmee de gelijktijdige moord op alle inzittenden. Om iedere twijfel voor te zijn over de positie van de niet-Nederlandse slachtoffers is toch verzocht aan Oekraïne over te gaan tot overdracht van rechtsmacht. Dat onderstreept nog eens dat in dit strafproces alle slachtoffers en al hun nabestaanden een gelijke plek hebben.

In aanloop naar dit proces hebben vele officieren van justitie samen met slachtoffercoördinatoren gesprekken gevoerd met vele nabestaanden die dat wilden. Die gesprekken waren vaak intens verdrietig. Nabestaanden hebben ons uitgebreid verteld over hun overleden geliefden, over het gemis, over de vérstrekkende gevolgen van het plotseling wegvallen van familieleden, over het verdriet dat niet meer weggaat. Wij hebben ook kunnen luisteren naar verhalen van nabestaanden die in staat zijn gebleken om verder te gaan met leven en tegelijkertijd hun overleden geliefden dichtbij en in gedachten te houden. We hebben van nabestaanden gehoord dat dit strafproces hoop kan geven, maar dat deze periode ook opnieuw een emotioneel zware periode is, waarin het verdriet, de pijn en het gemis alom aanwezig zullen zijn.

Wij weten dat er nabestaanden zijn die ieder woord op deze zitting willen horen om niets te missen. Maar we weten ook dat er nabestaanden zijn die bewust in deze periode het nieuws vermijden om niet iedere dag wéér geconfronteerd te worden met berichten over MH17 en de emoties die daardoor worden opgeroepen.

Het strafproces zal naar verwachting lang duren, omdat een procedure waarin de belangen van alle betrokkenen op rechtvaardige, zorgvuldige en gelijkwaardige wijze worden gewogen nu eenmaal veel tijd kost. Het is belangrijk dat de verdediging tijd en gelegenheid krijgt om het dossier te bestuderen en aan te vullen met datgene wat de verdachten naar voren willen brengen. Als aanvullend deskundigenonderzoek nodig is, moet dat ook zorgvuldig worden verricht. Dat kost tijd.

Nabestaanden kunnen wel van het Openbaar Ministerie verwachten dat wij ons uiterste best zullen doen om het strafproces niet onnodig lang te laten duren en dat wij hen zo goed mogelijk zullen blijven informeren over het verloop van het proces.

Daarnaast vinden wij het belangrijk voor nabestaanden dat goed inzichtelijk is hoe het strafproces wordt ingericht. Dat kan bijvoorbeeld door zo ruim mogelijk van tevoren bekend te maken wat er op procesdagen zal gebeuren, door alleen van die planning af te wijken als dat strikt noodzakelijk is en door onverwacht opkomende procedurele kwesties te bespreken op daarvoor geplande dagdelen tussendoor. Alleen dan kunnen nabestaanden (en andere belangstellenden) op een goede manier beslissen hoe zij dit strafproces willen volgen, of juist ontlopen. Hoe dan ook zal dit strafproces lang duren. Maar net als in het onderzoek van de afgelopen jaren moet zorgvuldigheid voorop staan, en dat kost nu eenmaal tijd.

Ten opzichte van de verdachten
Zoals gezegd hoort het Openbaar Ministerie in het Nederlandse strafproces ook te waken over de wettelijke belangen van de verdachten. Dat doen wij ook in deze zaak. Daartoe hebben we in de eerste plaats alle mogelijke inspanningen geleverd om de verdachten op de hoogte te stellen van deze strafzaak, zodat zij zich kunnen verweren als zij dat willen. Onafhankelijk van hun eventuele reactie in deze rechtszaal hebben wij ons best gedaan om alle relevante uitlatingen van verdachten over de beschuldigingen tegen hen, bijvoorbeeld in interviews, in het dossier op te nemen. Op die manier krijgt uw rechtbank een zo goed mogelijk beeld van de standpunten van verdachten; óók als zij er voor kiezen hier zelf geen verweer te voeren. We hebben ook een uitgebreid onderzoek verricht naar de vraag of de verdachten wellicht aanspraak kunnen maken op combattantenimmuniteit, ondanks het feit dat tot op heden geen van de verdachten heeft aangegeven zich als combattant te beschouwen. Een nadere toelichting op dat onderzoek kunnen wij desgewenst geven op een door uw rechtbank te bepalen moment.

Tot de rechtsbeschermende taak van het Openbaar Ministerie ten opzichte van de verdachte behoort ook een kritische beschouwing van al het bewijs. In het onderzoek van de afgelopen jaren is zeer uitvoerig onderzoek verricht naar de echtheid en betrouwbaarheid van bewijsmiddelen die in het onderzoek naar voren kwamen. Dat wordt wel validatie-onderzoek genoemd. Daarbij zijn niet alleen uitvoerige analyses gemaakt van de onderlinge samenhang van bewijsmiddelen, maar zijn ook vele experts ingeschakeld. Dat heeft geleid tot validatie-onderzoek op vele manieren zoals bijvoorbeeld deskundig forensisch onderzoek, meteorologisch onderzoek, empirisch-vergelijkend onderzoek en onderzoek door deskundigen op het gebied van rakettechnologie. Beschuldigingen van manipulatie van tapgesprekken en beeldmateriaal in open bronnen hebben wij serieus genomen en voorgelegd aan onafhankelijke deskundigen. Een kritische toetsing van het aanwezige bewijs is dus niet alleen van de verdachte of de verdediging afhankelijk. Ook de wijze waarop dit belangrijke validatie-onderzoek is verricht willen wij graag uitgebreid inhoudelijk toelichten hier ter zitting, zodra uw rechtbank meent dat dat past in uw inrichting van dit proces.

Dat alles laat natuurlijk onverlet dat de verdachten zelf het beste in staat zijn hun standpunten naar voren te brengen. Het Openbaar Ministerie heeft daarom al het mogelijke gedaan om de verdachten die kans te geven. Zij hebben daartoe ook alle mogelijkheden. Zij kunnen hier zelf verschijnen, zij kunnen een advocaat sturen om hun kant van het verhaal toe te lichten, zij kunnen een verklaring afleggen tegenover de Russische autoriteiten, ze kunnen reageren via de website van het JIT of via sociale media, ze kunnen een videoboodschap sturen of schriftelijke vragen beantwoorden: de mogelijkheden voor de verdachten in deze zaak om hun standpunten over te brengen zijn legio. Dat afstand of landsgrenzen geen obstakel hoeven te vormen blijkt wel uit het feit dat inmiddels meerdere ex-separatisten, waaronder ook iemand als Igor Bezler, verklaringen hebben afgelegd tegenover het JIT. Wie dat niet doet, kiest er zelf voor te zwijgen.

Ten opzichte van de getuigen
Vele tientallen getuigen hebben willen vertellen wat zij hebben meegemaakt op 17 juli 2014, en in de periode daaromheen. Hoe zij de Buk-TELAR hebben zien rijden, wat zij gezien hebben op de afvuurlocatie van de raket, wat zij weten over de organisatie van de verdachten. Dit alles is voor het onderzoek heel belangrijke informatie. Het zijn puzzelstukjes die samen met het forensisch bewijs, de foto’s en video’s, de tapgesprekken, de deskundigenrapporten en alle andere bewijsmiddelen een solide dossier vormen. Getuigen in door de DPR gecontroleerd gebied in Oost-Oekraïne en ook getuigen uit de Russische Federatie lopen groot risico als zij verklaringen afleggen die door de autoriteiten daar worden beschouwd als ‘verraad’. Daarom is door de onderzoeksrechter besloten dat de identiteit van tientallen getuigen in dit dossier geheim moet blijven. Dit is helaas een noodzakelijke voorwaarde om die getuigen op een veilige manier hun verhaal te laten vertellen. Een nadere uitleg van de noodzaak voor strikte veiligheidswaarborgen voor getuigen in dit strafproces zullen wij geven bij onze toelichting op de stand van zaken in het onderzoek.

Ten slotte
Sinds 17 juli 2014 is het onderzoek naar de toedracht van het neerschieten van MH17 bemoeilijkt door vele pogingen om de aandacht af te leiden van de werkelijke gang van zaken. Niet alleen door doelbewust verspreide leugens en desinformatie. Soms ook door personen die in deze tragedie een kans zagen om geld te verdienen of aandacht voor zichzelf te vragen. Het onderzoeksteam heeft de afgelopen jaren zijn best gedaan om zijn tijd en energie zo veel mogelijk te richten op dat wat bij kon dragen aan de waarheidsvinding. En zich zo min mogelijk laten afleiden door de vele pogingen tot afleiding, misleiding en doelbewuste tegenwerking die we in deze zaak tot de dag van vandaag zien. Dat zal ook tijdens dit strafproces één van de grootste opgaven zijn. Ook de komende tijd moeten we verwachten dat er aanzienlijke moeite gedaan zal worden om de aandacht af te leiden van de feiten en om de waarheidsvinding in deze zaak tegen te werken. Het is dus van belang goed onderscheid te maken tussen de rookgordijnen die zeker nog zullen worden opgeworpen en de werkelijke vragen waar dit strafproces over gaat.

Na meer dan vijf jaar vooronderzoek is het nu aan uw rechtbank om het onderzoek op deze terechtzitting te leiden en een oordeel te vellen over de beschuldigingen op de dagvaarding. Dat is om meerdere redenen een grote verantwoordelijkheid.

Voor vele nabestaanden is duidelijkheid over de toedracht belangrijk bij hun rouwverwerking. Het belang van een waardig en efficiënt strafproces voor het rouwproces van nabestaanden wordt breed onderkend in wetenschappelijk onderzoek en internationale jurisprudentie. [5]

Er is ook een breder belang. De Russische schrijver Alexander Solzhenitsyn zei al dat geweld alleen in stand kan worden gehouden door een leugen, en de leugen alleen kan worden gehandhaafd door geweld. [6] Een wereld die geen moeite doet om de werkelijke gang van zaken vast te stellen en de schuldigen te straffen als honderden onschuldige burgers worden vermoord, verklaart zijn burgers vogelvrij. Het vaststellen van de waarheid in deze zaak kan bijdragen aan het voorkomen van nieuw geweld in de toekomst. Ook daarom is het van groot gewicht dat waarheid en leugen hier worden onderscheiden, en daders worden gestraft. Dat is de taak waar wij in deze rechtszaal voor staan.

Voetnoten
[1] Zie o.a. EHRM (grand chamber), Güzelyurtlu and Others tegen Cyprus and Turkije (Nr. 36925/07), 29 januari 2019, r.o. 219 en F. Vellinga-Schootstra en W.H. Vellinga, ‘Positive obligations' en het Nederlandse straf(proces)recht (oratie) 2008.

[2] Zie bijvoorbeeld: HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1159.

[3] Zie o.a. HR 8 april 1997, NJ 1997,443 en HR 12 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:895.

[4] Primo-12062, hoofdstuk 4.

[5] Zie o.a. EHRM, Paul and Audrey Edwards tegen Verenigd Koninkrijk, no. 46477/99, r.o. 86, 2002; Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 juli 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:6512; J. Parson en T. Bergin, The impact of criminal justice involvement on victims' mental health, 23 Journal of Thematic Stress 2010, p.182-188.

[6] Toespraak ter gelegenheid van de aanvaarding van de Nobelprijs voor de Literatuur 1970, beschikbaar op https://www.nobelprize.org/prizes/liter … /lecture/.



8


https://www.courtmh17.com/en/news/2020/ … -2020.html
MH17 Summary of the Day in Court; 9 march 2020
At the end of today’s court hearing, Judicial Spokespeople Yolande Wijnnobel and Paul Rouwen of the District Court of The Hague briefed the press.

The presiding judge opened the hearing at 10 a.m. sharp. He emphasised the terrible nature of the disaster which had taken place. In doing so, he turned his attention to the relatives. He said that he was mindful of how difficult the trial was going to be for the relatives, considering the matters that would be discussed and the positions that would be adopted. He made it clear that the relatives were free to leave the courtroom whenever they needed and that that would not disrupt the conduct of proceedings.

The presiding judge explained the ways in which the court had made it possible for as many people as possible to follow the proceedings.

Judges
He went on to introduce the judges. Three judges would hear the merits of the case. They would put questions and take decisions. In light of the expected length of the trial, two alternate judges were also present in court. In the event that one of the sitting judges were to fall ill or be unable to continue hearing the case, he or she would be replaced by one of the alternates. The trial would, therefore, not have to be brought to a halt.

The presiding judge announced that hearings would be heard in the following periods: 8 June through 3 July 2020, 31 August through 13 November and 1 February through 26 March 2021.

Taking stock
The first day in court focussed on taking stock of the case as it now stands. The judges established who had appeared in court and whether the accused had been correctly summoned. They also took stock of whether the case file was complete, whether more was to be added to it and whether the defence had requests in this regard.

Relatives
The presiding judge outlined the position of the relatives, i.e. whether they intended to exercise their right to address the court, submit a written statement or lodge a claim for compensation.

Today, it was established that:
49 relatives intend to exercise their right to address the court
82 relatives intend to summit a written statement
84 wish to lodge a claim for compensation.

In absentia
The judges considered the steps taken to summon the accused to court. One of the accused had retained two counsel. Three of the accused, who had not appeared, had indeed been properly summoned. The correct steps had been taken to that end. The court has no doubt that the accused are aware of the trial. They will, thus, be tried in absentia and, so, the trial will proceed in their absence.

Charges
The public prosecutor then read out the charges: murder of the 298 occupants of the aeroplane and causing it to crash.

Names
The prosecutor read the names of all the victims aloud. There was absolute silence in the courtroom as she did so.

A considerable number of relatives’ counsel were also in court. These counsel assist the relatives with composing their victim’s impact statement, with lodging a claim for compensation and by monitoring developments in the proceedings.

09/03/2020 18:44

9

В первый день судебного разбирательства в Окружном суде  Ван Boudewijn van Eijck en Sabine ten Doesschate (Sjöcrona Van Stigt Advocaten) отложили представление предварительных требований и ходатайств о проведении дальнейшего расследования до июньских заседаний. Это связано с тем, что они только недавно получили уголовное дело объемом более 36 000 страниц и поэтому не смогли в достаточной степени изучить его.

10

https://www.om.nl/onderwerpen/mh17-vlie … -10-3-2020

Объяснение состояния исследований и положения о ходе процесса (10-3-2020)

Uitgesproken door de officieren van justitie op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag.

Wij zullen nu toelichten wat de stand van zaken is in het onderzoek en hoe het Openbaar Ministerie (OM) het vervolg van dit proces voor zich ziet. Eerst zullen wij de stand van zaken van het onderzoek bespreken. Daarbij zullen wij enkele specifieke kenmerken van het onderzoek benoemen, die van belang zijn voor een goed begrip van het dossier en ook voor het verdere verloop van dit proces. Verder zullen wij u informeren over enkele, laatste onderzoekshandelingen die nog moeten worden afgerond en stilstaan bij de mogelijkheid dat zich in de loop van dit proces nog nieuwe informatie zal aandienen uit andere hoek, zoals lopende staatsaansprakelijkheidsprocedures.

Daarna zullen wij stilstaan bij de wederhoor die wij hebben toegepast bij de vier verdachten. Voor Pulatov zullen wij het belang benadrukken dat hij tijdig een standpunt in deze zaak bepaalt en de mogelijkheid bespreken van zijn verhoor door een Nederlandse rechter.

Vervolgens zullen wij het belang van de voortgang benoemen en stilstaan bij de mogelijkheden om nu al bepaalde onderzoekshandelingen in gang te zetten, zoals het horen van een beperkt aantal getuigen, deskundig onderzoek naar beweerdelijke manipulatie van beeldmateriaal en telecomgegevens en een schouw van de reconstructie van het MH17-toestel. Om verschillende redenen kunnen wij nu nog geen definitief standpunt innemen over wat nodig is voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. In de eerste plaats omdat uw rechtbank, de verdediging en het OM nog niet beschikken over de door de rechter-commissaris afgenomen verhoren van de meeste bedreigde getuigen. De rechter-commissaris kon deze verklaringen nog niet aan ons verstrekken, omdat Pulatov eind januari in beroep is gegaan tegen de beslissing van de rechter-commissaris om deze getuigen als bedreigde getuigen aan te merken en hun identiteitsgegevens af te schermen. Op dat beroep moet nog beslist worden. In de tweede plaats moet nog duidelijk worden wat Pulatov op de beschuldiging te zeggen heeft, welk bewijs hij betwist en wat hij in zijn verdediging wil aanvoeren. Dan kan vastgesteld worden over welke vervolgstappen de verdediging en het OM het eens zijn en op welke punten we van mening verschillen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vragen welke getuigen er nader gehoord moeten worden en of er op specifieke punten nader onderzoek moet worden gedaan. Deze vooruitblik heeft dus noodzakelijkerwijs een beperkt en voorlopig karakter. Wel kunnen wij nu al verschillende onderwerpen voorleggen die van belang zijn voor een zorgvuldig en efficiënt verloop van dit proces.

Na de bespreking van het nader onderzoek zullen wij enkele specifieke procedurele kwesties in de zaak van Pulatov benoemen: inzage van zijn raadslieden in stukken die niet in het procesdossier zitten en Russische vertalingen van processtukken. In belang van de voortgang van de zaak zullen wij u vragen om de regie hierover in de perioden tussen de zittingen aan de rechter-commissaris over te dragen.

Daarna staan wij stil bij de rechten van de nabestaanden in dit proces en de momenten waarop die kunnen worden uitgeoefend. Daarbij zullen wij een eerste inventarisatie geven van het aantal nabestaanden dat gebruik wil maken van het spreekrecht en het recht om schadevergoeding te vorderen.

Wij sluiten af met een vooruitblik op de inhoudelijke behandeling. Daarbij zullen wij het voorstel doen om de inhoudelijke bespreking van het dossier in verschillende fasen te laten plaatsvinden. Als de verdediging van Pulatov met het OM van mening is dat bepaalde alternatieve scenario’s, zoals een explosie van binnenuit en het neerschieten van MH17 door een gevechtsvliegtuig, kunnen worden uitgesloten, dan zouden deze al tijdens de regiefase in juni of op een daaropvolgend moment inhoudelijk kunnen worden besproken. Niet alleen in de zaak van Pulatov, maar ook in die van de andere verdachten. Datzelfde geldt voor de bespreking van technische onderwerpen die niet zien op de betrokkenheid van verdachten, zoals het forensisch onderzoek of het onderzoek naar radargegevens. Zo’n gefaseerde aanpak van de inhoudelijke bespreking van het dossier ter zitting verdiept het debat tussen het OM en de verdediging, maakt de zitting begrijpelijker voor nabestaanden en publiek, dient hun recht op informatie over het onderzoek en zorgt ervoor dat de belangrijkste vragen in dit proces de tijd en aandacht krijgen die ze verdienen.

Stand van zaken onderzoek
Eerst zullen wij uw rechtbank informeren over de stand van het onderzoek. Dat zullen wij in drie stappen doen. Vooraf zullen wij een aantal specifieke kenmerken van dit onderzoek benoemen. Daarna bespreken we de afronding het dossier en tot slot benoemen we mogelijkheden dat zich nog nieuwe informatie zal aandienen, die alsnog aan het dossier moet worden toegevoegd.

Kenmerken onderzoek
In belang van de regie willen we eerst stilstaan bij vier kenmerken van dit onderzoek: de internationale samenwerking in het Joint Investigation Team, de validatie van de onderzoeksresultaten, het onderzoek naar alternatieve scenario’s en de veiligheid van getuigen. Op die punten zullen wij nog terugkomen bij de bespreking van onze vorderingen tot nader onderzoek en onze vooruitblik op het onderzoek ter zitting.

Joint Investigation Team

Het onderzoek naar het neerstorten van vlucht MH17 is uitgevoerd door een samengesteld internationaal onderzoeksteam: een Joint Investigation Team, oftewel een JIT. Dat komt omdat de ramp op 17 juli 2014 veel verschillende landen heeft getroffen. Vlucht MH17 werd uitgevoerd door een Maleisische luchtvaartmaatschappij (Malaysia Airlines) met een Maleisische bemanning die van Schiphol naar Kuala Lumpur (Maleisië) zou vliegen. Het vliegtuig is op Oekraïens grondgebied neergestort. Een groot aantal slachtoffers kwam uit Nederland, Maleisië en Australië. Ook andere landen, waaronder België, hadden slachtoffers te betreuren.

Na het neerstorten van vlucht MH17 in Oost-Oekraïne zijn onder meer in Nederland, Australië, België, Maleisië en Oekraïne strafrechtelijke opsporingsonderzoeken begonnen. Deze onderzoeken richtten zich op het achterhalen van de verantwoordelijken voor het neerhalen van vlucht MH17. Uiteindelijk zijn deze landen samen gaan werken in een JIT.

Een JIT is een efficiënte vorm van internationale samenwerking als in verschillende landen tegelijkertijd onderzoeken worden uitgevoerd naar dezelfde strafbare feiten. Een JIT stelt de betrokken landen in staat hun werk te coördineren, gezamenlijk uit te voeren waar dat efficiënt is, en zonder onnodige bureaucratie informatie en bewijs uit te wisselen.

Een JIT komt niet in de plaats van de verschillende nationale onderzoeken, maar vormt als het ware de kern van de gezamenlijke onderzoeken. Binnen die kern kan het werk verdeeld en gecoördineerd worden en kan informatie en bewijs worden uitgewisseld. Daarnaast behoudt ieder land de vrijheid om ook eigen onderzoek en analyse te doen.

De vijf JIT landen hebben in de oorspronkelijke JIT overeenkomst en de verlengingen daarvan vastgelegd dat zij geen informatie uit het JIT openbaar maken zonder dat eerst met elkaar te bespreken. Deze zogenoemde consultatiebepaling is een gebruikelijke voorwaarde in een JIT, omdat openbaarmaking van informatie de verschillende lopende strafrechtelijke onderzoeken zou kunnen schaden. Voordat informatie uit het JIT openbaar gemaakt mag worden, bijvoorbeeld voor een getuigenoproep, bespreken de JIT landen dat met elkaar. Alle voorstellen tot openbaarmaking die binnen het JIT zijn gedaan, zijn unaniem goedgekeurd. Er is in de hele looptijd van het JIT nooit een voorstel tot openbaarmaking afgekeurd. Er is ook nooit bezwaar gemaakt tegen de verschillende voorstellen tot openbaarmaking van informatie uit het JIT.

Tijdens het onderzoek van het JIT is in diverse media bericht dat Oekraïne als lid van het JIT een ‘vetorecht’ zou hebben, dus zou kunnen bepalen welk bewijs er in het Nederlandse procesdossier terecht zou komen- of niet. Van een dergelijk ‘vetorecht’ is nooit sprake geweest.

In de gewijzigde JIT overeenkomst van juni 2019 is bevestigd en vastgelegd dat de Nederlandse JIT teamleider beoordeelt (en beslist) welke informatie en welk bewijs dat door het JIT is verzameld in het Nederlandse procesdossier terecht komt. Het is uiteindelijk aan uw rechtbank om te bepalen of het procesdossier compleet is of nog aangevuld moet worden.

Validatie

Sinds 17 juli 2014 heeft het JIT breed en diepgravend onderzoek verricht. Er is forensisch onderzoek gedaan op de lichamen van de slachtoffers en de wrakstukken van MH17. Er zijn honderden getuigen gehoord in vele verschillende landen. Er is onderzoek gedaan naar telecommunicatie, naar satellietbeelden en radargegevens, naar foto’s en video’s en naar informatie uit open bronnen.

Vanaf het begin van het onderzoek was duidelijk dat verschillende partijen naar elkaar wijzen over de schuld voor het neerschieten van MH17. Vanaf het begin van het onderzoek was ook duidelijk dat de resultaten van dit onderzoek niet door iedereen met een open blik zouden worden ontvangen. Daarom hebben wij extra stappen gezet. Door nóg langer door te rechercheren en door al het bewijs nóg strenger te toetsen dan we in andere onderzoeken zouden doen. Dat hebben we op meerdere manieren gedaan.

In de eerste plaats hebben we langs verschillende wegen de betrouwbaarheid van individuele onderzoekresultaten getoetst.

Zo zijn Oekraïense telefoongegevens onderzocht door de inhoud, tijd- en locatiegegevens van gesprekken te verifiëren. Die verificatie vond plaats door vergelijking met andere telefoongegevens, door vergelijking met informatie uit andere bronnen en door na te gaan of gespreksdeelnemers de opgenomen gesprekken konden bevestigen. Dat laatste is in verschillende gevallen gelukt. Het JIT heeft meerdere deelnemers aan opgenomen gesprekken geïdentificeerd en als getuigen gehoord. Ook hebben verschillende gespreksdeelnemers openbaar gemaakte tapgesprekken bevestigd, bijvoorbeeld in interviews.

Verder zijn er bij telecomproviders in andere landen, zoals Spanje en Polen, telecomgegevens opgevraagd die vergeleken konden worden met de Oekraïense telecomgegevens. Zo kon gecontroleerd worden of de Oekraïense telecominformatie over internationale gesprekken feitelijk juist was. In 2015 hebben Nederlandse specialisten netwerkmetingen gedaan in Oost-Oekraïne. Dit leverde informatie op over de locaties van telefoonzendmasten in bezet gebied, die weer vergeleken kon worden met zendmastgegevens die door de Oekraïense autoriteiten waren verstrekt.

Bij de analyse van de verstrekte tapgesprekken is bewust breed gekeken, dus ook naar tapgesprekken die niet direct relevant zijn voor het bewijs. Dat leverde bevestiging op van vele details in de gesprekken. Zo voerde bijvoorbeeld verdachte Dubinskiy op 27 juli 2014 een gesprek met iemand die hem vertelde dat er een telefoontje uit Moskou was gekomen dat er een Nederlandse journalist werd vermist. In het gesprek werd ook de naam van die journalist genoemd. Enkele dagen later publiceerde deze journalist een artikel in een Nederlandse krant, waarin hij vertelde over hoe hij enige uren was vastgehouden door gewapende strijders in het gebied dat werd gecontroleerd door de groep van Dubinskiy. De journalist die in het tapgesprek met Dubinskiy werd genoemd, heeft in diezelfde tijd dus daadwerkelijk vast gezeten in Oost-Oekraïne.

Deze uitgebreide validatie van de door Oekraïne verstrekte telecomgegevens was tijdrovend, maar heeft door de omvang, onderlinge samenhang en brede analyse een solide basis opgeleverd voor de beoordeling van die gegevens door uw rechtbank.

Er is ook uitgebreid validatie onderzoek gedaan naar beeldmateriaal. Het dossier bevat verschillende foto’s en video’s van een Buk-TELAR in Oost-Oekraïne en ook meerdere foto’s van een condensspoor in de lucht dat vermoedelijk afkomstig is van de afgeschoten raket. Dat beeldmateriaal is uitvoerig onderzocht. In de eerste plaats is in alle gevallen geprobeerd de maker van het beeldmateriaal te vinden en als getuige te horen. In sommige gevallen is dat gelukt, en in andere niet. In sommige gevallen konden ook personen worden gehoord die bij de maker aanwezig waren tijdens het opnemen van het beeldmateriaal of die betrokken waren bij de verspreiding van het beeldmateriaal en daardoor de oorsprong daarvan konden bevestigen. Waar mogelijk is de betreffende camera, inclusief geheugenkaart, in beslag genomen en onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Waar zinvol heeft het NFI ook onderzocht of er aanwijzingen waren voor manipulatie van het beeldmateriaal.

Beelden zijn ook aangeboden aan het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Een deskundige van dat weerinstituut heeft onderzoek gedaan naar schaduw, licht en bewolking. Op basis daarvan werd beoordeeld of het weer op de foto of de video overeenkwam met het weerbeeld op 17 juli 2014 en wanneer deze foto of video ongeveer moet zijn opgenomen.

Verder heeft de recherche onderzocht waar het beeldmateriaal moet zijn opgenomen. Dat gebeurde door vergelijking van de kenmerken op het beeld met de omgevingskenmerken uit open bronnen, zoals Google Streetview of satellietbeelden. Van alle foto’s en video’s heeft het onderzoeksteam een geografische locatie vastgesteld.

Elk type bewijs, van video’s tot tapgesprekken en van forensische sporen tot getuigenverklaringen, is dus steeds zo nauwkeurig mogelijk gevalideerd.

Naast individuele toetsing van onderzoekresultaten, zijn al die verschillende bewijsbronnen ook weer met elkaar vergeleken en in samenhang beschreven in het procesdossier. Zo kunnen relevante verschillen en overeenkomsten worden vastgesteld. De Kamer van Beroep van het Joegoslavië tribunaal noemt dit een ‘holistische benadering’:

“The Appeals Chamber has reiterated the importance of such a holistic approach to assessing credibility within its own jurisprudence. A tribunal of fact must never look at the evidence of each witness separately, as if it existed in a hermetically sealed compartment; it is the accumulation of all the evidence in the case which must be considered.”[1]

Met dat doel hebben wij een breed dossier samengesteld. Een dossier waarin onderzoekresultaten in onderlinge samenhang kunnen worden getoetst en in de juiste context kunnen worden beoordeeld. Daarom bevat het dossier bijvoorbeeld ook ruim informatie over het verloop van het gewapend conflict waarin MH17 is neergeschoten.

Deze validatie, de toetsing van bewijs op zichzelf én in samenhang met andere onderzoekresultaten, willen wij aan de hand van één voorbeeld toelichten. Dat voorbeeld geeft inzicht in de wijze waarop het onderzoek is verricht, maar helpt ook bij de beoordeling van welk nader onderzoek nog plaats moet vinden. Bij de onderbouwing van onze vorderingen tot nader onderzoek zullen wij hier op terugkomen.

Als voorbeeld nemen wij één enkele foto waarop een Buk-TELAR op een oplegger is te zien, samen met een donker busje met zwaailicht en een witte personenauto. In een latere fase van dit proces kunnen zulke beelden ook worden getoond. Nu moeten wij ons beperken tot een mondelinge bespreking.

Eerst de foto zelf. Die is in juli 2014 naar het Nederlandse onderzoeksteam gemaild. Met als onderwerp ‘Buk M Makeevka’. Van deze foto waren geen metadata bekend. Vervolgens is de authenticiteit van de foto op verschillende manieren getoetst: door deskundig beeldonderzoek van het NFI, vergelijking van de beeldkenmerken met die van Google Streetview, en een tijdsbepaling door het KNMI op basis van de schaduwval. Op basis daarvan werd geconcludeerd dat deze foto gemaakt moest zijn tussen 08:48 en 09:32 uur aan Illicha Avenue in Donetsk.

Vervolgens is foto vergeleken met ander bewijs. Zo kwamen dezelfde dieplader en donkere busje met zwaailicht terug op andere beelden. Verder sloot de foto aan bij de telecomgegevens. Daaruit bleek dat de telefoons van twee begeleiders van het Buk-transport in diezelfde periode zendmasten aanstraalden aan Illicha Avenue in Donetsk. In een tapgesprek vertelde één van deze begeleiders dat hij met de Buk en een trekker was aangekomen in Donetsk. Net als op de foto. Vervolgens zei de begeleider dat ze in de linkerbaan moesten stoppen. Dat bleek weer overeen te komen met wat verschillende getuigen hadden gezien. Zij verklaarden over een Buk-systeem op een dieplader achter een Volvo-truck, op Illicha Avenue in Donetsk. Verder merkten deze getuigen op dat die truck met dieplader daar in de linkerbaan bleef staan. Tot slot konden de eigenschappen van de foto vergeleken worden met berichten in sociale media. Daarin werd diezelfde ochtend melding gemaakt van een Buk-systeem in Donetsk.

Op deze manier is deze foto in het onderzoek gevalideerd. Eerst door de authenticiteit van de foto zelf te beoordelen. Op basis van deskundigenonderzoek en vergelijking met andere beelden van dezelfde locatie. En daarna door die foto te bekijken in samenhang met andere bewijs, zoals andere beelden van de TELAR, telecomgegevens, getuigenverklaringen en sociale mediaberichten. Een ‘holistic approach’, zoals de Kamer van Beroep van het Joegoslavië tribunaal dat noemt.

Uw rechtbank zal moeten beoordelen of de validatie van deze foto en andere relevante onderzoekresultaten volledig is of niet. Wat ons betreft is het daarbij steeds de vraag of nader onderzoek nog daadwerkelijk iets kan toevoegen aan het dossier of niet. Als nader onderzoek geen relevant verschil kan maken voor het bewijs, is er geen reden om dat in gang te zetten.

Alternatieve scenario’s

Naast de validatie van afzonderlijke bewijsbronnen, zijn deze ook in bredere scenario’s geplaatst. In elk scenario werd een andere oorzaak voor het neerstorten van MH17 benoemd. Die verschillende, elkaar uitsluitende scenario’s zijn onderzocht. Zo zijn de mogelijkheden onderzocht van een explosie van binnenuit, een aanval door een gevechtsvliegtuig (het ‘air-to-air’ scenario) en het scenario dat vlucht MH17 is neergeschoten door een grond-luchtraketsysteem, oftewel een ‘surface-to-air’ (SAM) wapen. Dat laatste scenario hebben we weer opgedeeld in twee mogelijkheden: een aanval met een Buk-systeem en een aanval met een ander type ‘surface-to-air’ systeem. Voor de aanval met een Buk hebben we dan weer de verschillende scenario’s onderzocht dat deze is afgeschoten vanuit gebied onder controle van Oekraïne of vanuit gebied onder controle van DPR-strijders. Na meer dan vijf jaar onderzoek naar al die verschillende mogelijkheden is alleen dat laatste scenario overeind gebleven. Alle alternatieven kunnen volgens het OM worden uitgesloten.

Tegelijkertijd heeft het onderzoek juist bewijs opgeleverd voor het scenario dat vlucht MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanuit een landbouwveld bij Pervomaiskyi. Er is forensisch bewijs voor een Buk-raket, dat weer heeft geleid tot specifieke conclusies van deskundigen over het gebied waaruit die raket moet zijn afgeschoten. Er zijn foto’s, video’s, afgeluisterde telefoongesprekken en gespreks- en zendmastgegevens verzameld die in dezelfde richting wijzen. Er zijn ooggetuigen die verklaringen hebben afgelegd over de aanvoer van de Buk-TELAR, over de afvuur van de raket, en ook weer over de afvoer van de Buk-TELAR terug naar de Russische Federatie. Daarom staat dat laatste scenario nu in de tenlastelegging.

Ook bij nader onderzoek naar alternatieve scenario’s, moet bezien worden of dat daadwerkelijk iets kan toevoegen of niet. Zo zal een nieuwe getuige die verklaart dat MH17 is neergeschoten met een gevechtsvliegtuig niets toevoegen aan soortgelijke verklaringen van andere getuigen die al in het dossier zitten. De relevantie van die verklaring zit hem immers niet in de hoeveelheid getuigen die verklaren dat zij hetzelfde hebben gezien, maar in het vermogen van die verklaringen om bewijs voor het tegendeel te ontkrachten. Denk aan objectief bewijs zoals primaire radarbeelden, waarop geen gevechtsvliegtuig te zien is of forensisch bewijs voor het neerschieten met een Buk-raket. Als een getuigenverklaring daar niets aan kan afdoen, voegt een nieuw verhoor op dit punt niets meer toe aan wat er al in het dossier is opgenomen.

Veiligheid getuigen

In het contact met getuigen is zo veilig mogelijk gewerkt. In dit onderzoek is namelijk sprake van een reëel veiligheidsrisico voor getuigen. Om dat risico zo veel mogelijk te beperken heeft de rechter-commissaris besloten dat van tientallen getuigen de identiteit moet worden afgeschermd. Een kleiner aantal is als bedreigde getuige gehoord. Op die manier hebben zij een verklaring kunnen afleggen zonder onverantwoorde risico’s te lopen. Dat geldt niet voor alle getuigen. Of er reden is voor afscherming van de identiteit, hangt bijvoorbeeld af van waar de getuige woont en of zijn verklaring aansluit bij de positie van de gewapende groep of regering die zeggenschap heeft in het gebied waar de getuige verblijft. Een getuige die verklaart dat Oekraïne achter de aanslag op MH17 zit, heeft in de Russische Federatie bijvoorbeeld weinig te vrezen.

Het risico voor getuigen moet ook bij het vervolg van deze zaak nadrukkelijk worden meegewogen. Dat risico geldt bij uitstek voor getuigen die woonachtig zijn of familie hebben in de gebieden in Oost-Oekraïne die bezet zijn door gewapende groepen. Vele neutrale internationale organisaties en journalisten constateren dat de DPR in het gebied onder zijn controle een schrikbewind voert waar niemand veilig is. Zo schrijft de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties op 15 juli 2014, twee dagen voordat MH17 werd neergeschoten, dat in Oost-Oekraïne de ‘rule of law’ niet langer bestaat en is vervangen door de ‘rule of violence’. En verder, over de gewapende groepen in Oost-Oekraïne:

“The armed groups fighting in the east must abide by international law but unfortunately this has not been the case. Grave human rights abuses have been committed by those armed groups. And it must be remembered that these groups have taken control of Ukrainian territory and inflicted on the populations a reign of intimidation and terror to maintain their position of control.”[2]

Die dreiging is nog steeds aanwezig. Zo beschrijft de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties inzake Foltering in 2019 willekeurige vrijheidsberoving, geweld en foltering door de machthebbers in Donetsk.[3]

Het hoeft dus niet te verbazen dat vele getuigen in het JIT-onderzoek hebben aangegeven bezorgd te zijn over hun veiligheid. Getuige V7 verklaart bijvoorbeeld: “Ik wil graag anoniem blijven. Ik vrees voor mijn veiligheid en ik ben bang dat er mogelijk represailles tegen mij worden genomen, omdat ik een verklaring afleg.” Eén van de personen die de Buk-TELAR heeft gefilmd in Oost- Oekraïne, heeft per email aan het onderzoeksteam laten weten dat hij tot twee keer is bezocht door gewapende mensen. Daarna is de filmer gevlucht.

Ook de dreiging van de Russische Federatie in dit onderzoek moet niet worden onderschat. Getuige S24 verklaart angst te hebben voor represailles van de Russische Federatie. S24 vertelt bang te zijn dat hij geliquideerd wordt, om te voorkomen dat de waarheid naar boven komt. Getuige V9 zegt: “Mijn verklaring mag wat mij betreft gebruikt worden, zoals die het best gebruikt kan worden, maar dan zonder mijn naam daarboven. Ik wil namelijk niet dat de autoriteiten in bijvoorbeeld Oekraïne of Rusland te weten komen wie deze verklaring heeft afgelegd. Als mijn naam wel bekend wordt, kan ik problemen krijgen. Ik bedoel daarmee te zeggen dat ik kan worden opgepakt door Speciale Russische Diensten. Ik heb gezien dat in de DNR mensen werden gevangen genomen. Ik loop nu al een risico, maar ik vind het mijn plicht om mijn verhaal te doen.” Deze getuigen, en meerdere anderen, hebben aangegeven dat zij dreiging ervaren en daarom anoniem willen getuigen. De rechter-commissaris heeft de risico’s voor deze getuigen beoordeeld en beslist dat hun identiteit inderdaad afgeschermd moeten blijven.

De zorgen van deze getuigen zijn goed te begrijpen. In 2004 werden al enkele Russische diplomaten in Qatar veroordeeld voor een moord met een autobom die volgens de rechtbank gepleegd was in opdracht van de Russische autoriteiten.[4] In de afgelopen jaren zijn meerdere Russische burgers aangeklaagd voor moorden of pogingen tot moord in Groot-Brittannië[5], Duitsland [6], Turkije[7] en Bulgarije. [8] In al deze gevallen zijn de autoriteiten van die landen na onderzoek tot de uitdrukkelijke conclusie gekomen dat de Russische overheid verantwoordelijk was voor deze levensdelicten. In de meeste gevallen hebben die autoriteiten ook bekend gemaakt dat zij specifiek de Russische veiligheidsdiensten GRU of FSB verantwoordelijk houden. Let wel: we noemen hier alleen de gevallen waarin autoriteiten van andere landen na onderzoek naar moorden in die andere landen de zojuist genoemde conclusies hebben getrokken. Het resultaat is een verontrustend patroon van vastgestelde actieve betrokkenheid van Russische veiligheidsdiensten, en specifiek de GRU en de FSB, bij moorden in andere landen.

Het onderzoek van het JIT heeft duidelijke aanwijzingen opgeleverd dat diezelfde Russische veiligheidsdiensten FSB en GRU ook nauw betrokken zijn bij het gewapend conflict in Oekraïne. In het dossier bevinden zich tapgesprekken over verschillende vormen van betrokkenheid van de GRU en de FSB bij de gewapende strijd in Oost-Oekraïne. Ook bevinden zich in het dossier meerdere in Oekraïne afgeluisterde gesprekken uit juli 2014 waarin leden van gewapende groepen in Oost-Oekraïne met elkaar spreken over “groen licht uit Moskou om iemand te executeren” en “een bevel uit Moskou om iemand neer te schieten”. Getuige M58 heeft verklaard dat op de afvuurlocatie Russische militairen bij de Buk-TELAR waren, waarvan de aanwezige DPR-strijders zeiden dat deze van de FSB waren.

Er zijn verder duidelijke aanwijzingen dat Russische veiligheidsdiensten actief proberen waarheidsvinding naar het neerschieten van vlucht MH17 te verstoren. De Britse en Nederlandse autoriteiten hebben vastgesteld dat Russische GRU-agenten betrokken zijn geweest bij pogingen om de Maleisische opsporings- en vervolgingsautoriteiten te hacken.[9] Eerder zijn al pogingen vastgesteld om de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) te hacken tijdens zijn onderzoek naar het neerstorten van vlucht MH17. Getuige S28 heeft verklaard dat hij vanuit de Russische Federatie onderzoek deed naar de MH17 ramp, waarna zijn computer in beslag werd genomen en hij werd gezocht door de Russische veiligheidsdienst FSB.

De optelsom van al deze feiten werpt een donkere schaduw over dit proces. Er zijn sterke aanwijzingen dat de Russische overheid er veel aan gelegen is dit onderzoek te dwarsbomen, en daarbij de inzet van de Russische veiligheidsdiensten niet schuwt. Die Russische veiligheidsdiensten worden beschuldigd van meerdere moorden die de afgelopen jaren in verschillende Europese landen gepleegd zijn. Meerdere getuigen in dit onderzoek hebben uitgesproken voor hun leven te vrezen als hun identiteit bekend wordt. De inzet van Russische veiligheidsdiensten om de identiteit van getuigen in dit onderzoek te achterhalen is een reëel scenario. Die veiligheidsdiensten hebben capaciteiten om communicatie te onderscheppen en reisbewegingen van personen te monitoren. Capaciteiten die een gewone criminele groepering niet heeft.

We hebben in dit strafproces, kortom, te maken met een reële dreiging vanuit verschillende hoeken tegen getuigen. Om die reden is per getuige een inschatting gemaakt welke maatregelen nodig zijn. Daarbij is onder meer gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de getuige, waaronder de woonplaats en die van familieleden, de aard van de verklaring van de getuige en de mogelijke manieren om ongewenste gevolgen van het afleggen van een verklaring te voorkomen. Als gezegd heeft dit bij tientallen getuigen geleid tot het afschermen van de identiteit op grond van een beslissing van de rechter-commissaris (op grond van artikelen 149b en 226a Sv). Dit zijn in grote meerderheid getuigen die hebben verklaard over hun waarnemingen in Oost-Oekraïne. De risico’s zijn dus groot. Daarom moet in dit proces met grote zorgvuldigheid worden omgegaan met de belangen van getuigen.

Daar tegenover staat het belang van de verdediging. Door afscherming kunnen verschillende getuigen waarschijnlijk niet in persoon door de verdediging worden ondervraagd. Als de verdediging reden heeft om getuigen te ondervragen, zal dit dus op andere manieren moeten gebeuren. Bezien zal moeten worden hoe het ondervragingsrecht zo goed mogelijk kan worden uitgeoefend, zonder de veiligheid van getuigen in gevaar te brengen. Wij komen hier later nog op terug.

Zoals gezegd heeft Pulatov beroep ingesteld tegen de beslissingen van de rechter-commissaris om een aantal getuigen als anoniem bedreigde getuigen te horen. Op dit beroep moet de rechtbank, in een andere samenstelling dan de uwe, nog beslissen. Ongeacht de uitkomst van de beslissing met betrekking tot die getuigen, zijn er nog tientallen andere getuigen in het dossier van wie de identiteit is afgeschermd. Met hun belangen en die van eventuele nieuwe getuigen die zich in deze zaak zullen aandienen, zal nadrukkelijk rekening moeten worden gehouden.

Afronding onderzoek
Het procesdossier is wat het OM betreft vrijwel klaar voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. Op dit moment wordt nog een enkele onderzoekshandeling afgerond. Van een getuige uit het Oekraïense leger bijvoorbeeld, is na zijn eerder in het dossier gevoegde eerste verhoor eind 2019 nog een tweede verhoor afgenomen. Ook werden enkele collega-militairen gehoord die zich rond 17 juli 2014 op dezelfde plaats bevonden. Deze verhoren konden niet tijdig voor de afronding van de dossieraanvulling in februari worden uitgewerkt en beoordeeld op relevantie. Ook het onderzoek naar uitlatingen van verdachten op internet en in andere open bronnen is nog niet geheel afgerond. Wij streven ernaar om ruim voor de zitting in juni het dossier aan te vullen met de laatste bevindingen uit het opsporingsonderzoek.

In die aanvulling zullen wij ook enkele visuele weergaven opnemen van onderdelen van processtukken. Dit betreffen foto’s, korte video’s en kaartmateriaal waarop relevante locaties en gebeurtenissen zijn ingetekend. Zo zullen wij een visuele weergave voegen van het verloop en de resultaten van het forensisch onderzoek en een overzicht van de verschillende bewijsbronnen in het dossier van het transport van de Buk-TELAR, die zijn ingetekend op een kaart. Bij enkele andere visuele weergaven van onderdelen van het procesdossier zullen wij een schriftelijke toelichting bijvoegen, zoals bij die van het onderzoek naar radargegevens. Deze visuele weergaven kunnen helpen om de inhoud van het dossier inzichtelijk te maken voor de procesdeelnemers en het publiek.

Aanvulling dossier
Voor alle beslissingen die uw rechtbank zal moeten nemen is naar onze inschatting voldoende informatie in het dossier verzameld. Daarbij geldt uiteraard dat de vraag of het dossier compleet is, beoordeeld moet worden naar de inhoud van de tenlasteleggingen die onderzocht moeten worden. De vraag is niet of het dossier alle mogelijke informatie bevat over iedere mogelijke betrokkene bij het neerschieten van vlucht MH17, maar alleen of het dossier volledig genoeg is om te oordelen in de zaken tegen deze vier verdachten.

Natuurlijk kunnen wij in een zaak als deze nooit een garantie geven dat een dossier compleet is en geen verdere aanvulling meer behoeft. Wij hebben niet in de hand welke informatie in de toekomst nog naar voren komt. Maar wij zijn doordrongen van het feit dat de inhoud van het dossier tijdig voor de inhoudelijke behandeling moet worden vastgesteld en alleen bij hoge uitzondering kan worden aangevuld.

Ook na de volledige afronding van het opsporingsonderzoek naar deze vier verdachten kan zich nog nieuwe informatie aandienen, die aan het dossier moet worden toegevoegd. In dit proces houden wij rekening met de volgende mogelijkheden.

Wij zullen de komende tijd, indien gewenst, aan de verdediging inzage verlenen in stukken die vanwege een gebrek aan relevantie niet aan het procesdossier zijn toegevoegd. Als de verdediging naar aanleiding van die inzage gemotiveerd verzoekt om toevoeging van stukken aan het dossier die eerder niet zijn gevoegd, kan dat leiden tot aanvulling van het dossier.

Verdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko zouden relevante uitlatingen kunnen doen in interviews of op sociale media. Ondanks herhaalde uitnodiging van het onderzoeksteam en het OM, hebben zij ervoor gekozen om geen verklaring af te leggen in hun zaak en zich niet op deze zitting te laten vertegenwoordigen. Toch hebben wij al eerder in het openbaar van hen mogen horen hoe zij in grote lijn tegen de feiten aankijken. Nieuwe publieke reacties van deze verdachten op dit proces sluiten wij niet uit. Wij zullen die op de voet volgen.

Ook zouden zich nieuwe getuigen kunnen aandienen in de zaken van verdachten. Het ligt daarbij wel in de rede om steeds kritischer te kijken of het horen van een nieuwe getuige daadwerkelijk iets toevoegt aan het dossier. Indien een verklaring relevant blijkt en de veiligheid van de getuige het toelaat, kan dat reden zijn om die verklaring aan het dossier toe te voegen. Vervolgens kan dan met uw rechtbank en de verdediging worden beoordeeld of de betreffende getuige nog nader moet worden gehoord of niet.

Verder gaat het onderzoek van JIT naar de betrokkenheid van andere personen nog door. Dat onderzoek is gericht op de identiteit van de bemanning van de Buk-TELAR en verantwoordelijken in de bevelslijn. Indien uit dat onderzoek nog relevante informatie naar voren komt voor de zaken tegen deze vier verdachten, zal die informatie aan het dossier moeten worden toegevoegd.

Tot slot lopen er procedures bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (ERHM) tegen de Russische Federatie. Vóór deze zitting hebben wij nog stukken van de Russische regering uit die procedures aan het dossier toegevoegd. Daarin worden uitlatingen gedaan over aard van het gewapend conflict in Oost-Oekraïne en worden nieuwe beweringen gedaan over mogelijke manipulatie van bewijs uit het strafrechtelijk onderzoek. Wij sluiten niet uit dat deze staatsaansprakelijkheidsprocedures nog nieuwe informatie opleveren, die voor de strafzaken van belang is.

Nog meer dan in andere grote zaken zullen wij rekening moeten houden met nieuwe ontwikkelingen buiten de zittingzaal.

Het OM heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een volledig en evenwichtig onderzoek. Als wij kennis krijgen van ontlastende informatie, zal die in elk geval aan het dossier moeten worden toegevoegd. Bij informatie waar dit onduidelijk is, zullen wij de standpunten betrekken die de verdachten in deze procedure innemen. Indien zulke nieuwe informatie zou kunnen worden gebruikt voor de onderbouwing van aangekondigde verweren van Pulatov, zullen wij die met zijn raadslieden delen. Dan kunnen zij zich over de relevantie van die informatie uitlaten. Daarbij geldt dat hoe eerder wij weten welke verweren de verdediging wil voeren, hoe eerder wij kunnen beoordelen welke stukken wij actief aan de verdediging ter inzage kunnen geven. Zoals gezegd hebben wij al ruim stukken gevoegd, over verschillende andere lezingen van de feiten dan het OM ten laste legt, maar op basis van concrete standpunten van de verdediging kunnen wij controleren of het dossier nog moet worden aangevuld.

In die standpunten van de verdediging zal dan wel concreet moeten worden toegelicht wat de relevantie is van de aanvullende informatie. Gisteren heeft de verdediging vragen opgeworpen over het OVV-rapport uit 2015, specifiek over de beperkte sluiting van het luchtruim boven Oost-Oekraïne in juli 2014. Voor ons bleef onduidelijk wat de relevantie van die vragen is voor enige door uw rechtbank te nemen beslissing in de zaak van Pulatov. Als er een verwijt van nalatig ingrijpen kan worden gemaakt, zijn daardoor volgens jurisprudentie niet de belangen van de verdachte geschaad, maar alleen die van de slachtoffers.[10] De vraag naar het optreden van de Oekraïense autoriteiten met betrekking tot de beperkte sluiting van het luchtruim is daarom niet relevant in de strafzaak van Pulatov.

Conclusie onderzoek
Het onderzoek is vrijwel afgerond. Tijdig voor een regiezitting in juni zal een laatste aanvulling op het dossier worden verstrekt. Daarin zal verslag worden gedaan van laatste onderzoeksbevindingen en zullen enkele visuele weergaven van onderdelen van het huidige dossier worden gevoegd. Daarnaast houden wij er rekening mee dat zich nieuwe informatie aandient, die mogelijk aan het dossier zal moeten worden toegevoegd. Wij stellen ons voor dat bij de beoordeling of het dossier moet worden aangevuld of niet, na de regiefase een strengere noodzakelijkheidstoets zal moeten worden aangelegd.

Standpunten verdachten
Bij onze toelichting op het onderzoek hebben wij al aangegeven dat wij het belangrijk vinden dat de standpunten van de verdachten in deze zaak zo goed mogelijk ter zitting naar voren komen. Bij de bespreking van het aanwezigheidsrecht is al genoemd welke inspanningen wij hebben verricht om hen over de strafzaak te informeren en hun kant van het verhaal te vernemen. Er is geprobeerd om via telefoon, email en sociale media rechtstreeks contact met hen te leggen. Dat is bij Dubinskiy en Pulatov ook gelukt, maar heeft geen inhoudelijke reactie opgeleverd. De publieke reacties van verdachten in sociale media en interviews hebben we opgenomen in het procesdossier. Die reacties zullen wij blijven volgen. De inhoud van het dossier schreeuwt om een concrete uitleg van verdachten. Wij vinden het passend om hen erop te wijzen dat zij nu nog de gelegenheid hebben om die uitleg te geven. Wij zullen dit toelichten.

Pulatov
Aan de Russische autoriteiten hebben wij gevraagd om de drie Russische verdachten te horen. Dit rechtshulpverzoek is op 28 oktober 2019 door het parket van de Russische Procureur-Generaal ontvangen. Vorige week ontvingen wij het antwoord op dit rechtshulpverzoek. Van de drie opgeroepen Russische verdachten is alleen Pulatov verschenen. Hij gaf aan zich op zijn zwijgrecht te beroepen, omdat hij op advies van zijn advocaten alleen ‘ten behoeve’ van een Nederlandse rechter een verklaring wil afleggen in het bijzijn van zijn advocaten. Mogelijk wordt hier bedoeld: ‘alleen tegenover een Nederlandse rechter’.

Wij constateren dus dat Pulatov zich op dit moment op zijn zwijgrecht beroept. Dat recht heeft een verdachte uiteraard. Als dat verandert en Pulatov alsnog tot een inhoudelijke betwisting komt van zijn betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten, kan het in zijn eigen belang zijn om tijdig voor de regiezitting te verklaren. In ieder geval over de vragen waar hij op 17 juli 2014 was en wat hij in de periode van 8 juni tot en met 18 juli 2014 zelf heeft gezien en gehoord met betrekking tot de ten laste gelegde feiten. Een eventuele verklaring van hem kan relevant zijn voor de beoordeling welk nader onderzoek er nog moet plaatsvinden en welk onderzoek overbodig is. Daarbij heeft een betwisting uit de mond van zijn advocaten minder gewicht dan een verklaring van de verdachte zelf.[11] Gisteren hebben wij van de raadslieden vernomen dat Pulatov zich ‘op het standpunt stelt dat hij op geen enkele manier verantwoordelijk is voor het neerhalen van MH17’ en daar ‘niets mee te maken heeft gehad’. Dat standpunt bestrijkt alles, maar zegt niets. In de eerste plaats is het geen verklaring van Pulatov zelf. In de tweede plaats laat deze formulering van de verdediging volledig open wat nu precies wordt betwist: feitelijke betrokkenheid of de strafrechtelijke aansprakelijkheid die daaruit volgt? Betwist Pulatov zijn feitelijke betrokkenheid bij de aanvraag en de inzet van de Buk-TELAR of erkent hij die betrokkenheid wel, maar meent dat hieruit geen aansprakelijkheid volgt voor het neerschieten van MH17? Dat maakt nogal verschil. Een algemene betwisting van elke aansprakelijkheid bij monde van zijn raadslieden levert geen concrete aanknopingspunten op voor de beoordeling van onderzoekwensen.

Indien de verdediging een verklaring van Pulatov wenselijk acht voor de regiezitting in juni, is het nodig om nu al de formaliteiten voor een verhoor in gang te zetten. Als Pulatov inderdaad tegenover een Nederlandse rechter wil verklaren in het bijzijn van zijn Nederlandse advocaten zijn daarvoor twee logische mogelijkheden: een verhoor door de rechter-commissaris, hetzij in Nederland, hetzij in de Russische Federatie, of een verhoor hier ter zitting. Een verhoor via videoconferentie wordt door de wet uitgesloten in een zaak met dodelijke slachtoffers.[12] Indien Pulatov door de rechter-commissaris gehoord wil worden, moet er rekening mee worden gehouden dat de voorbereiding van dat verhoor tenminste meerdere maanden zal vragen vanwege de tijd die het kost om rechtshulpverzoeken aan de Russische Federatie uit te voeren.

Indien Pulatov hier ter zitting een verklaring wil afleggen kan de vraag rijzen of hem daartoe een vrijgeleide moet worden verleend. De ervaring in andere zaken leert dat ook dit een tijdrovende aangelegenheid kan zijn. Als Pulatov overweegt een vrijgeleide te vragen om hier ter zitting een verklaring te kunnen afleggen zonder aangehouden te worden, kan dat verzoek maar beter zo snel mogelijk gedaan worden. De ervaringen in de zaak Bouterse kunnen helpen om deze optie te verkennen.

Het Hof Den Haag stelde in de Bouterse-zaak vast dat er geen wettelijke of verdragsrechtelijke regeling bestaat om een vrijgeleide te verlenen aan verdachten. Een garantie tegen de toepassing van dwangmiddelen kan doorgaans wel worden gegeven aan getuigen die via buitenlandse autoriteiten worden gedagvaard. Aan verdachten kunnen door het OM wel toezeggingen worden gedaan dat zij niet zullen worden aangehouden in de zaak waarin zij een verklaring komen afleggen, maar kunnen geen toezeggingen worden gedaan met betrekking tot eventuele aangiften van andere strafbare feiten of uitleveringsverzoeken van andere landen. Een verzoek van een verdachte om een vrijgeleide die beschermt tegen iedere mogelijke aanhouding kan dus niet worden ingewilligd.[13]

Het wettelijk kader in deze zaak is hetzelfde als dat in de zaak Bouterse. Een effectieve vrijgeleide is mogelijk als Pulatov wordt gedagvaard om als getuige te verklaren in de zaken van zijn medeverdachten. Artikel 12 lid 1 van het Europees rechtshulpverdrag bepaalt dan immers dat hij als gedagvaarde getuige niet kan worden aangehouden voor feiten die vooraf gingen aan zijn vertrek. In dat geval staat het hem vrij om ter zitting te verklaren als getuige in de zaken van de andere verdachten, maar ook om een verklaring af te leggen als verdachte in zijn eigen zaak. Als Pulatov uitsluitend als verdachte ter zitting wil verklaren, kan hij niet als getuige worden gedagvaard en kan hem geen garantie worden gegeven dat hij niet zal worden aangehouden. Bij een verschijning ter zitting in Nederland kan immers aangifte worden gedaan tegen Pulatov voor andere misdrijven, waarvoor mogelijk verdragsrechtelijke vervolgingsverplichtingen bestaan. Ook kunnen door andere landen uitleveringsverzoeken worden gedaan waaraan Nederland dan verdragsrechtelijk verplicht is gevolg te geven. In beide scenario’s kan alleen een dagvaarding als getuige een daadwerkelijke vrijgeleide garanderen, omdat daarmee een verdragsrechtelijk verbod op aanhouding ontstaat dat zwaarder mag wegen dan andere verdragsrechtelijke plichten tot aanhouding. In de Bouterse-zaak is daarom tot aan de Hoge Raad uitgeprocedeerd dat er geen vrijgeleide kan worden verleend om als verdachte ter zitting te komen verklaren.

Wij bespreken dit nu al, omdat de voortgang van dit proces vraagt om een verre blik vooruit. Het staat Pulatov volledig vrij om zich op zijn zwijgrecht te blijven beroepen of pas in een latere fase een verklaring af te leggen. Wat wij alleen willen voorkomen is dat wij in juni moeten vaststellen dat een effectieve regiezitting niet mogelijk is, omdat Pulatov eerst nog door een Nederlandse rechter moet worden gehoord. En dat het vanaf dat moment weer maanden duurt, voordat dat verhoor georganiseerd kan worden. Zowel voor de dagvaarding om als getuige ter zitting of door de rechter-commissaris te worden gehoord, als voor verhoor door de rechter-commissaris in de Russische Federatie is immers een rechtshulpverzoek nodig dat maanden van tevoren moet worden verstuurd.

Als het de wens is van Pulatov om al vóór een regiezitting te verklaren tegenover een Nederlandse rechter, kunnen we dat nu in gang zetten. Dan kunnen we alvast de voorbereidingen treffen voor een verhoor waarvan Pulatov pas later beslist of dat wel of niet doorgang moet vinden. Als de rechter-commissaris in uw opdracht een rechtshulpverzoek doet aan de Russische Federatie om Pulatov daar te mogen horen in de tweede helft van mei, zodat er genoeg voorbereidingstijd is voor dat verhoor, kan dat verhoor tot in de eerste helft van mei nog worden afgezegd door de verdediging. Als Pulatov wordt gedagvaard om eind mei bij de rechter-commissaris in Nederland of op een van de eerste zittingsdagen in juni hier ter zitting als getuige gehoord te worden (waarbij hij desgewenst ook als verdachte een verklaring kan afleggen), kan Pulatov zelf beslissen of hij aan die dagvaarding gehoor geeft. Als hij dan beslist om niet te verschijnen heeft dat voor hem geen nadelige consequenties.[14] Wij kunnen dus nu de gelegenheid scheppen voor een verhoor dat pas maanden later zal plaatsvinden. Dat geeft de verdediging een ruime voorbereidingstijd, is tegelijk nog op tijd voor de regiezitting in juni en laat Pulatov volledige vrijheid om uiteindelijk wel of niet een verklaring af te leggen. Wij horen graag van de verdediging of Pulatov van die mogelijkheden gebruik wil maken. Als de verdediging dat niet wil, hoort daar de consequentie bij dat in juni onderzoekswensen worden besproken en regie wordt gevoerd zonder een voorafgaande verklaring van Pulatov. Nu is het moment om die keuze te maken.

Natuurlijk is een verhoor van Pulatov door de rechter-commissaris of hier op zitting alleen zinvol als hij van plan is om een inhoudelijke verklaring af te leggen. Anders is er geen reden om hem in persoon te horen. Er zijn immers andere en efficiëntere manieren om een eigen standpunt over te brengen met bijstand van zijn Nederlandse advocaten. Te denken valt aan een door de verdediging zelf opgenomen verklaring van Pulatov, op video of schriftelijk en door hem ondertekend. Wij gaan er dan ook van uit dat de verdediging alleen zal aansturen op een verhoor van Pulatov als hij niet alleen bereid is een inhoudelijke verklaring af te leggen, maar daarbij ook vragen wil beantwoorden. Als dat zo is, en Pulatov zich in Nederland tegenover een Nederlandse rechter vrijer voelt om te verklaren dan in de Russische Federatie tegenover de Russische autoriteiten, is de waarheidsvinding gediend bij een verhoor van Pulatov in Nederland.

Voor sommigen kan het pijnlijk zijn om een internationaal gesignaleerde verdachte van een zo ernstig misdrijf in Nederland te zien verklaren en weer als vrij man de zaal te zien verlaten. Toch kan dat in het belang van een goede rechtsgang de beste optie zijn. Daarbij moet ook bedacht worden dat Pulatov onschuldig is, totdat uw rechtbank anders oordeelt.

Op een aantal deelonderwerpen ligt het in elk geval op de weg van de verdediging om nu zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over het standpunt van Pulatov. Hij weet al vanaf juni 2019 van de beschuldiging in deze zaak en beschikt vanaf oktober 2019 over juridische bijstand in de Russische Federatie. Op losse punten, waarvoor hij het volledige procesdossier niet hoeft te kennen, mag van hem al eerder een reactie worden gevraagd. Dat is in het belang van een doelmatige rechtsgang en van hemzelf.

Als Pulatov meent dat hij aanspraak kan maken op enige vorm van immuniteit, bijvoorbeeld, ligt het in de rede dat wij dat nu zo snel mogelijk van hem horen. Die vraag is niet verbonden met de inhoud van het dossier en een positief antwoord is in zijn eigen belang.

Als Pulatov meent dat tapgesprekken die hij zelf heeft gevoerd gemanipuleerd zijn, ligt het evengoed in de rede dat hij dat snel concreet maakt. Dan kan dit tijdig worden onderzocht. Ook dat is in zijn eigen belang. De verdediging beschikt over de audiobestanden van relevante gesprekken waaraan Pulatov deelneemt, met vertalingen in het Engels en in het Nederlands. Dat geeft alle mogelijkheid voor een tijdige en concrete reactie van Pulatov op die gesprekken. Wij nodigen de verdediging uit om die reactie snel te geven.

Op andere punten begrijpen wij dat de verdediging meer tijd nodig heeft om een standpunt te bepalen.

Los van een eventueel verhoor op zitting vernemen wij graag op een later moment of Pulatov nog inhoudelijk zal reageren, of dat hij zich op zijn zwijgrecht blijft beroepen. Als hij tot een inhoudelijke betwisting komt van zijn betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten, vernemen wij graag tijdig voor de regiezitting in juni waar hij op 17 juli 2014 was en wat hij in de periode van 8 juni tot en met 18 juli 2014 zelf heeft gezien en gehoord met betrekking tot die feiten. Zijn verklaring kan immers relevant zijn voor de beoordeling welk nader onderzoek er nog moet plaatsvinden en welk onderzoek overbodig is.

Girkin
Verdachte Girkin is hier niet aanwezig, maar uit zijn interviews en sociale mediaberichten weten we dat hij zijn eigen zaak nauwlettend volgt. Daarom willen wij hem uitnodigen om één concrete vraag te beantwoorden. Deze vraag ziet op de verklaring die Girkin in februari 2015 als getuige heeft afgelegd tegenover de Russische autoriteiten en door de Russische autoriteiten is verstrekt. In dat verhoor zegt Girkin het volgende:

“Op 17 juli 2014, omstreeks 16:30 uur Moskouse tijd heeft de commandant van een volksstrijderseenheid met de alias ‘Kep’ - op dit moment plaatsvervangend minister van Defensie van de Volksrepubliek Donetsk; zijn personalia weet ik niet mij te herinneren omdat wij elkaar met aliassen aanspraken - gerapporteerd over het treffen door de luchtverdediging van één van de twee vliegtuigen SU-25 van de Oekraïense luchtmacht. Dat gebeurde in het gebied ten noorden van de woonplaats Snezhnoye. […] Ongeveer een uur na de rapportage over het treffen van het gevechtsvliegtuig SU-25, dat wil zeggen omstreeks 17:30 uur, kreeg ik een bericht uit de woonplaats Gorlovka, Oekraïne, dat er in de directe nabijheid van de voornoemde plaats een onbekend vliegtuig was neergestort.”

Hier verklaart Girkin dus tegenover de Russische autoriteiten dat hij op 17 juli 2014 ongeveer tien minuten na het neerschieten van vlucht MH17 werd geïnformeerd dat ’de luchtverdediging’ een vliegtuig had neergeschoten. Het is inmiddels algemeen bekend dat er in de middag van 17 juli 2014 in Oekraïne maar één vliegtuig is neergeschoten. Sinds 17 juli 2014 zijn er geen wrakstukken gevonden van een gevechtsvliegtuig. Volgens de radargegevens was er geen ander vliegtuig in de buurt van MH17. Met de kennis van nu schreeuwt deze verklaring om een nadere uitleg over welk neergeschoten vliegtuig Girkin hier nu spreekt. Wij nodigen Girkin van harte uit om die uitleg te geven.

Dubinskiy
Ook Dubinskiy heeft veel uit te leggen. Laten wij één concreet voorbeeld benoemen: in het dossier bevinden zich tapgesprekken uit september en oktober 2014 waarin Dubinskiy onderhandelt met een bekende van hem aan Oekraïense zijde over een gevangenenruil. Zo dringt Dubinskiy in één van die gesprekken aan op de vrijlating van Russische leden van de motorbende Night Wolves die door Oekraïne gevangen zijn genomen. De gesprekspartner van Dubinskiy heeft als getuige bevestigd deze gesprekken met Dubinskiy te hebben gevoerd. In een van die gesprekken, op 27 september 2014, krijgt Dubinskiy te horen dat hij in verband wordt gebracht met de ‘Boeing’, oftewel vlucht MH17. Dit gesprek vindt plaats nadat de Oekraïense autoriteiten in de maanden ervoor verschillende tapgesprekken van Dubinskiy in relatie tot de Buk-TELAR publiek hebben gemaakt. In reactie op de mededeling dat hij in verband wordt gebracht met de Boeing zegt Dubinskiy:

“When the toy was being moved around, got it. I mean the one, which was moved across the Republic's area. Yes. It really features my voice. But it does not mean that someone was shooting down.”

Dubinskiy lijkt hier dus te bevestigen dat zijn stem inderdaad te horen is in die gesprekken over de Buk. Daarin spreekt hij over ‘speelgoed’ dat in zijn omgeving verplaatst werd in relatie tot het neerschieten van MH17. In een interview met de BBC in juni 2019 zegt Dubinskiy dan weer dat hij als hoofd van een contraspionagedienst niet belast was met het vervoer of de inzet van een Buk wapensysteem. Als Dubinskiy nog wil uitleggen hoe we die twee verklaringen in relatie tot MH17 met elkaar moeten rijmen, heeft hij nu nog de kans om dat te doen.

Kharchenko
Van Kharchenko hebben wij voor het laatst vernomen in een video die op 19 en 20 december 2019 op internet is geplaatst. In die video trekt de presentator de resultaten van het JIT-onderzoek in twijfel. Volgens hem is er sprake een zorgvuldig voorbereide provocatie van de veiligheidsdiensten van andere staten. Er zou geen Buk-raket zijn afgeschoten vanuit het gebied onder controle van de DPR. Daarbij verwijst de presentator naar interviews met verschillende DPR-strijders, waaronder Kharchenko. In zijn video-interview verklaart Kharchenko dat hij in vijf jaar oorlog nooit een Buk heeft gezien op het grondgebied van de DPR. Het dossier bevat objectief forensisch bewijs dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanuit een gebied dat onder controle stond van de DPR. Daarnaast bevat het dossier een ruime hoeveelheid tapgesprekken en andere telecomgegevens waaruit volgt dat Kharchenko direct betrokken was bij de inzet van een Buk-systeem in DPR-gebied. Ook dit vraagt om uitleg. Als Kharchenko die uitleg op video kan geven, moet hij dat nu doen.

Belang voortgang onderzoek ter zitting
In dit proces zal een balans gevonden moeten worden tussen verschillende belangen. In de eerste plaats is duidelijk dat aan de verdediging nu de nodige tijd geboden moet worden om het dossier te bestuderen, een procespositie te bepalen en de inhoudelijke behandeling voor te bereiden. In een zorgvuldig strafproces moet de verdachte voldoende gelegenheid krijgen om zijn verdediging voor te bereiden en te voeren. Dat is niet alleen in zijn eigen belang, maar in het belang van ons allemaal: het is een zwaarwegende bijdrage aan de kwaliteit van het strafproces en de legitimiteit van de uitkomst daarvan.

Anderzijds is het ook noodzakelijk om de voortgang van dit proces zo goed mogelijk te bewaken. Dat is nodig voor de nabestaanden en het maatschappelijk belang bij een goede en efficiënte rechtspleging. Voortgang is belangrijk voor de nabestaanden, omdat zij niet langer moeten worden belast dan strikt noodzakelijk is. Zij hebben recht op tijdig uitsluitsel over wat er met hun geliefden is gebeurd. Bovendien is dit proces, en alle publieke aandacht die het krijgt, voor veel nabestaanden een pijnlijke confrontatie met hun verlies. Zoals een nabestaande het stelt: “daarmee ga je weer terug in de tijd, je begint weer van voor af aan”. Dit proces verlengt de “martelgang” die deze vader sinds 17 juli 2014 doormaakt.[15] Voortgang is ook belangrijk voor de kwaliteit van het proces, omdat tijdsverloop de waarheidsvinding doorgaans bemoeilijkt. Het is ook van belang voor de vele getuigen in dit proces die zich begrijpelijke zorgen maken over hun veiligheid. Zij hebben er recht op dat zij hun plichten als getuigen zo snel mogelijk kunnen vervullen, zodat zij daarna weer verder kunnen met hun leven zonder de zorgen en complicaties die hun positie als getuige nu met zich meebrengt.

Uw rechtbank heeft medegedeeld dat in juni de onderzoekswensen van de verdediging en het OM op zitting kunnen worden besproken. In een strafzaak van deze aard en omvang ligt het in de verwachting dat op een later moment, bijvoorbeeld in het najaar, een tweede regieronde volgt waar de balans kan worden opgemaakt van het onderzoek dat in de tussentijd door de rechter-commissaris is verricht, voordat de inhoudelijke behandeling van de zaak aanvangt. Om de komende tijd zo efficiënt mogelijk te benutten lijkt het ons verstandig om - zoals gebruikelijk in zaken van deze omvang - de rechter-commissaris in staat te stellen tussen zittingen door de voortgang te bewaken en te beslissen op een door uw rechtbank af te bakenen categorie verzoeken die al voor een regiezitting gedaan kunnen worden.

Het valt te verwachten dat de rechter-commissaris voor veel uit te voeren onderzoekshandelingen geruime voorbereidingstijd nodig zal hebben om betrokken autoriteiten van andere landen aan te zoeken en op een zorgvuldige wijze een veilige uitvoeringswijze te verkennen. Eventueel nader onderzoek door deskundigen, bijvoorbeeld naar de authenticiteit van beeldmateriaal of tapgesprekken, vraagt doorgaans ook vele maanden. Dat maakt het noodzakelijk de rechter-commissaris steeds zo vroeg mogelijk in staat te stellen de benodigde werkzaamheden uit te voeren. Daarom zullen wij ook vandaag al enkele vorderingen doen om getuigen te horen waarop wat ons betreft nu al besloten kan worden. Dat betekent niet dat die verhoren ook meteen volgende week plaatsvinden. Bij toewijzing kan uw rechtbank bijvoorbeeld bepalen dat uitvoering pas zal plaatsvinden na de laatste zittingsdag in juni, om de verdediging voldoende voorbereidingstijd te gunnen. Toewijzing nu, in maart, betekent echter wel dat de rechter-commissaris de voorbereidingen kan treffen die getuigenverhoren in bijvoorbeeld juli of augustus mogelijk maken. Zou u uw beslissing uitstellen tot eind juni dan is er gerede kans dat uitvoering niet lukt voor september en verliezen we kostbare maanden in dit proces. Bovendien krijgt de rechter-commissaris dan te maken met een onnodige stapeling van opdrachten tot nader onderzoek omdat verwacht kan worden dat de verdediging in juni de nodige onderzoekswensen zal formuleren. Het dient dus de voortgang van het proces om nu te beslissen over nader onderzoek waar dat mogelijk is.

Voetnoten
[1] ICTY Appeals Chamber 23 oktober 2001, Kupreskic et al., Judgement, § 334 en verwijzingen daar; zie ook ECLI:NL:RBDHA:2017:14782 en verwijzingen daar.

[2] Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights 15 July 2014, Report on the human rights situation in Ukraine, p. 3, 7.

[3] Zie A/HRC/40/59/Add.3, § 96-102.

[4] BBC, Russia 'behind Chechen murder', 30 juni 2014, beschikbaar op news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3852697.stm.

[5] Sir Robert Owen, The Litvinenko Inquiry Report into the death of Alexander Litvinenko, januari 2016, beschikbaar op webarchive.nationalarchives.gov.uk/20160613090324/https://www.litvinenkoinquiry.org/report; BBC, Litvinenko inquiry: Key findings, 21 januari 2016, beschikbaar op bbc.com/news/uk-35371344; BBC, Salisbury Novichok poisoning: Russian nationals named as suspects, 5 september 2018, beschikbaar op bbc.com/news/uk-45421445.

[6] BBC, Berlin murder: Germany expels two Russian diplomats, 4 december 2019, beschikbaar op bbc.com/news/world-europe-50659179; Spiegel International, Putin's Killers in Europe - How Russian Agents Hunt Down Kremlin Opponents, 9 december 2019, beschikbaar op spiegel.de/international/world/how-russian-agents-hunt-down-kremlin-opponents-in-europe-a-1300091.html.

[7] RadioFreeEurope/RadioLiberty, Report: Turkey Swapped Two Alleged Russian Spies For Crimean Tartar Leaders, 29 november 2017, beschikbaar op rferl.org/a/report-turkey-swapped-two-alleged-russian-spies-for-crimean-tatar-leaders/28886977.html.

[8] RadioFreeEurope/RadioLiberty, Bulgaria Charges Three Russians In Absentia Over Attempted Murders In 2015, 23 januari 2020, beschikbaar op rferl.org/a/bulgaria-charges-three-russians-gebrev-poisoning-in-absentia/30393608.html.

[9] Ministerie van Defensie, Verklaring over de verstoring van een cyberoperatie van de GRU door de MIVD op 4 oktober 2018 in Den Haag, 4 oktober 2018, beschikbaar op defensie.nl/downloads/publicaties/2018/10/04/statements-over-de-verstoring-cyberoperatie-gru-door-de-mivd-op-4-oktober-2018, p. 1.

[10] Zie bijvoorbeeld Hof Den Haag 18 juni 2009, ECLI:NL:GHSGR:2009:BI8685 (“Het hof is met de rechtbank van oordeel dat in het algemeen heeft te gelden dat een niet tijdig ingrijpen van de politie, waardoor schade die door de verdachte is toegebracht is opgelopen, niet leidt tot strafvermindering, nu die schade niet door de gestelde nalatigheid van de politie is veroorzaakt maar door het onrechtmatig handelen van de verdachte. […] Bovendien zijn het niet de belangen van verdachte die worden geschaad door een mogelijk niet tijdig ingrijpen van de politie, maar hooguit die van het slachtoffer. De vraag in hoeverre de politie in casu adequaat heeft gehandeld dient dan ook bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte en bij de straftoemeting buiten beschouwing te blijven.”).

[11] Zie o.a. rechtbank Rotterdam 22 februari 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:1574 (“Een inhoudelijke verklaring van de verdachte over hetgeen hem wordt verweten is geen absolute voorwaarde. Wel kan het voor de rechter(s) die moeten beslissen over onderzoekswensen door het afleggen van een dergelijke verklaring duidelijk worden dát, en waarom, het horen van een getuige of andere onderzoekshandeling redelijkerwijs van belang is voor een (of meer) van de beslissingen in de art. 348 en 350 Sv. Het niet (willen) afleggen van een dergelijke verklaring kan er dan ook toe leiden dat in het dossier noodzakelijke (nadere) informatie ontbreekt om de betekenis van het horen van de verzochte getuige voor de beantwoording van de vragen van art 348 en 350 Sv voldoende te onderbouwen. Het risico daarvoor ligt op dit punt bij de verdediging.”); rechtbank Rotterdam 28 november 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:10294 (“(…) kan een middellijke betwisting door de advocaat niet volstaan om onderzoekswensen van de verdachte te onderbouwen.”); rechtbank Gelderland 23 maart 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1646 (“Bezien in het licht van de bovenstaande Europese Jurisprudentie mogen aan verzoeken tot het horen van getuigen a decharge (witness for the defence) dus zwaardere motiveringseisen gesteld worden dan bij verzoeken tot het horen van belastende getuigen. Bij de beoordeling mag de “sole and decisive” regel, en ook “the proper administration of justice” een rol spelen. De proceshouding van verdachte kan daarbij behulpzaam zijn, als het gaat om (het begrip van) een alternatief scenario. Een zwijgende verdachte schetst immers geen scenario dat nader onderzoek verdient.”); rechtbank Den Haag 23 april 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ8217.

[12] Art. 131a Sv jo. Besluit videoconferentie art. 2 lid 1 sub d.

[13] Zie hof Den Haag 10 december 1999, ECLI:NL:GHSGR:1999:AA5285; hof Den Haag 30 juni 2000, ECLI:NL:GHSGR:2000:AA6305; Trouw, Vrijgeleide voor Bouterse juridisch mogelijk, 13 augustus 1997, beschikbaar op trouw.nl/cs-b1c4fa89.

[14] Zie artikel 8 Europees rechtshulpverdrag.

[15] nos.nl/l/m/2326254.

11

Summary of the Day in Court, 10 March 2020
In the press centre of the Judicial Complex Schiphol, Judicial Spokespeople Marije Knijff and Paul Rouwen took stock of the second day of the MH17 trial.

Today the prosecution reported on the current status of the investigation and shared their views on how they suggest the proceedings progress.

Requests
The prosecution presented various requests, on which the court must now rule. A number of the requests concerned additional investigative steps, for example inspection of the reconstruction of the airplane. The prosecution requested that the investigating judges question additional witnesses and investigate the possible manipulation of images by the Russian Federation. Furthermore, a number of other requests were put to the court for its decision, notably with regard
to the next steps in the proceedings.

Counsel
Counsel for the Russian accused who was chosen to be represented was also given the floor and requested that an interpreter be provided for the Russian counsel. In response to the requests made by the prosecution, counsel stated that the investigation was extensive and complex and that they had only recently received the case file. They said that, given that fact, they were not yet in a position to present a defence or to respond to the substance of the requests made by the prosecution.

Relatives
Counsel for the relatives were also given the floor today. They would like to be involved in planning the next steps in the trial. The presiding judge stated that, naturally, their wishes would be taken into account. In addition, counsel for the relatives requested the case file.

Looking ahead
The hearing will resume on 23 March 2020, the first day in the second week set aside for these proceedings. We will then hear what decisions the court has taken. Other topics may also be raised. On that day, the court will also consider whether, and if so, on which days, the court will sit that week.

10/03/2020 19:17

12

Начались перестройки... Вчерашнее уже 404, теперь  2 части, предыдущее удалять не буду.
https://www.om.nl/onderwerpen/mh17-vlie … -10-3-2020
Разъяснение состояния дел в отношении расследования и позиции хода процесса - часть 1 (10-3-2020)
Uitgesproken door de officieren van justitie op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag.

Wij zullen nu toelichten wat de stand van zaken is in het onderzoek en hoe het Openbaar Ministerie (OM) het vervolg van dit proces voor zich ziet. Eerst zullen wij de stand van zaken van het onderzoek bespreken. Daarbij zullen wij enkele specifieke kenmerken van het onderzoek benoemen, die van belang zijn voor een goed begrip van het dossier en ook voor het verdere verloop van dit proces. Verder zullen wij u informeren over enkele, laatste onderzoekshandelingen die nog moeten worden afgerond en stilstaan bij de mogelijkheid dat zich in de loop van dit proces nog nieuwe informatie zal aandienen uit andere hoek, zoals lopende staatsaansprakelijkheidsprocedures.

Daarna zullen wij stilstaan bij de wederhoor die wij hebben toegepast bij de vier verdachten. Voor Pulatov zullen wij het belang benadrukken dat hij tijdig een standpunt in deze zaak bepaalt en de mogelijkheid bespreken van zijn verhoor door een Nederlandse rechter.

Vervolgens zullen wij het belang van de voortgang benoemen en stilstaan bij de mogelijkheden om nu al bepaalde onderzoekshandelingen in gang te zetten, zoals het horen van een beperkt aantal getuigen, deskundig onderzoek naar beweerdelijke manipulatie van beeldmateriaal en telecomgegevens en een schouw van de reconstructie van het MH17-toestel. Om verschillende redenen kunnen wij nu nog geen definitief standpunt innemen over wat nodig is voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. In de eerste plaats omdat uw rechtbank, de verdediging en het OM nog niet beschikken over de door de rechter-commissaris afgenomen verhoren van de meeste bedreigde getuigen. De rechter-commissaris kon deze verklaringen nog niet aan ons verstrekken, omdat Pulatov eind januari in beroep is gegaan tegen de beslissing van de rechter-commissaris om deze getuigen als bedreigde getuigen aan te merken en hun identiteitsgegevens af te schermen. Op dat beroep moet nog beslist worden. In de tweede plaats moet nog duidelijk worden wat Pulatov op de beschuldiging te zeggen heeft, welk bewijs hij betwist en wat hij in zijn verdediging wil aanvoeren. Dan kan vastgesteld worden over welke vervolgstappen de verdediging en het OM het eens zijn en op welke punten we van mening verschillen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vragen welke getuigen er nader gehoord moeten worden en of er op specifieke punten nader onderzoek moet worden gedaan. Deze vooruitblik heeft dus noodzakelijkerwijs een beperkt en voorlopig karakter. Wel kunnen wij nu al verschillende onderwerpen voorleggen die van belang zijn voor een zorgvuldig en efficiënt verloop van dit proces.

Na de bespreking van het nader onderzoek zullen wij enkele specifieke procedurele kwesties in de zaak van Pulatov benoemen: inzage van zijn raadslieden in stukken die niet in het procesdossier zitten en Russische vertalingen van processtukken. In belang van de voortgang van de zaak zullen wij u vragen om de regie hierover in de perioden tussen de zittingen aan de rechter-commissaris over te dragen.

Daarna staan wij stil bij de rechten van de nabestaanden in dit proces en de momenten waarop die kunnen worden uitgeoefend. Daarbij zullen wij een eerste inventarisatie geven van het aantal nabestaanden dat gebruik wil maken van het spreekrecht en het recht om schadevergoeding te vorderen.

Wij sluiten af met een vooruitblik op de inhoudelijke behandeling. Daarbij zullen wij het voorstel doen om de inhoudelijke bespreking van het dossier in verschillende fasen te laten plaatsvinden. Als de verdediging van Pulatov met het OM van mening is dat bepaalde alternatieve scenario’s, zoals een explosie van binnenuit en het neerschieten van MH17 door een gevechtsvliegtuig, kunnen worden uitgesloten, dan zouden deze al tijdens de regiefase in juni of op een daaropvolgend moment inhoudelijk kunnen worden besproken. Niet alleen in de zaak van Pulatov, maar ook in die van de andere verdachten. Datzelfde geldt voor de bespreking van technische onderwerpen die niet zien op de betrokkenheid van verdachten, zoals het forensisch onderzoek of het onderzoek naar radargegevens. Zo’n gefaseerde aanpak van de inhoudelijke bespreking van het dossier ter zitting verdiept het debat tussen het OM en de verdediging, maakt de zitting begrijpelijker voor nabestaanden en publiek, dient hun recht op informatie over het onderzoek en zorgt ervoor dat de belangrijkste vragen in dit proces de tijd en aandacht krijgen Stand van zaken onderzoek
Eerst zullen wij uw rechtbank informeren over de stand van het onderzoek. Dat zullen wij in drie stappen doen. Vooraf zullen wij een aantal specifieke kenmerken van dit onderzoek benoemen. Daarna bespreken we de afronding het dossier en tot slot benoemen we mogelijkheden dat zich nog nieuwe informatie zal aandienen, die alsnog aan het dossier moet worden toegevoegd.

Kenmerken onderzoek
In belang van de regie willen we eerst stilstaan bij vier kenmerken van dit onderzoek: de internationale samenwerking in het Joint Investigation Team, de validatie van de onderzoeksresultaten, het onderzoek naar alternatieve scenario’s en de veiligheid van getuigen. Op die punten zullen wij nog terugkomen bij de bespreking van onze vorderingen tot nader onderzoek en onze vooruitblik op het onderzoek ter zitting.

Joint Investigation Team

Het onderzoek naar het neerstorten van vlucht MH17 is uitgevoerd door een samengesteld internationaal onderzoeksteam: een Joint Investigation Team, oftewel een JIT. Dat komt omdat de ramp op 17 juli 2014 veel verschillende landen heeft getroffen. Vlucht MH17 werd uitgevoerd door een Maleisische luchtvaartmaatschappij (Malaysia Airlines) met een Maleisische bemanning die van Schiphol naar Kuala Lumpur (Maleisië) zou vliegen. Het vliegtuig is op Oekraïens grondgebied neergestort. Een groot aantal slachtoffers kwam uit Nederland, Maleisië en Australië. Ook andere landen, waaronder België, hadden slachtoffers te betreuren.

Na het neerstorten van vlucht MH17 in Oost-Oekraïne zijn onder meer in Nederland, Australië, België, Maleisië en Oekraïne strafrechtelijke opsporingsonderzoeken begonnen. Deze onderzoeken richtten zich op het achterhalen van de verantwoordelijken voor het neerhalen van vlucht MH17. Uiteindelijk zijn deze landen samen gaan werken in een JIT.

Een JIT is een efficiënte vorm van internationale samenwerking als in verschillende landen tegelijkertijd onderzoeken worden uitgevoerd naar dezelfde strafbare feiten. Een JIT stelt de betrokken landen in staat hun werk te coördineren, gezamenlijk uit te voeren waar dat efficiënt is, en zonder onnodige bureaucratie informatie en bewijs uit te wisselen.

Een JIT komt niet in de plaats van de verschillende nationale onderzoeken, maar vormt als het ware de kern van de gezamenlijke onderzoeken. Binnen die kern kan het werk verdeeld en gecoördineerd worden en kan informatie en bewijs worden uitgewisseld. Daarnaast behoudt ieder land de vrijheid om ook eigen onderzoek en analyse te doen.

De vijf JIT landen hebben in de oorspronkelijke JIT overeenkomst en de verlengingen daarvan vastgelegd dat zij geen informatie uit het JIT openbaar maken zonder dat eerst met elkaar te bespreken. Deze zogenoemde consultatiebepaling is een gebruikelijke voorwaarde in een JIT, omdat openbaarmaking van informatie de verschillende lopende strafrechtelijke onderzoeken zou kunnen schaden. Voordat informatie uit het JIT openbaar gemaakt mag worden, bijvoorbeeld voor een getuigenoproep, bespreken de JIT landen dat met elkaar. Alle voorstellen tot openbaarmaking die binnen het JIT zijn gedaan, zijn unaniem goedgekeurd. Er is in de hele looptijd van het JIT nooit een voorstel tot openbaarmaking afgekeurd. Er is ook nooit bezwaar gemaakt tegen de verschillende voorstellen tot openbaarmaking van informatie uit het JIT.

Tijdens het onderzoek van het JIT is in diverse media bericht dat Oekraïne als lid van het JIT een ‘vetorecht’ zou hebben, dus zou kunnen bepalen welk bewijs er in het Nederlandse procesdossier terecht zou komen- of niet. Van een dergelijk ‘vetorecht’ is nooit sprake geweest.

In de gewijzigde JIT overeenkomst van juni 2019 is bevestigd en vastgelegd dat de Nederlandse JIT teamleider beoordeelt (en beslist) welke informatie en welk bewijs dat door het JIT is verzameld in het Nederlandse procesdossier terecht komt. Het is uiteindelijk aan uw rechtbank om te bepalen of het procesdossier compleet is of nog aangevuld moet worden.

Validatie

Sinds 17 juli 2014 heeft het JIT breed en diepgravend onderzoek verricht. Er is forensisch onderzoek gedaan op de lichamen van de slachtoffers en de wrakstukken van MH17. Er zijn honderden getuigen gehoord in vele verschillende landen. Er is onderzoek gedaan naar telecommunicatie, naar satellietbeelden en radargegevens, naar foto’s en video’s en naar informatie uit open bronnen.

Vanaf het begin van het onderzoek was duidelijk dat verschillende partijen naar elkaar wijzen over de schuld voor het neerschieten van MH17. Vanaf het begin van het onderzoek was ook duidelijk dat de resultaten van dit onderzoek niet door iedereen met een open blik zouden worden ontvangen. Daarom hebben wij extra stappen gezet. Door nóg langer door te rechercheren en door al het bewijs nóg strenger te toetsen dan we in andere onderzoeken zouden doen. Dat hebben we op meerdere manieren gedaan.

In de eerste plaats hebben we langs verschillende wegen de betrouwbaarheid van individuele onderzoekresultaten getoetst.

Zo zijn Oekraïense telefoongegevens onderzocht door de inhoud, tijd- en locatiegegevens van gesprekken te verifiëren. Die verificatie vond plaats door vergelijking met andere telefoongegevens, door vergelijking met informatie uit andere bronnen en door na te gaan of gespreksdeelnemers de opgenomen gesprekken konden bevestigen. Dat laatste is in verschillende gevallen gelukt. Het JIT heeft meerdere deelnemers aan opgenomen gesprekken geïdentificeerd en als getuigen gehoord. Ook hebben verschillende gespreksdeelnemers openbaar gemaakte tapgesprekken bevestigd, bijvoorbeeld in interviews.

Verder zijn er bij telecomproviders in andere landen, zoals Spanje en Polen, telecomgegevens opgevraagd die vergeleken konden worden met de Oekraïense telecomgegevens. Zo kon gecontroleerd worden of de Oekraïense telecominformatie over internationale gesprekken feitelijk juist was. In 2015 hebben Nederlandse specialisten netwerkmetingen gedaan in Oost-Oekraïne. Dit leverde informatie op over de locaties van telefoonzendmasten in bezet gebied, die weer vergeleken kon worden met zendmastgegevens die door de Oekraïense autoriteiten waren verstrekt.

Bij de analyse van de verstrekte tapgesprekken is bewust breed gekeken, dus ook naar tapgesprekken die niet direct relevant zijn voor het bewijs. Dat leverde bevestiging op van vele details in de gesprekken. Zo voerde bijvoorbeeld verdachte Dubinskiy op 27 juli 2014 een gesprek met iemand die hem vertelde dat er een telefoontje uit Moskou was gekomen dat er een Nederlandse journalist werd vermist. In het gesprek werd ook de naam van die journalist genoemd. Enkele dagen later publiceerde deze journalist een artikel in een Nederlandse krant, waarin hij vertelde over hoe hij enige uren was vastgehouden door gewapende strijders in het gebied dat werd gecontroleerd door de groep van Dubinskiy. De journalist die in het tapgesprek met Dubinskiy werd genoemd, heeft in diezelfde tijd dus daadwerkelijk vast gezeten in Oost-Oekraïne.

Deze uitgebreide validatie van de door Oekraïne verstrekte telecomgegevens was tijdrovend, maar heeft door de omvang, onderlinge samenhang en brede analyse een solide basis opgeleverd voor de beoordeling van die gegevens door uw rechtbank.

Er is ook uitgebreid validatie onderzoek gedaan naar beeldmateriaal. Het dossier bevat verschillende foto’s en video’s van een Buk-TELAR in Oost-Oekraïne en ook meerdere foto’s van een condensspoor in de lucht dat vermoedelijk afkomstig is van de afgeschoten raket. Dat beeldmateriaal is uitvoerig onderzocht. In de eerste plaats is in alle gevallen geprobeerd de maker van het beeldmateriaal te vinden en als getuige te horen. In sommige gevallen is dat gelukt, en in andere niet. In sommige gevallen konden ook personen worden gehoord die bij de maker aanwezig waren tijdens het opnemen van het beeldmateriaal of die betrokken waren bij de verspreiding van het beeldmateriaal en daardoor de oorsprong daarvan konden bevestigen. Waar mogelijk is de betreffende camera, inclusief geheugenkaart, in beslag genomen en onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Waar zinvol heeft het NFI ook onderzocht of er aanwijzingen waren voor manipulatie van het beeldmateriaal.

Beelden zijn ook aangeboden aan het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Een deskundige van dat weerinstituut heeft onderzoek gedaan naar schaduw, licht en bewolking. Op basis daarvan werd beoordeeld of het weer op de foto of de video overeenkwam met het weerbeeld op 17 juli 2014 en wanneer deze foto of video ongeveer moet zijn opgenomen.

Verder heeft de recherche onderzocht waar het beeldmateriaal moet zijn opgenomen. Dat gebeurde door vergelijking van de kenmerken op het beeld met de omgevingskenmerken uit open bronnen, zoals Google Streetview of satellietbeelden. Van alle foto’s en video’s heeft het onderzoeksteam een geografische locatie vastgesteld.

Elk type bewijs, van video’s tot tapgesprekken en van forensische sporen tot getuigenverklaringen, is dus steeds zo nauwkeurig mogelijk gevalideerd.

Naast individuele toetsing van onderzoekresultaten, zijn al die verschillende bewijsbronnen ook weer met elkaar vergeleken en in samenhang beschreven in het procesdossier. Zo kunnen relevante verschillen en overeenkomsten worden vastgesteld. De Kamer van Beroep van het Joegoslavië tribunaal noemt dit een ‘holistische benadering’:

“The Appeals Chamber has reiterated the importance of such a holistic approach to assessing credibility within its own jurisprudence. A tribunal of fact must never look at the evidence of each witness separately, as if it existed in a hermetically sealed compartment; it is the accumulation of all the evidence in the case which must be considered.”[1]

Met dat doel hebben wij een breed dossier samengesteld. Een dossier waarin onderzoekresultaten in onderlinge samenhang kunnen worden getoetst en in de juiste context kunnen worden beoordeeld. Daarom bevat het dossier bijvoorbeeld ook ruim informatie over het verloop van het gewapend conflict waarin MH17 is neergeschoten.

Deze validatie, de toetsing van bewijs op zichzelf én in samenhang met andere onderzoekresultaten, willen wij aan de hand van één voorbeeld toelichten. Dat voorbeeld geeft inzicht in de wijze waarop het onderzoek is verricht, maar helpt ook bij de beoordeling van welk nader onderzoek nog plaats moet vinden. Bij de onderbouwing van onze vorderingen tot nader onderzoek zullen wij hier op terugkomen.

Als voorbeeld nemen wij één enkele foto waarop een Buk-TELAR op een oplegger is te zien, samen met een donker busje met zwaailicht en een witte personenauto. In een latere fase van dit proces kunnen zulke beelden ook worden getoond. Nu moeten wij ons beperken tot een mondelinge bespreking.

Eerst de foto zelf. Die is in juli 2014 naar het Nederlandse onderzoeksteam gemaild. Met als onderwerp ‘Buk M Makeevka’. Van deze foto waren geen metadata bekend. Vervolgens is de authenticiteit van de foto op verschillende manieren getoetst: door deskundig beeldonderzoek van het NFI, vergelijking van de beeldkenmerken met die van Google Streetview, en een tijdsbepaling door het KNMI op basis van de schaduwval. Op basis daarvan werd geconcludeerd dat deze foto gemaakt moest zijn tussen 08:48 en 09:32 uur aan Illicha Avenue in Donetsk.

Vervolgens is foto vergeleken met ander bewijs. Zo kwamen dezelfde dieplader en donkere busje met zwaailicht terug op andere beelden. Verder sloot de foto aan bij de telecomgegevens. Daaruit bleek dat de telefoons van twee begeleiders van het Buk-transport in diezelfde periode zendmasten aanstraalden aan Illicha Avenue in Donetsk. In een tapgesprek vertelde één van deze begeleiders dat hij met de Buk en een trekker was aangekomen in Donetsk. Net als op de foto. Vervolgens zei de begeleider dat ze in de linkerbaan moesten stoppen. Dat bleek weer overeen te komen met wat verschillende getuigen hadden gezien. Zij verklaarden over een Buk-systeem op een dieplader achter een Volvo-truck, op Illicha Avenue in Donetsk. Verder merkten deze getuigen op dat die truck met dieplader daar in de linkerbaan bleef staan. Tot slot konden de eigenschappen van de foto vergeleken worden met berichten in sociale media. Daarin werd diezelfde ochtend melding gemaakt van een Buk-systeem in Donetsk.

Op deze manier is deze foto in het onderzoek gevalideerd. Eerst door de authenticiteit van de foto zelf te beoordelen. Op basis van deskundigenonderzoek en vergelijking met andere beelden van dezelfde locatie. En daarna door die foto te bekijken in samenhang met andere bewijs, zoals andere beelden van de TELAR, telecomgegevens, getuigenverklaringen en sociale mediaberichten. Een ‘holistic approach’, zoals de Kamer van Beroep van het Joegoslavië tribunaal dat noemt.

Uw rechtbank zal moeten beoordelen of de validatie van deze foto en andere relevante onderzoekresultaten volledig is of niet. Wat ons betreft is het daarbij steeds de vraag of nader onderzoek nog daadwerkelijk iets kan toevoegen aan het dossier of niet. Als nader onderzoek geen relevant verschil kan maken voor het bewijs, is er geen reden om dat in gang te zetten.

Alternatieve scenario’s

Naast de validatie van afzonderlijke bewijsbronnen, zijn deze ook in bredere scenario’s geplaatst. In elk scenario werd een andere oorzaak voor het neerstorten van MH17 benoemd. Die verschillende, elkaar uitsluitende scenario’s zijn onderzocht. Zo zijn de mogelijkheden onderzocht van een explosie van binnenuit, een aanval door een gevechtsvliegtuig (het ‘air-to-air’ scenario) en het scenario dat vlucht MH17 is neergeschoten door een grond-luchtraketsysteem, oftewel een ‘surface-to-air’ (SAM) wapen. Dat laatste scenario hebben we weer opgedeeld in twee mogelijkheden: een aanval met een Buk-systeem en een aanval met een ander type ‘surface-to-air’ systeem. Voor de aanval met een Buk hebben we dan weer de verschillende scenario’s onderzocht dat deze is afgeschoten vanuit gebied onder controle van Oekraïne of vanuit gebied onder controle van DPR-strijders. Na meer dan vijf jaar onderzoek naar al die verschillende mogelijkheden is alleen dat laatste scenario overeind gebleven. Alle alternatieven kunnen volgens het OM worden uitgesloten.

Tegelijkertijd heeft het onderzoek juist bewijs opgeleverd voor het scenario dat vlucht MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanuit een landbouwveld bij Pervomaiskyi. Er is forensisch bewijs voor een Buk-raket, dat weer heeft geleid tot specifieke conclusies van deskundigen over het gebied waaruit die raket moet zijn afgeschoten. Er zijn foto’s, video’s, afgeluisterde telefoongesprekken en gespreks- en zendmastgegevens verzameld die in dezelfde richting wijzen. Er zijn ooggetuigen die verklaringen hebben afgelegd over de aanvoer van de Buk-TELAR, over de afvuur van de raket, en ook weer over de afvoer van de Buk-TELAR terug naar de Russische Federatie. Daarom staat dat laatste scenario nu in de tenlastelegging.

Ook bij nader onderzoek naar alternatieve scenario’s, moet bezien worden of dat daadwerkelijk iets kan toevoegen of niet. Zo zal een nieuwe getuige die verklaart dat MH17 is neergeschoten met een gevechtsvliegtuig niets toevoegen aan soortgelijke verklaringen van andere getuigen die al in het dossier zitten. De relevantie van die verklaring zit hem immers niet in de hoeveelheid getuigen die verklaren dat zij hetzelfde hebben gezien, maar in het vermogen van die verklaringen om bewijs voor het tegendeel te ontkrachten. Denk aan objectief bewijs zoals primaire radarbeelden, waarop geen gevechtsvliegtuig te zien is of forensisch bewijs voor het neerschieten met een Buk-raket. Als een getuigenverklaring daar niets aan kan afdoen, voegt een nieuw verhoor op dit punt niets meer toe aan wat er al in het dossier is opgenomen.

Veiligheid getuigen

In het contact met getuigen is zo veilig mogelijk gewerkt. In dit onderzoek is namelijk sprake van een reëel veiligheidsrisico voor getuigen. Om dat risico zo veel mogelijk te beperken heeft de rechter-commissaris besloten dat van tientallen getuigen de identiteit moet worden afgeschermd. Een kleiner aantal is als bedreigde getuige gehoord. Op die manier hebben zij een verklaring kunnen afleggen zonder onverantwoorde risico’s te lopen. Dat geldt niet voor alle getuigen. Of er reden is voor afscherming van de identiteit, hangt bijvoorbeeld af van waar de getuige woont en of zijn verklaring aansluit bij de positie van de gewapende groep of regering die zeggenschap heeft in het gebied waar de getuige verblijft. Een getuige die verklaart dat Oekraïne achter de aanslag op MH17 zit, heeft in de Russische Federatie bijvoorbeeld weinig te vrezen.

Het risico voor getuigen moet ook bij het vervolg van deze zaak nadrukkelijk worden meegewogen. Dat risico geldt bij uitstek voor getuigen die woonachtig zijn of familie hebben in de gebieden in Oost-Oekraïne die bezet zijn door gewapende groepen. Vele neutrale internationale organisaties en journalisten constateren dat de DPR in het gebied onder zijn controle een schrikbewind voert waar niemand veilig is. Zo schrijft de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties op 15 juli 2014, twee dagen voordat MH17 werd neergeschoten, dat in Oost-Oekraïne de ‘rule of law’ niet langer bestaat en is vervangen door de ‘rule of violence’. En verder, over de gewapende groepen in Oost-Oekraïne:

“The armed groups fighting in the east must abide by international law but unfortunately this has not been the case. Grave human rights abuses have been committed by those armed groups. And it must be remembered that these groups have taken control of Ukrainian territory and inflicted on the populations a reign of intimidation and terror to maintain their position of control.”[2]

Die dreiging is nog steeds aanwezig. Zo beschrijft de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties inzake Foltering in 2019 willekeurige vrijheidsberoving, geweld en foltering door de machthebbers in Donetsk.[3]

Het hoeft dus niet te verbazen dat vele getuigen in het JIT-onderzoek hebben aangegeven bezorgd te zijn over hun veiligheid. Getuige V7 verklaart bijvoorbeeld: “Ik wil graag anoniem blijven. Ik vrees voor mijn veiligheid en ik ben bang dat er mogelijk represailles tegen mij worden genomen, omdat ik een verklaring afleg.” Eén van de personen die de Buk-TELAR heeft gefilmd in Oost- Oekraïne, heeft per email aan het onderzoeksteam laten weten dat hij tot twee keer is bezocht door gewapende mensen. Daarna is de filmer gevlucht.

Ook de dreiging van de Russische Federatie in dit onderzoek moet niet worden onderschat. Getuige S24 verklaart angst te hebben voor represailles van de Russische Federatie. S24 vertelt bang te zijn dat hij geliquideerd wordt, om te voorkomen dat de waarheid naar boven komt. Getuige V9 zegt: “Mijn verklaring mag wat mij betreft gebruikt worden, zoals die het best gebruikt kan worden, maar dan zonder mijn naam daarboven. Ik wil namelijk niet dat de autoriteiten in bijvoorbeeld Oekraïne of Rusland te weten komen wie deze verklaring heeft afgelegd. Als mijn naam wel bekend wordt, kan ik problemen krijgen. Ik bedoel daarmee te zeggen dat ik kan worden opgepakt door Speciale Russische Diensten. Ik heb gezien dat in de DNR mensen werden gevangen genomen. Ik loop nu al een risico, maar ik vind het mijn plicht om mijn verhaal te doen.” Deze getuigen, en meerdere anderen, hebben aangegeven dat zij dreiging ervaren en daarom anoniem willen getuigen. De rechter-commissaris heeft de risico’s voor deze getuigen beoordeeld en beslist dat hun identiteit inderdaad afgeschermd moeten blijven.

De zorgen van deze getuigen zijn goed te begrijpen. In 2004 werden al enkele Russische diplomaten in Qatar veroordeeld voor een moord met een autobom die volgens de rechtbank gepleegd was in opdracht van de Russische autoriteiten.[4] In de afgelopen jaren zijn meerdere Russische burgers aangeklaagd voor moorden of pogingen tot moord in Groot-Brittannië[5], Duitsland [6], Turkije[7] en Bulgarije. [8] In al deze gevallen zijn de autoriteiten van die landen na onderzoek tot de uitdrukkelijke conclusie gekomen dat de Russische overheid verantwoordelijk was voor deze levensdelicten. In de meeste gevallen hebben die autoriteiten ook bekend gemaakt dat zij specifiek de Russische veiligheidsdiensten GRU of FSB verantwoordelijk houden. Let wel: we noemen hier alleen de gevallen waarin autoriteiten van andere landen na onderzoek naar moorden in die andere landen de zojuist genoemde conclusies hebben getrokken. Het resultaat is een verontrustend patroon van vastgestelde actieve betrokkenheid van Russische veiligheidsdiensten, en specifiek de GRU en de FSB, bij moorden in andere landen.

Het onderzoek van het JIT heeft duidelijke aanwijzingen opgeleverd dat diezelfde Russische veiligheidsdiensten FSB en GRU ook nauw betrokken zijn bij het gewapend conflict in Oekraïne. In het dossier bevinden zich tapgesprekken over verschillende vormen van betrokkenheid van de GRU en de FSB bij de gewapende strijd in Oost-Oekraïne. Ook bevinden zich in het dossier meerdere in Oekraïne afgeluisterde gesprekken uit juli 2014 waarin leden van gewapende groepen in Oost-Oekraïne met elkaar spreken over “groen licht uit Moskou om iemand te executeren” en “een bevel uit Moskou om iemand neer te schieten”. Getuige M58 heeft verklaard dat op de afvuurlocatie Russische militairen bij de Buk-TELAR waren, waarvan de aanwezige DPR-strijders zeiden dat deze van de FSB waren.

Er zijn verder duidelijke aanwijzingen dat Russische veiligheidsdiensten actief proberen waarheidsvinding naar het neerschieten van vlucht MH17 te verstoren. De Britse en Nederlandse autoriteiten hebben vastgesteld dat Russische GRU-agenten betrokken zijn geweest bij pogingen om de Maleisische opsporings- en vervolgingsautoriteiten te hacken.[9] Eerder zijn al pogingen vastgesteld om de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) te hacken tijdens zijn onderzoek naar het neerstorten van vlucht MH17. Getuige S28 heeft verklaard dat hij vanuit de Russische Federatie onderzoek deed naar de MH17 ramp, waarna zijn computer in beslag werd genomen en hij werd gezocht door de Russische veiligheidsdienst FSB.

De optelsom van al deze feiten werpt een donkere schaduw over dit proces. Er zijn sterke aanwijzingen dat de Russische overheid er veel aan gelegen is dit onderzoek te dwarsbomen, en daarbij de inzet van de Russische veiligheidsdiensten niet schuwt. Die Russische veiligheidsdiensten worden beschuldigd van meerdere moorden die de afgelopen jaren in verschillende Europese landen gepleegd zijn. Meerdere getuigen in dit onderzoek hebben uitgesproken voor hun leven te vrezen als hun identiteit bekend wordt. De inzet van Russische veiligheidsdiensten om de identiteit van getuigen in dit onderzoek te achterhalen is een reëel scenario. Die veiligheidsdiensten hebben capaciteiten om communicatie te onderscheppen en reisbewegingen van personen te monitoren. Capaciteiten die een gewone criminele groepering niet heeft.

We hebben in dit strafproces, kortom, te maken met een reële dreiging vanuit verschillende hoeken tegen getuigen. Om die reden is per getuige een inschatting gemaakt welke maatregelen nodig zijn. Daarbij is onder meer gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de getuige, waaronder de woonplaats en die van familieleden, de aard van de verklaring van de getuige en de mogelijke manieren om ongewenste gevolgen van het afleggen van een verklaring te voorkomen. Als gezegd heeft dit bij tientallen getuigen geleid tot het afschermen van de identiteit op grond van een beslissing van de rechter-commissaris (op grond van artikelen 149b en 226a Sv). Dit zijn in grote meerderheid getuigen die hebben verklaard over hun waarnemingen in Oost-Oekraïne. De risico’s zijn dus groot. Daarom moet in dit proces met grote zorgvuldigheid worden omgegaan met de belangen van getuigen.

Daar tegenover staat het belang van de verdediging. Door afscherming kunnen verschillende getuigen waarschijnlijk niet in persoon door de verdediging worden ondervraagd. Als de verdediging reden heeft om getuigen te ondervragen, zal dit dus op andere manieren moeten gebeuren. Bezien zal moeten worden hoe het ondervragingsrecht zo goed mogelijk kan worden uitgeoefend, zonder de veiligheid van getuigen in gevaar te brengen. Wij komen hier later nog op terug.

Zoals gezegd heeft Pulatov beroep ingesteld tegen de beslissingen van de rechter-commissaris om een aantal getuigen als anoniem bedreigde getuigen te horen. Op dit beroep moet de rechtbank, in een andere samenstelling dan de uwe, nog beslissen. Ongeacht de uitkomst van de beslissing met betrekking tot die getuigen, zijn er nog tientallen andere getuigen in het dossier van wie de identiteit is afgeschermd. Met hun belangen en die van eventuele nieuwe getuigen die zich in deze zaak zullen aandienen, zal nadrukkelijk rekening moeten worden gehouden.

Afronding onderzoek
Het procesdossier is wat het OM betreft vrijwel klaar voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. Op dit moment wordt nog een enkele onderzoekshandeling afgerond. Van een getuige uit het Oekraïense leger bijvoorbeeld, is na zijn eerder in het dossier gevoegde eerste verhoor eind 2019 nog een tweede verhoor afgenomen. Ook werden enkele collega-militairen gehoord die zich rond 17 juli 2014 op dezelfde plaats bevonden. Deze verhoren konden niet tijdig voor de afronding van de dossieraanvulling in februari worden uitgewerkt en beoordeeld op relevantie. Ook het onderzoek naar uitlatingen van verdachten op internet en in andere open bronnen is nog niet geheel afgerond. Wij streven ernaar om ruim voor de zitting in juni het dossier aan te vullen met de laatste bevindingen uit het opsporingsonderzoek.

In die aanvulling zullen wij ook enkele visuele weergaven opnemen van onderdelen van processtukken. Dit betreffen foto’s, korte video’s en kaartmateriaal waarop relevante locaties en gebeurtenissen zijn ingetekend. Zo zullen wij een visuele weergave voegen van het verloop en de resultaten van het forensisch onderzoek en een overzicht van de verschillende bewijsbronnen in het dossier van het transport van de Buk-TELAR, die zijn ingetekend op een kaart. Bij enkele andere visuele weergaven van onderdelen van het procesdossier zullen wij een schriftelijke toelichting bijvoegen, zoals bij die van het onderzoek naar radargegevens. Deze visuele weergaven kunnen helpen om de inhoud van het dossier inzichtelijk te maken voor de procesdeelnemers en het publiek.

Aanvulling dossier
Voor alle beslissingen die uw rechtbank zal moeten nemen is naar onze inschatting voldoende informatie in het dossier verzameld. Daarbij geldt uiteraard dat de vraag of het dossier compleet is, beoordeeld moet worden naar de inhoud van de tenlasteleggingen die onderzocht moeten worden. De vraag is niet of het dossier alle mogelijke informatie bevat over iedere mogelijke betrokkene bij het neerschieten van vlucht MH17, maar alleen of het dossier volledig genoeg is om te oordelen in de zaken tegen deze vier verdachten.

Natuurlijk kunnen wij in een zaak als deze nooit een garantie geven dat een dossier compleet is en geen verdere aanvulling meer behoeft. Wij hebben niet in de hand welke informatie in de toekomst nog naar voren komt. Maar wij zijn doordrongen van het feit dat de inhoud van het dossier tijdig voor de inhoudelijke behandeling moet worden vastgesteld en alleen bij hoge uitzondering kan worden aangevuld.

Ook na de volledige afronding van het opsporingsonderzoek naar deze vier verdachten kan zich nog nieuwe informatie aandienen, die aan het dossier moet worden toegevoegd. In dit proces houden wij rekening met de volgende mogelijkheden.

Wij zullen de komende tijd, indien gewenst, aan de verdediging inzage verlenen in stukken die vanwege een gebrek aan relevantie niet aan het procesdossier zijn toegevoegd. Als de verdediging naar aanleiding van die inzage gemotiveerd verzoekt om toevoeging van stukken aan het dossier die eerder niet zijn gevoegd, kan dat leiden tot aanvulling van het dossier.

Verdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko zouden relevante uitlatingen kunnen doen in interviews of op sociale media. Ondanks herhaalde uitnodiging van het onderzoeksteam en het OM, hebben zij ervoor gekozen om geen verklaring af te leggen in hun zaak en zich niet op deze zitting te laten vertegenwoordigen. Toch hebben wij al eerder in het openbaar van hen mogen horen hoe zij in grote lijn tegen de feiten aankijken. Nieuwe publieke reacties van deze verdachten op dit proces sluiten wij niet uit. Wij zullen die op de voet volgen.

Ook zouden zich nieuwe getuigen kunnen aandienen in de zaken van verdachten. Het ligt daarbij wel in de rede om steeds kritischer te kijken of het horen van een nieuwe getuige daadwerkelijk iets toevoegt aan het dossier. Indien een verklaring relevant blijkt en de veiligheid van de getuige het toelaat, kan dat reden zijn om die verklaring aan het dossier toe te voegen. Vervolgens kan dan met uw rechtbank en de verdediging worden beoordeeld of de betreffende getuige nog nader moet worden gehoord of niet.

Verder gaat het onderzoek van JIT naar de betrokkenheid van andere personen nog door. Dat onderzoek is gericht op de identiteit van de bemanning van de Buk-TELAR en verantwoordelijken in de bevelslijn. Indien uit dat onderzoek nog relevante informatie naar voren komt voor de zaken tegen deze vier verdachten, zal die informatie aan het dossier moeten worden toegevoegd.

Tot slot lopen er procedures bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (ERHM) tegen de Russische Federatie. Vóór deze zitting hebben wij nog stukken van de Russische regering uit die procedures aan het dossier toegevoegd. Daarin worden uitlatingen gedaan over aard van het gewapend conflict in Oost-Oekraïne en worden nieuwe beweringen gedaan over mogelijke manipulatie van bewijs uit het strafrechtelijk onderzoek. Wij sluiten niet uit dat deze staatsaansprakelijkheidsprocedures nog nieuwe informatie opleveren, die voor de strafzaken van belang is.

Nog meer dan in andere grote zaken zullen wij rekening moeten houden met nieuwe ontwikkelingen buiten de zittingzaal.

Het OM heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een volledig en evenwichtig onderzoek. Als wij kennis krijgen van ontlastende informatie, zal die in elk geval aan het dossier moeten worden toegevoegd. Bij informatie waar dit onduidelijk is, zullen wij de standpunten betrekken die de verdachten in deze procedure innemen. Indien zulke nieuwe informatie zou kunnen worden gebruikt voor de onderbouwing van aangekondigde verweren van Pulatov, zullen wij die met zijn raadslieden delen. Dan kunnen zij zich over de relevantie van die informatie uitlaten. Daarbij geldt dat hoe eerder wij weten welke verweren de verdediging wil voeren, hoe eerder wij kunnen beoordelen welke stukken wij actief aan de verdediging ter inzage kunnen geven. Zoals gezegd hebben wij al ruim stukken gevoegd, over verschillende andere lezingen van de feiten dan het OM ten laste legt, maar op basis van concrete standpunten van de verdediging kunnen wij controleren of het dossier nog moet worden aangevuld.

In die standpunten van de verdediging zal dan wel concreet moeten worden toegelicht wat de relevantie is van de aanvullende informatie. Gisteren heeft de verdediging vragen opgeworpen over het OVV-rapport uit 2015, specifiek over de beperkte sluiting van het luchtruim boven Oost-Oekraïne in juli 2014. Voor ons bleef onduidelijk wat de relevantie van die vragen is voor enige door uw rechtbank te nemen beslissing in de zaak van Pulatov. Als er een verwijt van nalatig ingrijpen kan worden gemaakt, zijn daardoor volgens jurisprudentie niet de belangen van de verdachte geschaad, maar alleen die van de slachtoffers.[10] De vraag naar het optreden van de Oekraïense autoriteiten met betrekking tot de beperkte sluiting van het luchtruim is daarom niet relevant in de strafzaak van Pulatov.

Conclusie onderzoek
Het onderzoek is vrijwel afgerond. Tijdig voor een regiezitting in juni zal een laatste aanvulling op het dossier worden verstrekt. Daarin zal verslag worden gedaan van laatste onderzoeksbevindingen en zullen enkele visuele weergaven van onderdelen van het huidige dossier worden gevoegd. Daarnaast houden wij er rekening mee dat zich nieuwe informatie aandient, die mogelijk aan het dossier zal moeten worden toegevoegd. Wij stellen ons voor dat bij de beoordeling of het dossier moet worden aangevuld of niet, na de regiefase een strengere noodzakelijkheidstoets zal moeten worden aangelegd.

Standpunten verdachten
Bij onze toelichting op het onderzoek hebben wij al aangegeven dat wij het belangrijk vinden dat de standpunten van de verdachten in deze zaak zo goed mogelijk ter zitting naar voren komen. Bij de bespreking van het aanwezigheidsrecht is al genoemd welke inspanningen wij hebben verricht om hen over de strafzaak te informeren en hun kant van het verhaal te vernemen. Er is geprobeerd om via telefoon, email en sociale media rechtstreeks contact met hen te leggen. Dat is bij Dubinskiy en Pulatov ook gelukt, maar heeft geen inhoudelijke reactie opgeleverd. De publieke reacties van verdachten in sociale media en interviews hebben we opgenomen in het procesdossier. Die reacties zullen wij blijven volgen. De inhoud van het dossier schreeuwt om een concrete uitleg van verdachten. Wij vinden het passend om hen erop te wijzen dat zij nu nog de gelegenheid hebben om die uitleg te geven. Wij zullen dit toelichten.

Pulatov
Aan de Russische autoriteiten hebben wij gevraagd om de drie Russische verdachten te horen. Dit rechtshulpverzoek is op 28 oktober 2019 door het parket van de Russische Procureur-Generaal ontvangen. Vorige week ontvingen wij het antwoord op dit rechtshulpverzoek. Van de drie opgeroepen Russische verdachten is alleen Pulatov verschenen. Hij gaf aan zich op zijn zwijgrecht te beroepen, omdat hij op advies van zijn advocaten alleen ‘ten behoeve’ van een Nederlandse rechter een verklaring wil afleggen in het bijzijn van zijn advocaten. Mogelijk wordt hier bedoeld: ‘alleen tegenover een Nederlandse rechter’.

Wij constateren dus dat Pulatov zich op dit moment op zijn zwijgrecht beroept. Dat recht heeft een verdachte uiteraard. Als dat verandert en Pulatov alsnog tot een inhoudelijke betwisting komt van zijn betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten, kan het in zijn eigen belang zijn om tijdig voor de regiezitting te verklaren. In ieder geval over de vragen waar hij op 17 juli 2014 was en wat hij in de periode van 8 juni tot en met 18 juli 2014 zelf heeft gezien en gehoord met betrekking tot de ten laste gelegde feiten. Een eventuele verklaring van hem kan relevant zijn voor de beoordeling welk nader onderzoek er nog moet plaatsvinden en welk onderzoek overbodig is. Daarbij heeft een betwisting uit de mond van zijn advocaten minder gewicht dan een verklaring van de verdachte zelf.[11] Gisteren hebben wij van de raadslieden vernomen dat Pulatov zich ‘op het standpunt stelt dat hij op geen enkele manier verantwoordelijk is voor het neerhalen van MH17’ en daar ‘niets mee te maken heeft gehad’. Dat standpunt bestrijkt alles, maar zegt niets. In de eerste plaats is het geen verklaring van Pulatov zelf. In de tweede plaats laat deze formulering van de verdediging volledig open wat nu precies wordt betwist: feitelijke betrokkenheid of de strafrechtelijke aansprakelijkheid die daaruit volgt? Betwist Pulatov zijn feitelijke betrokkenheid bij de aanvraag en de inzet van de Buk-TELAR of erkent hij die betrokkenheid wel, maar meent dat hieruit geen aansprakelijkheid volgt voor het neerschieten van MH17? Dat maakt nogal verschil. Een algemene betwisting van elke aansprakelijkheid bij monde van zijn raadslieden levert geen concrete aanknopingspunten op voor de beoordeling van onderzoekwensen.

Indien de verdediging een verklaring van Pulatov wenselijk acht voor de regiezitting in juni, is het nodig om nu al de formaliteiten voor een verhoor in gang te zetten. Als Pulatov inderdaad tegenover een Nederlandse rechter wil verklaren in het bijzijn van zijn Nederlandse advocaten zijn daarvoor twee logische mogelijkheden: een verhoor door de rechter-commissaris, hetzij in Nederland, hetzij in de Russische Federatie, of een verhoor hier ter zitting. Een verhoor via videoconferentie wordt door de wet uitgesloten in een zaak met dodelijke slachtoffers.[12] Indien Pulatov door de rechter-commissaris gehoord wil worden, moet er rekening mee worden gehouden dat de voorbereiding van dat verhoor tenminste meerdere maanden zal vragen vanwege de tijd die het kost om rechtshulpverzoeken aan de Russische Federatie uit te voeren.

Indien Pulatov hier ter zitting een verklaring wil afleggen kan de vraag rijzen of hem daartoe een vrijgeleide moet worden verleend. De ervaring in andere zaken leert dat ook dit een tijdrovende aangelegenheid kan zijn. Als Pulatov overweegt een vrijgeleide te vragen om hier ter zitting een verklaring te kunnen afleggen zonder aangehouden te worden, kan dat verzoek maar beter zo snel mogelijk gedaan worden. De ervaringen in de zaak Bouterse kunnen helpen om deze optie te verkennen.

Het Hof Den Haag stelde in de Bouterse-zaak vast dat er geen wettelijke of verdragsrechtelijke regeling bestaat om een vrijgeleide te verlenen aan verdachten. Een garantie tegen de toepassing van dwangmiddelen kan doorgaans wel worden gegeven aan getuigen die via buitenlandse autoriteiten worden gedagvaard. Aan verdachten kunnen door het OM wel toezeggingen worden gedaan dat zij niet zullen worden aangehouden in de zaak waarin zij een verklaring komen afleggen, maar kunnen geen toezeggingen worden gedaan met betrekking tot eventuele aangiften van andere strafbare feiten of uitleveringsverzoeken van andere landen. Een verzoek van een verdachte om een vrijgeleide die beschermt tegen iedere mogelijke aanhouding kan dus niet worden ingewilligd.[13]

Het wettelijk kader in deze zaak is hetzelfde als dat in de zaak Bouterse. Een effectieve vrijgeleide is mogelijk als Pulatov wordt gedagvaard om als getuige te verklaren in de zaken van zijn medeverdachten. Artikel 12 lid 1 van het Europees rechtshulpverdrag bepaalt dan immers dat hij als gedagvaarde getuige niet kan worden aangehouden voor feiten die vooraf gingen aan zijn vertrek. In dat geval staat het hem vrij om ter zitting te verklaren als getuige in de zaken van de andere verdachten, maar ook om een verklaring af te leggen als verdachte in zijn eigen zaak. Als Pulatov uitsluitend als verdachte ter zitting wil verklaren, kan hij niet als getuige worden gedagvaard en kan hem geen garantie worden gegeven dat hij niet zal worden aangehouden. Bij een verschijning ter zitting in Nederland kan immers aangifte worden gedaan tegen Pulatov voor andere misdrijven, waarvoor mogelijk verdragsrechtelijke vervolgingsverplichtingen bestaan. Ook kunnen door andere landen uitleveringsverzoeken worden gedaan waaraan Nederland dan verdragsrechtelijk verplicht is gevolg te geven. In beide scenario’s kan alleen een dagvaarding als getuige een daadwerkelijke vrijgeleide garanderen, omdat daarmee een verdragsrechtelijk verbod op aanhouding ontstaat dat zwaarder mag wegen dan andere verdragsrechtelijke plichten tot aanhouding. In de Bouterse-zaak is daarom tot aan de Hoge Raad uitgeprocedeerd dat er geen vrijgeleide kan worden verleend om als verdachte ter zitting te komen verklaren.

Wij bespreken dit nu al, omdat de voortgang van dit proces vraagt om een verre blik vooruit. Het staat Pulatov volledig vrij om zich op zijn zwijgrecht te blijven beroepen of pas in een latere fase een verklaring af te leggen. Wat wij alleen willen voorkomen is dat wij in juni moeten vaststellen dat een effectieve regiezitting niet mogelijk is, omdat Pulatov eerst nog door een Nederlandse rechter moet worden gehoord. En dat het vanaf dat moment weer maanden duurt, voordat dat verhoor georganiseerd kan worden. Zowel voor de dagvaarding om als getuige ter zitting of door de rechter-commissaris te worden gehoord, als voor verhoor door de rechter-commissaris in de Russische Federatie is immers een rechtshulpverzoek nodig dat maanden van tevoren moet worden verstuurd.

Als het de wens is van Pulatov om al vóór een regiezitting te verklaren tegenover een Nederlandse rechter, kunnen we dat nu in gang zetten. Dan kunnen we alvast de voorbereidingen treffen voor een verhoor waarvan Pulatov pas later beslist of dat wel of niet doorgang moet vinden. Als de rechter-commissaris in uw opdracht een rechtshulpverzoek doet aan de Russische Federatie om Pulatov daar te mogen horen in de tweede helft van mei, zodat er genoeg voorbereidingstijd is voor dat verhoor, kan dat verhoor tot in de eerste helft van mei nog worden afgezegd door de verdediging. Als Pulatov wordt gedagvaard om eind mei bij de rechter-commissaris in Nederland of op een van de eerste zittingsdagen in juni hier ter zitting als getuige gehoord te worden (waarbij hij desgewenst ook als verdachte een verklaring kan afleggen), kan Pulatov zelf beslissen of hij aan die dagvaarding gehoor geeft. Als hij dan beslist om niet te verschijnen heeft dat voor hem geen nadelige consequenties.[14] Wij kunnen dus nu de gelegenheid scheppen voor een verhoor dat pas maanden later zal plaatsvinden. Dat geeft de verdediging een ruime voorbereidingstijd, is tegelijk nog op tijd voor de regiezitting in juni en laat Pulatov volledige vrijheid om uiteindelijk wel of niet een verklaring af te leggen. Wij horen graag van de verdediging of Pulatov van die mogelijkheden gebruik wil maken. Als de verdediging dat niet wil, hoort daar de consequentie bij dat in juni onderzoekswensen worden besproken en regie wordt gevoerd zonder een voorafgaande verklaring van Pulatov. Nu is het moment om die keuze te maken.

Natuurlijk is een verhoor van Pulatov door de rechter-commissaris of hier op zitting alleen zinvol als hij van plan is om een inhoudelijke verklaring af te leggen. Anders is er geen reden om hem in persoon te horen. Er zijn immers andere en efficiëntere manieren om een eigen standpunt over te brengen met bijstand van zijn Nederlandse advocaten. Te denken valt aan een door de verdediging zelf opgenomen verklaring van Pulatov, op video of schriftelijk en door hem ondertekend. Wij gaan er dan ook van uit dat de verdediging alleen zal aansturen op een verhoor van Pulatov als hij niet alleen bereid is een inhoudelijke verklaring af te leggen, maar daarbij ook vragen wil beantwoorden. Als dat zo is, en Pulatov zich in Nederland tegenover een Nederlandse rechter vrijer voelt om te verklaren dan in de Russische Federatie tegenover de Russische autoriteiten, is de waarheidsvinding gediend bij een verhoor van Pulatov in Nederland.

Voor sommigen kan het pijnlijk zijn om een internationaal gesignaleerde verdachte van een zo ernstig misdrijf in Nederland te zien verklaren en weer als vrij man de zaal te zien verlaten. Toch kan dat in het belang van een goede rechtsgang de beste optie zijn. Daarbij moet ook bedacht worden dat Pulatov onschuldig is, totdat uw rechtbank anders oordeelt.

Op een aantal deelonderwerpen ligt het in elk geval op de weg van de verdediging om nu zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over het standpunt van Pulatov. Hij weet al vanaf juni 2019 van de beschuldiging in deze zaak en beschikt vanaf oktober 2019 over juridische bijstand in de Russische Federatie. Op losse punten, waarvoor hij het volledige procesdossier niet hoeft te kennen, mag van hem al eerder een reactie worden gevraagd. Dat is in het belang van een doelmatige rechtsgang en van hemzelf.

Als Pulatov meent dat hij aanspraak kan maken op enige vorm van immuniteit, bijvoorbeeld, ligt het in de rede dat wij dat nu zo snel mogelijk van hem horen. Die vraag is niet verbonden met de inhoud van het dossier en een positief antwoord is in zijn eigen belang.

Als Pulatov meent dat tapgesprekken die hij zelf heeft gevoerd gemanipuleerd zijn, ligt het evengoed in de rede dat hij dat snel concreet maakt. Dan kan dit tijdig worden onderzocht. Ook dat is in zijn eigen belang. De verdediging beschikt over de audiobestanden van relevante gesprekken waaraan Pulatov deelneemt, met vertalingen in het Engels en in het Nederlands. Dat geeft alle mogelijkheid voor een tijdige en concrete reactie van Pulatov op die gesprekken. Wij nodigen de verdediging uit om die reactie snel te geven.

Op andere punten begrijpen wij dat de verdediging meer tijd nodig heeft om een standpunt te bepalen.

Los van een eventueel verhoor op zitting vernemen wij graag op een later moment of Pulatov nog inhoudelijk zal reageren, of dat hij zich op zijn zwijgrecht blijft beroepen. Als hij tot een inhoudelijke betwisting komt van zijn betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten, vernemen wij graag tijdig voor de regiezitting in juni waar hij op 17 juli 2014 was en wat hij in de periode van 8 juni tot en met 18 juli 2014 zelf heeft gezien en gehoord met betrekking tot die feiten. Zijn verklaring kan immers relevant zijn voor de beoordeling welk nader onderzoek er nog moet plaatsvinden en welk onderzoek overbodig is.

Girkin
Verdachte Girkin is hier niet aanwezig, maar uit zijn interviews en sociale mediaberichten weten we dat hij zijn eigen zaak nauwlettend volgt. Daarom willen wij hem uitnodigen om één concrete vraag te beantwoorden. Deze vraag ziet op de verklaring die Girkin in februari 2015 als getuige heeft afgelegd tegenover de Russische autoriteiten en door de Russische autoriteiten is verstrekt. In dat verhoor zegt Girkin het volgende:

“Op 17 juli 2014, omstreeks 16:30 uur Moskouse tijd heeft de commandant van een volksstrijderseenheid met de alias ‘Kep’ - op dit moment plaatsvervangend minister van Defensie van de Volksrepubliek Donetsk; zijn personalia weet ik niet mij te herinneren omdat wij elkaar met aliassen aanspraken - gerapporteerd over het treffen door de luchtverdediging van één van de twee vliegtuigen SU-25 van de Oekraïense luchtmacht. Dat gebeurde in het gebied ten noorden van de woonplaats Snezhnoye. […] Ongeveer een uur na de rapportage over het treffen van het gevechtsvliegtuig SU-25, dat wil zeggen omstreeks 17:30 uur, kreeg ik een bericht uit de woonplaats Gorlovka, Oekraïne, dat er in de directe nabijheid van de voornoemde plaats een onbekend vliegtuig was neergestort.”

Hier verklaart Girkin dus tegenover de Russische autoriteiten dat hij op 17 juli 2014 ongeveer tien minuten na het neerschieten van vlucht MH17 werd geïnformeerd dat ’de luchtverdediging’ een vliegtuig had neergeschoten. Het is inmiddels algemeen bekend dat er in de middag van 17 juli 2014 in Oekraïne maar één vliegtuig is neergeschoten. Sinds 17 juli 2014 zijn er geen wrakstukken gevonden van een gevechtsvliegtuig. Volgens de radargegevens was er geen ander vliegtuig in de buurt van MH17. Met de kennis van nu schreeuwt deze verklaring om een nadere uitleg over welk neergeschoten vliegtuig Girkin hier nu spreekt. Wij nodigen Girkin van harte uit om die uitleg te geven.

Dubinskiy
Ook Dubinskiy heeft veel uit te leggen. Laten wij één concreet voorbeeld benoemen: in het dossier bevinden zich tapgesprekken uit september en oktober 2014 waarin Dubinskiy onderhandelt met een bekende van hem aan Oekraïense zijde over een gevangenenruil. Zo dringt Dubinskiy in één van die gesprekken aan op de vrijlating van Russische leden van de motorbende Night Wolves die door Oekraïne gevangen zijn genomen. De gesprekspartner van Dubinskiy heeft als getuige bevestigd deze gesprekken met Dubinskiy te hebben gevoerd. In een van die gesprekken, op 27 september 2014, krijgt Dubinskiy te horen dat hij in verband wordt gebracht met de ‘Boeing’, oftewel vlucht MH17. Dit gesprek vindt plaats nadat de Oekraïense autoriteiten in de maanden ervoor verschillende tapgesprekken van Dubinskiy in relatie tot de Buk-TELAR publiek hebben gemaakt. In reactie op de mededeling dat hij in verband wordt gebracht met de Boeing zegt Dubinskiy:

“When the toy was being moved around, got it. I mean the one, which was moved across the Republic's area. Yes. It really features my voice. But it does not mean that someone was shooting down.”

Dubinskiy lijkt hier dus te bevestigen dat zijn stem inderdaad te horen is in die gesprekken over de Buk. Daarin spreekt hij over ‘speelgoed’ dat in zijn omgeving verplaatst werd in relatie tot het neerschieten van MH17. In een interview met de BBC in juni 2019 zegt Dubinskiy dan weer dat hij als hoofd van een contraspionagedienst niet belast was met het vervoer of de inzet van een Buk wapensysteem. Als Dubinskiy nog wil uitleggen hoe we die twee verklaringen in relatie tot MH17 met elkaar moeten rijmen, heeft hij nu nog de kans om dat te doen.

Kharchenko
Van Kharchenko hebben wij voor het laatst vernomen in een video die op 19 en 20 december 2019 op internet is geplaatst. In die video trekt de presentator de resultaten van het JIT-onderzoek in twijfel. Volgens hem is er sprake een zorgvuldig voorbereide provocatie van de veiligheidsdiensten van andere staten. Er zou geen Buk-raket zijn afgeschoten vanuit het gebied onder controle van de DPR. Daarbij verwijst de presentator naar interviews met verschillende DPR-strijders, waaronder Kharchenko. In zijn video-interview verklaart Kharchenko dat hij in vijf jaar oorlog nooit een Buk heeft gezien op het grondgebied van de DPR. Het dossier bevat objectief forensisch bewijs dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanuit een gebied dat onder controle stond van de DPR. Daarnaast bevat het dossier een ruime hoeveelheid tapgesprekken en andere telecomgegevens waaruit volgt dat Kharchenko direct betrokken was bij de inzet van een Buk-systeem in DPR-gebied. Ook dit vraagt om uitleg. Als Kharchenko die uitleg op video kan geven, moet hij dat nu doen.

Belang voortgang onderzoek ter zitting
In dit proces zal een balans gevonden moeten worden tussen verschillende belangen. In de eerste plaats is duidelijk dat aan de verdediging nu de nodige tijd geboden moet worden om het dossier te bestuderen, een procespositie te bepalen en de inhoudelijke behandeling voor te bereiden. In een zorgvuldig strafproces moet de verdachte voldoende gelegenheid krijgen om zijn verdediging voor te bereiden en te voeren. Dat is niet alleen in zijn eigen belang, maar in het belang van ons allemaal: het is een zwaarwegende bijdrage aan de kwaliteit van het strafproces en de legitimiteit van de uitkomst daarvan.

Anderzijds is het ook noodzakelijk om de voortgang van dit proces zo goed mogelijk te bewaken. Dat is nodig voor de nabestaanden en het maatschappelijk belang bij een goede en efficiënte rechtspleging. Voortgang is belangrijk voor de nabestaanden, omdat zij niet langer moeten worden belast dan strikt noodzakelijk is. Zij hebben recht op tijdig uitsluitsel over wat er met hun geliefden is gebeurd. Bovendien is dit proces, en alle publieke aandacht die het krijgt, voor veel nabestaanden een pijnlijke confrontatie met hun verlies. Zoals een nabestaande het stelt: “daarmee ga je weer terug in de tijd, je begint weer van voor af aan”. Dit proces verlengt de “martelgang” die deze vader sinds 17 juli 2014 doormaakt.[15] Voortgang is ook belangrijk voor de kwaliteit van het proces, omdat tijdsverloop de waarheidsvinding doorgaans bemoeilijkt. Het is ook van belang voor de vele getuigen in dit proces die zich begrijpelijke zorgen maken over hun veiligheid. Zij hebben er recht op dat zij hun plichten als getuigen zo snel mogelijk kunnen vervullen, zodat zij daarna weer verder kunnen met hun leven zonder de zorgen en complicaties die hun positie als getuige nu met zich meebrengt.

Uw rechtbank heeft medegedeeld dat in juni de onderzoekswensen van de verdediging en het OM op zitting kunnen worden besproken. In een strafzaak van deze aard en omvang ligt het in de verwachting dat op een later moment, bijvoorbeeld in het najaar, een tweede regieronde volgt waar de balans kan worden opgemaakt van het onderzoek dat in de tussentijd door de rechter-commissaris is verricht, voordat de inhoudelijke behandeling van de zaak aanvangt. Om de komende tijd zo efficiënt mogelijk te benutten lijkt het ons verstandig om - zoals gebruikelijk in zaken van deze omvang - de rechter-commissaris in staat te stellen tussen zittingen door de voortgang te bewaken en te beslissen op een door uw rechtbank af te bakenen categorie verzoeken die al voor een regiezitting gedaan kunnen worden.

Het valt te verwachten dat de rechter-commissaris voor veel uit te voeren onderzoekshandelingen geruime voorbereidingstijd nodig zal hebben om betrokken autoriteiten van andere landen aan te zoeken en op een zorgvuldige wijze een veilige uitvoeringswijze te verkennen. Eventueel nader onderzoek door deskundigen, bijvoorbeeld naar de authenticiteit van beeldmateriaal of tapgesprekken, vraagt doorgaans ook vele maanden. Dat maakt het noodzakelijk de rechter-commissaris steeds zo vroeg mogelijk in staat te stellen de benodigde werkzaamheden uit te voeren. Daarom zullen wij ook vandaag al enkele vorderingen doen om getuigen te horen waarop wat ons betreft nu al besloten kan worden. Dat betekent niet dat die verhoren ook meteen volgende week plaatsvinden. Bij toewijzing kan uw rechtbank bijvoorbeeld bepalen dat uitvoering pas zal plaatsvinden na de laatste zittingsdag in juni, om de verdediging voldoende voorbereidingstijd te gunnen. Toewijzing nu, in maart, betekent echter wel dat de rechter-commissaris de voorbereidingen kan treffen die getuigenverhoren in bijvoorbeeld juli of augustus mogelijk maken. Zou u uw beslissing uitstellen tot eind juni dan is er gerede kans dat uitvoering niet lukt voor september en verliezen we kostbare maanden in dit proces. Bovendien krijgt de rechter-commissaris dan te maken met een onnodige stapeling van opdrachten tot nader onderzoek omdat verwacht kan worden dat de verdediging in juni de nodige onderzoekswensen zal formuleren. Het dient dus de voortgang van het proces om nu te beslissen over nader onderzoek waar dat mogelijk is.

Voetnoten
[1] ICTY Appeals Chamber 23 oktober 2001, Kupreskic et al., Judgement, § 334 en verwijzingen daar; zie ook ECLI:NL:RBDHA:2017:14782 en verwijzingen daar.

[2] Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights 15 July 2014, Report on the human rights situation in Ukraine, p. 3, 7.

[3] Zie A/HRC/40/59/Add.3, § 96-102.

[4] BBC, Russia 'behind Chechen murder', 30 juni 2014, beschikbaar op news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3852697.stm.

[5] Sir Robert Owen, The Litvinenko Inquiry Report into the death of Alexander Litvinenko, januari 2016, beschikbaar op webarchive.nationalarchives.gov.uk/20160613090324/https://www.litvinenkoinquiry.org/report; BBC, Litvinenko inquiry: Key findings, 21 januari 2016, beschikbaar op bbc.com/news/uk-35371344; BBC, Salisbury Novichok poisoning: Russian nationals named as suspects, 5 september 2018, beschikbaar op bbc.com/news/uk-45421445.

[6] BBC, Berlin murder: Germany expels two Russian diplomats, 4 december 2019, beschikbaar op bbc.com/news/world-europe-50659179; Spiegel International, Putin's Killers in Europe - How Russian Agents Hunt Down Kremlin Opponents, 9 december 2019, beschikbaar op spiegel.de/international/world/how-russian-agents-hunt-down-kremlin-opponents-in-europe-a-1300091.html.

[7] RadioFreeEurope/RadioLiberty, Report: Turkey Swapped Two Alleged Russian Spies For Crimean Tartar Leaders, 29 november 2017, beschikbaar op rferl.org/a/report-turkey-swapped-two-alleged-russian-spies-for-crimean-tatar-leaders/28886977.html.

[8] RadioFreeEurope/RadioLiberty, Bulgaria Charges Three Russians In Absentia Over Attempted Murders In 2015, 23 januari 2020, beschikbaar op rferl.org/a/bulgaria-charges-three-russians-gebrev-poisoning-in-absentia/30393608.html.

[9] Ministerie van Defensie, Verklaring over de verstoring van een cyberoperatie van de GRU door de MIVD op 4 oktober 2018 in Den Haag, 4 oktober 2018, beschikbaar op defensie.nl/downloads/publicaties/2018/10/04/statements-over-de-verstoring-cyberoperatie-gru-door-de-mivd-op-4-oktober-2018, p. 1.

[10] Zie bijvoorbeeld Hof Den Haag 18 juni 2009, ECLI:NL:GHSGR:2009:BI8685 (“Het hof is met de rechtbank van oordeel dat in het algemeen heeft te gelden dat een niet tijdig ingrijpen van de politie, waardoor schade die door de verdachte is toegebracht is opgelopen, niet leidt tot strafvermindering, nu die schade niet door de gestelde nalatigheid van de politie is veroorzaakt maar door het onrechtmatig handelen van de verdachte. […] Bovendien zijn het niet de belangen van verdachte die worden geschaad door een mogelijk niet tijdig ingrijpen van de politie, maar hooguit die van het slachtoffer. De vraag in hoeverre de politie in casu adequaat heeft gehandeld dient dan ook bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte en bij de straftoemeting buiten beschouwing te blijven.”).

[11] Zie o.a. rechtbank Rotterdam 22 februari 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:1574 (“Een inhoudelijke verklaring van de verdachte over hetgeen hem wordt verweten is geen absolute voorwaarde. Wel kan het voor de rechter(s) die moeten beslissen over onderzoekswensen door het afleggen van een dergelijke verklaring duidelijk worden dát, en waarom, het horen van een getuige of andere onderzoekshandeling redelijkerwijs van belang is voor een (of meer) van de beslissingen in de art. 348 en 350 Sv. Het niet (willen) afleggen van een dergelijke verklaring kan er dan ook toe leiden dat in het dossier noodzakelijke (nadere) informatie ontbreekt om de betekenis van het horen van de verzochte getuige voor de beantwoording van de vragen van art 348 en 350 Sv voldoende te onderbouwen. Het risico daarvoor ligt op dit punt bij de verdediging.”); rechtbank Rotterdam 28 november 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:10294 (“(…) kan een middellijke betwisting door de advocaat niet volstaan om onderzoekswensen van de verdachte te onderbouwen.”); rechtbank Gelderland 23 maart 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1646 (“Bezien in het licht van de bovenstaande Europese Jurisprudentie mogen aan verzoeken tot het horen van getuigen a decharge (witness for the defence) dus zwaardere motiveringseisen gesteld worden dan bij verzoeken tot het horen van belastende getuigen. Bij de beoordeling mag de “sole and decisive” regel, en ook “the proper administration of justice” een rol spelen. De proceshouding van verdachte kan daarbij behulpzaam zijn, als het gaat om (het begrip van) een alternatief scenario. Een zwijgende verdachte schetst immers geen scenario dat nader onderzoek verdient.”); rechtbank Den Haag 23 april 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ8217.

[12] Art. 131a Sv jo. Besluit videoconferentie art. 2 lid 1 sub d.

[13] Zie hof Den Haag 10 december 1999, ECLI:NL:GHSGR:1999:AA5285; hof Den Haag 30 juni 2000, ECLI:NL:GHSGR:2000:AA6305; Trouw, Vrijgeleide voor Bouterse juridisch mogelijk, 13 augustus 1997, beschikbaar op trouw.nl/cs-b1c4fa89.

[14] Zie artikel 8 Europees rechtshulpverdrag.

[15] nos.nl/l/m/2326254.die ze verdienen.

13

https://www.om.nl/onderwerpen/mh17-vlie … -10-3-2020
Разъяснение состояния дел в отношении расследования и позиции хода процесса - часть 2 (10-3-2020)
Uitgesproken door de officieren van justitie op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag.

Wij zullen nu toelichten welke vorderingen wij doen voor nader onderzoek. Ook zullen wij op enkele punten uitleggen dat wij juist geen nader onderzoek vorderen, omdat wij denken dat dit geen zinvolle aanvulling op het dossier kan opleveren. Wij geven die uitleg, omdat wij denken dat de verdediging of uw rechtbank daar mogelijk anders over zou kunnen denken. Door nu vroegtijdig aan te geven op welke punten in het dossier nader onderzoek overwogen kan worden, willen wij de voortgang van het onderzoek bevorderen. Ook willen wij bijdragen aan uw rechterlijke oordeelsvorming. U heeft immers een eigen verantwoordelijkheid voor de volledigheid van het onderzoek ter zitting en u kunt ook ambtshalve opdracht geven tot nader onderzoek.[1]

Wij vorderen nader onderzoek alleen in de zaak Pulatov. In grotere strafzaken met meerdere verdachten wordt onderzoek in de zaak van één verdachte vaak tegelijk bevolen in de zaken van de andere verdachten. Ook als de verdachten in andere zaken daar zelf niet om gevraagd hebben. Gelijktijdig onderzoek in alle zaken dient dan het praktisch belang dat hetzelfde onderzoek later niet nog eens keer opnieuw hoeft te worden verricht, als andere verdachten daar alsnog om vragen.

In dit geval adviseert het OM uitdrukkelijk om dat niet te doen, vanwege het verschil tussen de verstekzaken van Girkin, Dubinskiy en Kharchenko en de zaak op tegenspraak van Pulatov. Als nader onderzoek in de zaak van Pulatov tegelijkertijd wordt toegewezen in de zaken van de andere verdachten, zou dit ertoe kunnen leiden dat van verschillende onderzoekshandelingen schriftelijke kennisgevingen gedaan moeten worden aan die andere verdachten, die zich in het buitenland bevinden. In het bijzonder bij verhoren van bedreigde getuigen (artikel 226b lid 1 Sv) en deskundigenonderzoek (artikel 228 lid 1 Sv). De ervaring leert dat formele kennisgevingen aan die andere drie verdachten door middel van rechtshulpverzoeken bijzonder tijdrovend zijn en zelden succesvol. Dat levert onnodige vertraging op. Op basis van het dossier moeten we aannemen dat die andere drie verdachten op de hoogte zijn van deze strafzaak, maar ervoor gekozen hebben om hier niet aan deel te nemen. Als onderzoek in de zaak van Pulatov informatie oplevert die van belang is voor de zaken tegen de anderen kan die informatie ook in hun dossier worden gevoegd. Eventuele ontlastende informatie zal in elk geval in hun zaak worden toegevoegd. Als de houding van deze drie verdachten in de toekomst nog verandert, en zij alsnog aan hun proces willen deelnemen, kunnen zij al hun rechten als verdachte alsnog inroepen (artikel 280 lid 3 Sv). Tot die tijd zullen wij vorderingen tot nader onderzoek alleen in de zaak van Pulatov doen en verzoeken wij uw rechtbank nader onderzoek niet ambtshalve te gelasten in de zaken van de andere verdachten.

We bespreken nu achtereenvolgens de volgende categorieën:

nader deskundigenonderzoek naar tapgesprekken;
nader deskundigenonderzoek naar beeldmateriaal;
nader te horen getuigen;
een schouw van de reconstructie van MH17.
Tapgesprekken
Wij hebben zojuist toegelicht op welke wijze uitgebreid validatie onderzoek is gedaan naar de door Oekraïne verstrekte tapgesprekken. Wat het OM betreft is daarmee via verschillende methoden zo volledig mogelijk onderzoek gedaan naar de authenticiteit en inhoud van de afgeluisterde gesprekken. Nader onderzoek sluiten wij niet uit, maar achten wij alleen zinvol aan de hand van serieuze en concrete nieuwe informatie over de afgeluisterde gesprekken.

Bij de vraag of nieuwe informatie over de afgeluisterde gesprekken wel of niet reden moet zijn voor nader onderzoek dient kritisch bekeken te worden uit welke bron die nieuwe informatie afkomstig is. Specifieke beschuldigingen van manipulatie staan bijvoorbeeld in een – via het internet - gepubliceerd rapport van de Maleisische onderzoeker A. Rosen. Het onderzoeksteam heeft dat rapport geanalyseerd en in het procesdossier gevoegd. Er vallen enkele dingen aan op:

Rosen heeft onderzoek gedaan aan video’s op Youtube – geplaatst door de SBU - waarin fragmenten uit tapgesprekken zijn weergegeven. Dat is dus niet onderzoek aan de tapgesprekken zelf. Het leidt bijvoorbeeld tot de - weinig verrassende- conclusie dat er in de gesprekken in die YouTube video’s is geknipt. Dat is ongetwijfeld waar, maar zegt niets over de volledige tapgesprekken die zich in het procesdossier bevinden en uitgebreid zijn onderzocht.
Rosen schrijft enerzijds dat toegang tot het originele materiaal van de tapgesprekken noodzakelijk is om conclusies te kunnen trekken over de authenticiteit daarvan en dat hij dat originele materiaal niet tot zijn beschikking heeft, maar vervolgens trekt hij alsnog verschillende conclusies over de authenticiteit van de gespreksfragmenten. Dat kunnen wij niet rijmen.
Ten slotte bestempelt Rosen tenminste één gesprek als vals en onecht terwijl één van de deelnemers juist publiekelijk heeft bevestigd dat gesprek te hebben gevoerd. Het gaat om een gesprek van ene Kozytsin op 17 juli 2014. Separatist Kozytsin heeft in een interview met een journalist van VICE News erkend dat gesprek gevoerd te hebben en legt in dat interview uit hoe dat gesprek volgens hem begrepen moet worden.
Onze voorlopige conclusie op basis van deze bevindingen is dat het rapport van Rosen wellicht iets zegt over de fragmenten in video’s op YouTube die hij heeft onderzocht, maar dat dit rapport geen serieuze reden geeft om aan de authenticiteit van tapgesprekken uit het onderzoek te twijfelen. Een forensisch spraakonderzoeker van het NFI heeft ons voorgelicht over de mogelijkheden van authenticiteitsonderzoek naar tapgesprekken en daarbij als voorbeeld van hoe dat niet moet verwezen naar het rapport van Rosen. Deze deskundige van het NFI zegt over dat rapport van Rosen:

“Deugdelijk authenticiteitsonderzoek moet worden uitgevoerd met een specifieke manipulatiehypothese en, waar mogelijk, op de beweerdelijke originelen. Het rapport Rosen voldoet aan geen van deze twee principes. De resultaten uit dit rapport zijn daarom niet relevant voor de vraag naar de authenticiteit van de onderliggende tapgesprekken.”[2]

Wij zien in het rapport van Rosen dan ook geen aanleiding in om nader onderzoek te vorderen.

Wij hebben informatie ingewonnen bij deskundigen over de vraag hoe nader onderzoek naar betwiste tapgesprekken zinvol zou kunnen plaatsvinden. Dat levert het volgende beeld op. Algemene beschuldigingen van manipulatie - zoals de stelling dat alle tapgesprekken vervalst zijn - kunnen niet zinvol onderzocht worden. Specifieke en concrete informatie wel. Als zulke informatie beschikbaar komt, bij voorkeur door een concrete stellingname van verdachten over aan hen toegeschreven tapgesprekken, zijn er verschillende mogelijkheden om daar onderzoek naar te doen. Technisch onderzoek naar beweerdelijke anomalieën of afwijkingen, zoals geluiden die te horen zijn of achtergrondgeluid dat juist zou ontbreken, kan plaatsvinden door forensisch deskundigen. Een nader onderzoek naar de authenticiteit van gevoerde gesprekken op een meer technische manier zou ook kunnen plaatsvinden door een Russisch sprekende forensisch audio-onderzoeker een of meer gesprekken te laten beoordelen op kwesties als mogelijke onlogische zinsconstructies of woordvolgordes in de uitgesproken zinnen. Zulk onderzoek kan mogelijk plaatsvinden in een van de Baltische staten. Wij verwachten dat daar Russisch sprekende forensisch audio-onderzoekers kunnen worden gevonden die met voldoende distantie deskundigenonderzoek in deze zaak kunnen uitvoeren. Ten slotte ligt het voor de hand ook tactisch onderzoek te doen naar betwiste gesprekken. Dat betekent dat geanalyseerd wordt aan de hand van andere onderzoeksinformatie of er – gelet op de inhoud van het gesprek - reden is om aan te nemen dat een gesprek is gemanipuleerd.

Kortom: wij vorderen nu geen nader onderzoek naar de authenticiteit van de tapgesprekken in het dossier omdat wij die gesprekken voldoende onderzocht vinden. Wij zien op dit moment geen informatie die specifiek en objectief genoeg is om aan die authenticiteit te twijfelen. Als er alsnog een voldoende specifieke betwisting uit een serieuze bron komt, zullen wij ons graag uitlaten over de vraag welk onderzoek daarnaar op een zinvolle wijze kan plaatsvinden. Teen behoeve van de voortgang van dit proces hebben wij vast informatie ingewonnen over de vraag hoe zinvol nader onderzoek gedaan zou kunnen worden als uw rechtbank dit noodzakelijk acht. Gelet op het te verwachten tijdsverloop van zulk nader onderzoek is het van belang dat hierover zo snel mogelijk besloten wordt. Hiertoe is met name relevant om te vernemen of verdachten, en Pulatov in het bijzonder, specifieke tapgesprekken betwisten.

Beeldmateriaal
Dan komen we bij mogelijk onderzoek aan beeldmateriaal. Het dossier bevat zeven video’s en drie foto’s van de TELAR, volgens onderzoek gemaakt op 17 en 18 juli 2014 in Oost-Oekraïne. Aan de hand van één foto hebben wij al toegelicht hoe wij deze beelden hebben gevalideerd. Ook daarvoor geldt dat nader onderzoek alleen zinvol is bij voldoende en concrete aanwijzingen dat deze beelden gemanipuleerd zijn.

Beeldmanipulatie
Van een aantal van deze beelden heeft het Russische Ministerie van Defensie gesteld dat deze gemanipuleerd zouden zijn. Dat is gebeurd tijdens een persconferentie van 17 september 2018.

Die bewering van manipulatie gaf te denken. Van een video van de TELAR in Luhansk had hetzelfde Ministerie van Defensie nog op 21 juli 2014 gezegd dat het beeld wel klopte, maar dat deze niet in Luhansk was opgenomen maar in Krasnoarmeisk, een plaats die onder controle stond van de Oekraïense krijgsmacht. Dat werd afgeleid uit een adres dat op een reclamebord zou staan. Op de video zelf is dat adres niet te zien. Geolocatie aan de hand van specifieke kenmerken in de video levert op dat de video daadwerkelijk is gemaakt in Luhansk en niet, zoals de Russische autoriteiten op hun persconferentie beweerden, in Krasnoarmeisk. Vier jaar later blijft op de nieuwe persconferentie de locatie van de opname onbesproken en zou het beeld zelf gemanipuleerd zijn.

Dit was niet de eerste draai van het Russische Ministerie van Defensie. Op 21 juli 2014 en 26 september 2016 heeft het een tegenstrijdige uitleg gegeven van dezelfde radarplots: eerst zouden het reflecties zijn van een Oekraïens gevechtsvliegtuig; later van wrakstukken van MH17. Tijdens dezelfde persconferentie van 21 juli 2014 heeft het Russische Ministerie ook nog satellietfoto’s getoond waarop een Oekraïens Buk-systeem te zien zou zien dat vóór 17 juli 2014 uit beeld verdween bij Donetsk, op 17 juli 2014 weer in beeld kwam bij Zaroshchenske en de dag erna weer verdwenen was. Daarmee werd gesuggereerd dat het verdwenen Oekraïense Buk-systeem verantwoordelijk zou zijn voor het neerschieten van MH17. Uit satellietbeelden van de European Space Agency en Google Earth en weerbeeldonderzoek van het KNMI is gebleken dat de Russische beelden niet op die beweerdelijke data kunnen zijn gemaakt.

Er was dus alle reden om die nieuwe beweringen van het Ministerie van Defensie in 2018 dat de beelden van de TELAR gemanipuleerd zouden zijn, in twijfel te trekken. Wie zelf bewijs vervalst en steeds opnieuw met onderling tegenstrijdige verhalen komt, is niet de beste bron om de authenticiteit van ander bewijs te beoordelen. Desondanks zijn deze beelden, en de Russische stellingen daarover, voorgelegd aan deskundigen van het NFI. Volgens het NFI zijn er geen aanwijzingen dat de betwiste beelden gemanipuleerd zijn.

Kort voor deze zitting hebben wij kennis genomen van nieuwe Russische manipulatiebeschuldigingen. Deze zijn opgenomen in het schriftelijke standpunt van de Russische Federatie van 31 december 2019 in een procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze procedure is door verschillende nabestaanden van slachtoffers van MH17 aangespannen tegen de Russische Staat. In dit schriftelijk standpunt stelt de Russische Federatie dat ook andere beelden van de TELAR vervalst (“fake”) zouden zijn. Er zou zelfs sprake zijn van een aaneenrijging van gemanipuleerde beelden: een “false digital story”.

In het schriftelijke standpunt van de Russische Federatie worden verschillende beelden opgevoerd. Met uitzondering van een foto en een video van een zelfstandig rijdende TELAR in Snizhne, zijn deze beelden al eerder genoemd door het Russische Ministerie van Defensie en gericht onderzocht door het NFI. In dat onderzoek werden de Russische stellingen genoegzaam weerlegd. Volgens het NFI zijn er geen aanwijzingen voor manipulatie. Daarmee blijven over de foto en video van de TELAR in Snizhne. Die zijn niet eerder betwist. Over de foto wordt het een en ander gezegd over de wijze waarop deze in een JIT-presentatie is getoond, maar niet uitgelegd waarom dit beeld zelf ‘fake’ zou zijn. Alleen van de video in Snizhne worden concrete, beweerdelijke aanwijzingen genoemd van manipulatie.

Wij hebben onszelf de vraag gesteld of dit reden geeft tot nader beeldonderzoek. Concreet hebben wij ons afgevraagd hoe ver wij moeten gaan met de validatie van beeldmateriaal, wat nader onderzoek naar beeldmanipulatie nog toevoegt aan al het onderzoek dat al is verricht en hoe serieus wij Russische beschuldigingen nog kunnen nemen na alle aantoonbare onwaarheden die de Russische autoriteiten de afgelopen jaren al hebben verkondigd. Toch menen wij dat het in deze vroege fase van het proces nog in de rede ligt om deskundig onderzoek te laten doen naar dit specifieke voorbeeld van beweerdelijke beeldmanipulatie. De voortgang van het proces hoeft hier niet onder te lijden als dat nu vroegtijdig in gang wordt gezet.

14

продолжение

Metadata
In het onderzoek is alleen onderzoek gedaan naar metadata bij originele beeldbestanden, zoals foto’s of video’s. Bij andere bestanden had zulk onderzoek geen zin, omdat metadata bij opnieuw opslaan, verzenden of uploaden bij diensten zoals YouTube kunnen wijzigen. In dat geval zeggen metadata dus niet veel over wanneer een beeldbestand is gemaakt of gewijzigd.

In het schriftelijk standpunt van de Russische Federatie in de EHRM-procedure wordt gesteld dat een YouTube-versie van de video van de TELAR in Snizhne als ‘encoded date’ 16 juli 2014 vermeldt. Dus een dag vóór het neerschieten van MH17 en het maken van de andere beelden van de TELAR. Volgens de Russische Federatie kan deze ‘encoded date’ nooit vroeger zijn dan de datum waarop de video feitelijk is geüpload en moet deze video dus al op 16 juli 2014 zijn geüpload.

Dat sluit niet aan bij de onderzoeksbevindingen. Wij kunnen wijzen op ander bewijs uit verschillende bronnen voor een zelfstandig rijdende TELAR door Snizhne op 17 juli 2014. Bovendien vragen wij ons af waarom een video die volgens de Russische Federatie zou zijn gefabriceerd “with a propaganda motive” van het JIT gemaakt is op een dag die niet in diezelfde ‘propaganda’-lijn past. Tegelijk is er expertise nodig om inhoudelijk op dit punt van de ‘encoded date’ te kunnen reageren. Op deze nieuwe vraag geeft het eerdere NFI-rapport geen antwoord. Ook dit punt zouden wij aan een deskundige voorgelegd willen zien.

Conclusie beeldmateriaal
Kortom: met betrekking tot onderzoek naar beeldmateriaal zien wij reden voor een vordering tot verwijzing naar de rechter-commissaris voor een opdracht tot deskundigenonderzoek naar de video van de TELAR in Snizhne. Concreet gaat het om onderzoek naar:

mogelijke aanwijzingen voor beeldmanipulatie van de twee in het dossier opgenomen versies van dezelfde video van de TELAR in Snizhne, mede in het licht van de stellingen van de Russische Federatie,
onderzoek naar de stelling dat de door de Russische Federatie genoemde versie van diezelfde video al op 16 juli 2014 moet zijn geüpload en dus daarvoor moet zijn opgenomen.
Getuigen
Wij komen nu te spreken over het nader horen van getuigen door de rechter-commissaris. Wij hebben al uitgelegd dat we nu vorderingen doen tot het nader horen van getuigen vanwege de te verwachten voorbereidingstijd die hiervoor nodig zal zijn. Wij houden hierbij overigens nadrukkelijk de mogelijkheid open dat wij later, tijdens de regiezitting, nog meer getuigenverhoren zullen vorderen. Eerst zullen wij aangeven welke aandachtspunten uit oogpunt van veiligheid gelden bij het nader horen van getuigen. Daarna zullen wij van verschillende getuigen aangeven, op welke gronden wij vorderen die getuigen wel nader gehoord worden.

We zullen steeds spreken over getuigen in de mannelijke vorm. Als de identiteit van de getuige is afgeschermd, is het ook mogelijk dat het om een vrouwelijke getuige gaat. Daarom moet overal waar wij ‘hij’ zeggen dus begrepen worden ‘hij of zij’.

Procedure
Wij legden al uit waarom de rechter-commissaris heeft besloten om van tientallen getuigen de identiteit uit het dossier te houden. De dreiging van de DPR in Oost-Oekraïne en het feit dat de Russische Federatie met verregaande middelen probeert zijn betrokkenheid in deze zaak te verhullen, hebben nadrukkelijk gevolgen voor het onderzoek dat de komende tijd nog moet plaatsvinden.

Er zal alles aan gedaan moeten worden om getuigen veilig te laten verklaren. Getuigen van wie de identiteit op bevel van de rechter-commissaris is afgeschermd, zullen niet veilig ter zitting gehoord kunnen worden. We moeten er rekening mee houden dat anonieme getuigen alleen veilig door de rechter-commissaris kunnen worden gehoord buiten aanwezigheid van verdediging en OM. Het enkel bekend worden van een plaats en tijd van verhoor kan immers, gezien de aard van de dreiging, al een onaanvaardbaar veiligheidsrisico opleveren. Dat risico doet zich niet voor als de rechter-commissaris op een onbekend moment in een ruime tijdsperiode op een voor anderen onbekende wijze getuigen hoort, aan de hand van schriftelijke vragen van OM en verdediging. Eerder vond de rechter-commissaris het noodzakelijk om de data van afgenomen 226a Sv-verhoren uit het dossier weg te laten omdat die data aanknopingspunten kunnen geven voor de onthulling van de identiteit van die getuigen. Dat risico zal nu niet anders zijn.

Het OM meent dat de rechter-commissaris bij uitstek in staat is om te beslissen over de wijze waarop nieuwe getuigen veilig kunnen worden gehoord en tegelijk tegemoet kan worden gekomen aan het ondervragingsrecht van de verdediging. De rechter-commissaris beschikt over de meeste informatie en heeft inmiddels de nodige ervaring opgedaan met het verhoren van bedreigde getuigen in dit dossier. Voor alle getuigen van wie de identiteit is afgeschermd op basis van artikel 149b Sv zal hoe dan ook naar de rechter-commissaris moeten worden verwezen, omdat beoordeeld moet worden hoe een verhoor kan plaatsvinden dat recht doet aan de eerdere beslissing om de identiteit van de getuige buiten het dossier te houden.

Het ligt niet in de rede dat uw rechtbank één van de leden van uw kamer als rechter-commissaris aanwijst. Als later bepaald zou moeten worden dat de raadslieden en de officier van justitie niet bij het verhoor aanwezig mogen zijn, wat te verwachten valt, mag dat lid van uw kamer daarna niet meer deelnemen aan het onderzoek ter zitting (artikel 316 lid 2 Sv). Als uw rechtbank kennis zou nemen van informatie die om veiligheidsredenen niet in het dossier kan worden gevoegd, komt u in de ongelukkige situatie dat u meer over een getuige weet dan de verdediging. Dat lijkt ons ongewenst. Daarom verzet het OM zich op voorhand tegen een mogelijke aanwijzing van een lid van uw kamer als rechter-commissaris.

Als de rechter-commissaris beslist tot een verhoor zonder aanwezigheid van OM en verdediging is denkbaar dat voor sommige getuigen meerdere schriftelijke rondes moeten worden ingelast. Dit alles heeft uiteraard gevolgen voor de doorlooptijd van door de rechter-commissaris af te nemen getuigenverhoren. Voor getuigen die nog niet eerder zijn gehoord door de rechter-commissaris zal bekeken moeten worden op welke wijze de verhoren praktisch en procedureel vormgegeven moeten worden en zullen mogelijk nog tijdrovende 226a Sv procedures doorlopen moeten worden. Tel daarbij op dat de rechter-commissaris in veel gevallen een uiterst discrete manier zal moeten vinden om de voor deze verhoren benodigde internationale rechtshulp te verkrijgen, en dan is duidelijk dat het van groot belang is dat de rechter-commissaris zo spoedig mogelijk aan deze belangrijke taak kan beginnen.

Uitgangspunt daarbij is uiteraard dat het ondervragingsrecht van de verdediging in ruime mate moet worden gefaciliteerd. Gelet op de uitzonderlijke veiligheidsrisico’s in deze zaak moet bij de vormgeving van dat ondervragingsrecht al wel met een scherp oog gekeken worden hoe een eerlijke belangenafweging uitvalt. Wij zien in dit dossier geen getuigen die te zijner tijd mogelijk kunnen worden aangemerkt als ‘sole and decisive’ getuigen in de zin van de jurisprudentie van het EHRM. Het gaat bij de anonieme getuigen in dit dossier om een aanzienlijke groep getuigen die met name kunnen verklaren over de aanvoer en afvoer van de Buk-TELAR en het afvuren van de Buk-raket. Bij de huidige stand van het dossier is voor geen enkele verdachte een getuigenverklaring aan te merken als potentieel beslissend voor een veroordeling. Die omstandigheid is relevant bij het wegen van enerzijds de belangen van de verdachte tot het doen ondervragen van getuigen en anderzijds de belangen van de getuigen bij een veilige wijze van verhoor.

M58
In het dossier bevinden zich verklaringen van getuige M58. Deze getuige heeft uiteindelijk een verklaring op naam afgelegd, maar wij zien in deze fase geen reden om die naam hier ter zitting al te noemen. Deze getuige verklaart (samengevat) dat hij in de zomer van 2014 als Russische vrijwilliger actief was in een separatistische eenheid in de zelfverklaarde republiek Donetsk. Hij geeft aan dat hij zich op 17 juli 2014 ten tijde van het neerhalen van vlucht MH17 bij een kruispunt ten zuiden van Snizhne bevond, in de buurt bij een Buk-TELAR op het moment dat een raket werd gelanceerd. Hij had daar de opdracht om samen met anderen het terrein te bewaken. Hij verklaart over andere aanwezige separatisten op de afvuurlocatie en over diverse details ter plaatse. Hij verklaart dat de aanwezigen aanvankelijk blij waren omdat hen werd gezegd dat er een militair transportvliegtuig was neergeschoten. Toen de eerste mensen terugkwamen van de crashsite, vertelden zij echter dat het om een burgervliegtuig ging.

Gelet op de inhoud van de verklaring en zijn persoonlijke omstandigheden zijn specifieke maatregelen genomen voor de bescherming van M58. De beschermingsmaatregelen zijn van invloed op de (verdere) feitelijke beschikbaarheid van M58 voor het onderzoek, uw rechtbank, het OM en de verdediging. Daarom is M58 in oktober 2019 door de rechter-commissaris gehoord. Deze verhoren vonden plaats buiten aanwezigheid van verdediging en de officier van justitie en zijn audiovisueel vastgelegd, waarbij M58 onherkenbaar is gemaakt. De ervaring leert dat de veiligheid van beschermde getuigen gebaat is bij het doen verhoren van die getuigen zodra dat kan, omdat het afnemen van verhoren – zeker in zaken waarvoor veel belangstelling is in de media – de aandacht kan vestigen op beschermde getuigen.

Het OM vordert een nader verhoor door de rechter-commissaris zodat ook het OM en (desgewenst) de verdediging deze getuige vragen kunnen stellen. De getuige verklaart consistent en duidelijk maar er zijn enkele ondergeschikte punten waarop de verklaringen van de getuige nog vragen openlaten, bijvoorbeeld waar het gaat om de data van enkele gebeurtenissen in de aanloop naar 17 juli 2014. Ook zou het OM graag nadere vragen stellen over zijn waarnemingen op de lanceerlocatie, bijvoorbeeld ten aanzien van de daar aanwezige personen. Getuige verklaart daarover op verschillende momenten, onder meer dat hij Russische accenten heeft herkend bij op de lanceerlocatie aanwezige militairen, dat er Russische militairen bij de Buk aanwezig waren en ook dat hij van zijn maten heeft gehoord dat er mensen van de FSB aanwezig waren bij het neerschieten van het vliegtuig.

De audiovisuele opnames van het verhoor van M58 berusten bij de rechter-commissaris. Het OM verzoekt uw rechtbank de rechter-commissaris opdracht te geven een samenstelling te maken van de relevante onderdelen van de verhooropname, die met inachtneming van de veiligheidsmaatregelen voor de getuige aan het dossier kunnen worden toegevoegd en desgewenst ter zitting kunnen worden getoond. Bij de selectie door de rechter-commissaris van de relevante onderdelen op basis van het proces-verbaal van verhoor zouden de standpunten van het OM en de verdediging moeten worden betrokken.

Wij gaan er vanuit dat M58 met het oog op zijn veiligheid niet ter zitting gehoord kan worden. Het vooraf bekend worden van een plaats en tijd van verhoor ter zitting en de daarbij horende noodzakelijke reisbewegingen vormen daarvoor een te groot risico. Indien u wel een verhoor ter zitting zou overwegen geven we u in overweging vroegtijdig een standpunt van de rechter-commissaris in te winnen over de vraag of dit op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Uit oogpunt van veiligheid is namelijk ook van belang dat een getuige als M58 niet vaker gehoord wordt dan noodzakelijk.

S21 en S07
Getuige S21 verklaart (samengevat) dat hij in de zomer van 2014 deel heeft uitgemaakt van een separatistische eenheid die actief was in de omgeving van Donetsk. Hij rapporteerde aan verdachte Kharchenko. Tot zijn werkzaamheden behoorde onder meer het bemannen van checkpoints, patrouilleren en het bewaken van locaties en objecten. Op de dag waarop MH17 is neergeschoten, is hij samen met een aantal anderen in de avond ingeschakeld om een Buk-TELAR te vervoeren vanaf Snizhne. Ze dragen de TELAR uiteindelijk over aan anderen in de omgeving van Debaltseve.

Getuige S07 heeft verklaard dat ook hij in de betreffende periode actief was in een separatistische eenheid die onder leiding stond van Kharchenko. Over zijn bezigheden op 17 juli 2014 is S07 weinig specifiek. S21 heeft verklaard dat S07 ook aanwezig geweest bij het afvoeren van de Buk-TELAR na het neerschieten van MH17. S07 heeft dat in zijn verhoren niet erkend.

Het OM wil S07 daarover nader bevragen en hem confronteren met de verklaringen van S21. Ook wil het OM S21 vragen stellen die voortkomen uit de verklaringen van S07 en getuige M58. M58 beschrijft bijvoorbeeld de situatie op en in de omgeving van de lanceerlocatie en de daar aanwezige mensen, locaties waar S21 ook is geweest.

S17, S27 en S32
Getuige S17 werd gehoord in 2015. Hij beschrijft in zijn verklaring dat hem op 17 juli 2014 al voor het neerschieten van MH17 een video is getoond met daarop een stuk luchtafweergeschut dat op een tank leek. De maker had de video eerder die dag gemaakt. Inmiddels zijn natuurlijk meerdere beelden van 17 juli 2014 bekend geworden met een Buk-TELAR erop. Het OM wil S17 nader bevragen om vast te stellen of de video één van deze beelden betreft.

Getuige S27 werd ook gehoord in 2015. Uit zijn verklaring blijkt dat hij op twee verschillende momenten en locaties op 17 juli 2014 een Buk-TELAR heeft gezien. Een van die plaatsen is de Illicha Avenue in Donetsk. Daar is ook een foto genomen van de Buk-TELAR. S27 geeft ook beschrijvingen van de mensen die bij de Buk-TELAR waren en herkent specifieke uniformen die zij hebben gedragen. Daarnaast verklaart hij over gesprekken met mensen die het afschieten van de raket hebben gehoord. Het OM zou hem graag nader ondervragen op basis waarvan hij concludeerde dat het om een Buk-TELAR ging. Ook zou het OM hem in de huidige fase van het onderzoek specifieker willen bevragen op de mensen bij de Buk-TELAR.

S32 heeft in 2016 verklaard dat hij in juli 2014 met zijn dashboardcamera beelden heeft gemaakt van een Buk met begeleidend konvooi en die door iemand anders op YouTube heeft laten zetten.

Voor deze getuigen geldt alle drie dat zij al langer geleden gehoord zijn, en nog niet door het OM. Wij waren voor alle drie getuigen voornemens al eerder, nog voor juni 2019, een vordering in te dienen voor een verhoor door de rechter-commissaris op voet van art. 226a Sv. Bij de voorbereiding van die vorderingen bleek echter dat een dergelijk verhoor toen niet uitvoerbaar zou zijn, omdat de getuigen niet meer bereikt konden worden of niet op een veilige manier door de rechter-commissaris gehoord konden worden.

Mogelijk is dat nu, door het tijdsverloop, anders. Wij vinden het noodzakelijk dat deze drie getuigen, indien mogelijk, alsnog op een veilige manier gehoord worden door de rechter-commissaris – al dan niet conform de 226a Sv procedure. Dan kunnen nadere vragen gesteld worden door OM en verdediging en indien het verhoor verloopt conform de 226a Sv procedure kan de rechter-commissaris een betrouwbaarheidsonderzoek uitvoeren op voet van art. 226e Sv. De verklaringen van alle drie deze getuigen zijn van belang voor de beoordeling van beeldmateriaal van de Buk-TELAR in het dossier. Zoals wij zojuist hebben toegelicht, wordt de authenticiteit van dat beeldmateriaal door sommigen in twijfel getrokken. Dat maakt het aangewezen deze drie getuigen nader te horen.

Schouw
Tot slot de mogelijkheid van een schouw. Eigen waarneming van de wrakstukken van de MH17 verdiept het inzicht van de rechtbank, de verdediging en het OM in het forensisch dossier. Op die manier kunnen de procesdeelnemers zich zelf een compleet beeld vormen van de perforaties en kraters aan de linkerzijde van het toestel en de verschillende wrakstukken waar de deeltjes zijn ingeslagen en uitgenomen die overeenkomsten vertonen met een Buk-raket van de 9M38-serie. Voor dat ruimere schadebeeld is een schouw behulpzaam. Dat grotere beeld kan eenmaal niet goed in foto’s worden gevangen. In het dossier is een 3D reconstructie opgenomen van de wrakstukken. Dat geeft een duidelijker beeld dan afzonderlijke foto’s, maar biedt ook niet dezelfde indruk als een schouw van de wrakstukken in persoon.

In Gilze-Rijen staat de reconstructie die de OVV heeft gemaakt van het voorste deel van het vliegtuig: de buitenzijde van de cockpit, de business class en een klein deel van de economy class. De meeste wrakstukken waarin deeltjes zijn aangetroffen die overeenkomen met onderdelen van een Buk-raket zijn onderdeel van deze reconstructie. Alleen de linkervleugel, waarin verschillende van deze deeltjes zijn gevonden, is op een andere locatie opgeslagen. Hetzelfde geldt voor de verschillende grotere en kleinere delen, die visueel en in elementsamenstelling overeenkomen met verschillende onderdelen van een Buk-raket. Deze zijn niet alleen uitgenomen uit de wrakstukken, maar ook uit de lichamen van slachtoffers en vluchtdocumenten van de bemanning. Grotere delen zijn los aangetroffen in het rampgebied. Deze vermoedelijke raketdelen zijn elders opgeslagen. Datzelfde geldt voor de onderdelen van de verschillende ontmantelde en gedetoneerde referentieraketten uit Oekraïne en Finland, waarmee de aangetroffen delen zijn vergeleken, en de aluminium getuigenplaten die gebruikt zijn bij de arenatesten. Wat ons betreft geven de foto’s in het dossier hiervan voldoende beeld. Deze hoeven niet worden te geschouwd. Zo nodig kunnen kleinere delen later nog op zitting worden getoond. Voor een ruimer schadebeeld volstaat een schouw van de reconstructie. Wij vorderen daarom dat uw rechtbank de zitting hiervoor op een ander te bepalen moment verplaatst naar de betreffende hangar op de luchtmachtbasis in Gilze-Rijen. Indien u er de voorkeur aan geeft dat ook de zojuist genoemde elders opgeslagen voorwerpen worden geschouwd, kunt u dat uiteraard ambtshalve bepalen.

Voor een schouw zal de verdediging voldoende vertrouwd moeten zijn met het forensisch dossier. Daarom zou deze ook in of na juni kunnen plaatsvinden. Ook in dit geval lijkt het ons wenselijk als uw rechtbank hier nu al over beslist, zodat daarvoor de nodige logistieke voorbereidingen kunnen worden getroffen en hiermee in de verdere zittingsplanning rekening kan worden gehouden.

Inzage raadslieden Pulatov
Daarmee komen wij bij de inzage van stukken. Zoals gezegd, zal het OM de verdediging actief inzage aanbieden in verschillende stukken die niet in het dossier zitten omdat wij ze hebben beoordeeld als niet relevant, maar waar de verdediging wellicht anders over denkt. Wij hebben bij de samenstelling van het procesdossier immers nog geen rekening kunnen houden met mogelijke verweren van Pulatov die tot op heden nog niet bekend zijn gemaakt. Ook staat het de verdediging vrij om gemotiveerd inzage te vragen in andere stukken die niet in het dossier zitten, ter onderbouwing van concrete verweren. In het procesdossier wordt van verschillende, nader genoemde stukken vermeld waarom deze niet in het dossier zijn gevoegd. Als de verdediging van zulke stukken kennis wil nemen, is dat vanzelfsprekend mogelijk. Dat zal het OM alleen weigeren als dat op zwaarwegende gronden noodzakelijk is (artikel 187d Sv), zoals bijvoorbeeld de veiligheid van getuigen of het belang van het onderzoek dat nog plaatsvindt naar andere betrokkenen. Indien het OM en de verdediging van mening verschillen over de vraag of inzage kan plaatsvinden, beslist uw rechtbank. Om de voortgang van dit proces te bespoedigen stelt het OM voor dat de rechter-commissaris de opdracht krijgt om, tussen de zittingen door, namens uw rechtbank te beslissen op eventueel bezwaar van de verdediging tegen een weigering van het OM om inzage te geven. Ook dat lijkt ons weer in belang van de volledigheid van het onderzoek en de voortgang van de zaak.

Vertaling Pulatov
Mogelijk heeft de verdediging ook belang bij de vertaling van processtukken. Vóór deze zitting heeft het OM een Russische vertaling van de dagvaarding en het algemeen relaas verstrekt. Dat relaas is een gedetailleerde samenvatting van het dossier, van (in de Nederlandse versie) 147 pagina’s. Dit heeft geruime tijd gekost. Daarnaast heeft het OM de Russische vertaling van het persoonsdossier toegezegd, een overzicht van het onderzoek met betrekking tot verdachte Pulatov van (in de Nederlandse versie) 68 pagina’s. Deze vertaling is bijna afgerond. Nadat de verdediging zich heeft gesteld heeft het OM bovendien de audiobestanden van de voor het bewijs belangrijkste tapgesprekken aan het dossier toegevoegd, zodat de verdediging beschikt over de originele Russischtalige geluidsbestanden. Ook dat vergemakkelijkt de kennisname door de verdachte van belangrijk bewijsmateriaal tegen hem.

Het OM meent dat deze stukken de verdachte voldoende inzicht geven in de beschuldiging en het bewijs dat het OM hiervoor aanvoert. Op grond van deze stukken en de nadere bespreking van andere dossierstukken in het overleg met zijn raadslieden (met hulp van een tolk of zijn Russische advocaat) zou verdachte in alle zorgvuldigheid zijn proceshouding moeten kunnen bepalen. Op basis van concrete, gemotiveerde verzoeken kan vervolgens beoordeeld worden of verdachte belang heeft bij de Russische vertaling van andere stukken.

Vóór deze zitting heeft het OM al met de verdediging besproken dat voor vertaling van aanvullende stukken steeds concreet moet worden onderbouwd waarom de verdediging die vertaling noodzakelijk acht. Dat is volgens Nederlandse (artikel 32a lid 1 Sv) en Europese regels. Volgens de Europese richtlijn moet het gaan om processtukken die essentieel zijn om te garanderen dat verdachte zijn verdedigingsrecht kan uitoefenen (artikel 3 lid 1 Richtlijn 2010/64/EU). Stukken of onderdelen van stukken waar dat niet voor geldt, hoeven niet vertaald te worden (artikel 3 lid 4 Richtlijn).

Vanaf deze zitting zullen vertaalverzoeken aan uw rechtbank moeten worden gericht. Ook hier stellen wij voor dat uw rechtbank aan de rechter-commissaris de opdracht geeft om, tussen de zittingen door, namens uw rechtbank te beslissen over eventuele vertaalverzoeken van de verdediging teneinde de voortgang te bespoedigen.

Nabestaanden
Net als verdachten hebben ook de nabestaanden van de slachtoffers rechten. Ook zij hebben bijvoorbeeld recht op kennisneming van processtukken, voor zover zij daar belang bij hebben (artikel 51b leden 1 en 6 Sv). Zo kunnen bepaalde processtukken van belang zijn voor de opstelling van hun verklaring in het kader van het spreekrecht of voor de onderbouwing van een vordering tot schadevergoeding.

Aan de andere kant moet het OM bij de verstrekking van afschrift van processtukken aan nabestaanden rekening te houden met mogelijke gevolgen voor dit strafproces. Vanwege de bijzondere mediabelangstelling voor deze zaak en het grote aantal nabestaanden is er een reële kans dat processtukken in de openbaarheid komen. Het lijkt ons niet in het belang van de rechtsgang dat dit gebeurt, nog voordat die de processtukken op een openbare zitting zijn behandeld. Daarom hanteert het OM een restrictieve lijn bij de verstrekking van processtukken aan nabestaanden, waarbij wij tegelijkertijd steeds elk verzoek individueel hebben getoetst op de vraag of er argumenten zijn om van die algemene restrictieve lijn af te wijken.

Rekening houdend met de belangen van de nabestaanden, zien wij ruimte om aan alle nabestaanden een kopie van de samenvatting van het onderzoek (het algemeen relaas) te verstrekken, zodra de inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden. Dit hebben wij hen al eerder toegezegd. Ook hebben wij toegezegd dat wij er in elk geval voor zullen zorgen dat zij deze samenvatting krijgen uiterlijk vier weken vóórdat hen gevraagd wordt om hun vordering in te dienen. Daarvoor zal voldoende tijd – tenminste vier weken - moeten worden ingepland tussen de afronding van de inhoudelijke behandeling en het moment dat de vorderingen benadeelde partijen moeten zijn ingediend. Nu de zitting is aangevangen zal uw rechtbank moeten beslissen op verzoeken tot kennisneming en afschrift van processtukken. Wij denken dat het recht van nabestaanden op inhoudelijke informatie over het onderzoek het beste gediend kan worden door al in de regiefase over te gaan tot een inhoudelijke bespreking van sommige onderdelen van het dossier. Wij zullen daar zo nader op ingaan.

Naast recht op informatie hebben nabestaanden ook het recht om in de strafzaak gehoord te worden en het recht om schadevergoeding te vorderen. Een eerste inventarisatie onder de nabestaanden heeft geleerd dat tot op heden 49 nabestaanden gebruik willen maken van het spreekrecht, dat 84 nabestaanden een vordering als benadeelde partij willen indienen en dat 82 nabestaanden een schriftelijke slachtofferverklaring willen indienen. Dit is slechts een voorlopige inschatting. Het staat nabestaanden vrij van dit voornemen af te zien of juist alsnog van hun rechten gebruik te willen maken. In het belang van een goede procesgang heeft het onze voorkeur als het spreekrecht vóór requisitoir wordt uitgeoefend. Datzelfde geldt voor de eerste toelichting op de vordering tot schadevergoeding.

Wij verzoeken uw rechtbank om met bovenstaande rekening te houden in de verdere planning van de zitting.

Vooruitblik inhoudelijke behandeling
Wij ronden af met een vooruitblik op de inhoudelijke behandeling. Die vooruitblik wordt mede bepaald door de wijze waarop de afgelopen jaren, sinds 17 juli 2014, geprobeerd is om de waarheidsvinding in deze zaak tegen te werken.

In de afgelopen jaren is het publieke besef van het gevaar van desinformatie sterk gegroeid. Desinformatie is het doelbewust, vaak heimelijk, verspreiden van misleidende informatie, met het doel om schade toe te brengen aan (onder meer) het publieke debat en democratische en rechtstatelijke processen. Staten maken tegenwoordig gebruik van beïnvloeding en misleiding door gemanipuleerde informatievoorziening. In democratische rechtsstaten wordt inmiddels breed erkend dat desinformatie een serieuze bedreiging vormt voor de stabiliteit en kwaliteit van de democratische rechtsorde en een open samenleving. Net als de Europese Unie [3] en veel andere landen heeft de Nederlandse overheid maatregelen genomen om de gevaren van desinformatiecampagnes tegen te gaan.[4]

Na het neerschieten van vlucht MH17 is een desinformatiecampagne gestart die voortduurt tot op de dag van vandaag. Aan de hand van open bronnen en tapgesprekken kan de start van die campagne heel precies worden bepaald. In de eerste uren na de crash werd de schaarse informatie nog ongefilterd gedeeld. Zo berichtte het pro-Russische televisiestation LifeNews op 17 juli vanaf 16.34 uur, dus binnen een kwartier na de crash, als volgt:

“Rebellen berichten ons dat het hen gelukt is nog een transportvliegtuig van de Oekraïense luchtmacht neer te halen. Dat gebeurde boven de stad Torez in de zelfuitgeroepen republiek Donetsk. Dat was omstreeks 5:00 uur Moskouse tijd. Een AN-26 vloog boven de stad. Een raket boorde zich plotseling in het toestel. Er volgde een explosie en het vliegtuig begon te vallen. In de lucht was zwarte rook te zien. De AN-26 was aan de kant van de mijn, van de woonwijken neergevallen. Ik voeg er aan toe dat Torez niet ver van de stad Snizhne en de Saur-Mogila heuvel ligt. Deze gebieden worden door rebellen gecontroleerd.”

Merk op dat in deze vroege berichtgeving al belangrijke elementen worden genoemd die later in het onderzoek zijn vastgesteld: de betrokkenheid van de ‘rebellen’, die blijkbaar zelf het neerschieten hebben geclaimd tegenover de journalisten; het gebruik van een raket; en de link met het gebied rond Snizhne, dat door de ‘rebellen’ werd gecontroleerd. Alleen de aard van het neergeschoten vliegtuig was onjuist.

Er is meer bewijs in het dossier dat de DPR vlak na het neerstorten van vlucht MH17 openlijk claimde een vliegtuig te hebben neergeschoten. Zo heeft een in het gebied aanwezige fotograaf in een World Press video-interview in 2017 beschreven dat hij na het neerstorten van MH17 werd gebeld door een perswoordvoerder van de separatisten die hem vertelde dat zij een militair vliegtuig van Oekraïne hadden neergeschoten. Hij ontving dit telefoontje voordat bekend werd wat voor vliegtuig was neergeschoten.

Als in de daaropvolgende uren blijkt dat het getroffen doelwit geen militair vliegtuig is, maar burgervlucht MH17, komt desinformatie campagne onmiddellijk op gang. De pro-Russische televisiestations veranderen hun berichtgeving. Zo verdwijnen bij LifeNews vanaf een uur of zes de claim van de ‘opstandelingen’ en de ooggetuigen van de raket volledig uit beeld. In plaats daarvan volgt om 18:02 uur het bericht dat MH17 zou zijn neergeschoten met een S-300 raketsysteem van de Oekraïense krijgsmacht. Een klein half uur later wordt die versie alweer vervangen door het bericht dat de Boeing door een Oekraïens gevechtsvliegtuig zou zijn neergeschoten, waarna het ‘volksleger’ weer dat gevechtsvliegtuig zou hebben neergeschoten.

Enkele dagen later neemt het Russische Ministerie van Defensie de berichtgeving over. Dat gebeurt op 21 juli 2014 in een persconferentie. We noemden deze al eerder. Daarin doet het Ministerie een dubbele suggestie: enerzijds wordt de mogelijkheid geopperd dat MH17 is neergeschoten door een Oekraïens gevechtsvliegtuig; anderzijds wordt gewezen op een Oekraïens Buk-systeem. Vanaf dat moment worden beide verhaallijnen in de lucht gehouden, onder meer door het Ministerie van Defensie, Buk-fabrikant Almaz Antey, de Russische opsporingsautoriteit, de plaatsvervangend Procureur-Generaal en de minister en woordvoerder van Buitenlandse Zaken. Tot midden 2015 is de lezing van een aanval met een Oekraïens gevechtsvliegtuig dominant. Vanaf het uitbrengen van het concept- en eindrapport van de OVV verschuift het accent naar een Oekraïense Buk-raket. Daarbij worden verschillende lezingen gegeven over welk type raket en welk type warhead zouden zijn gebruikt en wordt telkens gesteld dat de Russische krijgsmacht die niet meer in gebruik heeft. Vanaf 26 september 2016 verdwijnt de lezing van een Oekraïens gevechtsvliegtuig naar de achtergrond. Die datum wordt bekend gemaakt dat er Russische radargegevens zijn teruggevonden. Op de radarbeelden is geen gevechtsvliegtuig te zien. Vanaf dat moment wordt de Oekraïense Buk-raket de dominante lezing. Die wordt in 2018 bevestigd door de presentatie van documenten, waaruit zou blijken dat de verantwoordelijke Buk-raket al in 1986 aan een Sovjeteenheid in de Oekraïense deelrepubliek is geleverd. Volgens het Russische Ministerie van Defensie zou die raket daar verder gebleven zijn. Dezelfde lijn wordt begin 2019 gevolgd door de Russische plaatsvervangend Procureur-Generaal. Ook hij wijst op het bewijs voor een Oekraïense raket. Toch blijft de Russische Federatie beide opties open houden: in de reactie in de EHRM-procedure komt het niet verder dan de “alleged shooting down of MH17 by a BUK missile”. Tot op vandaag hebben de Russische autoriteiten geen uitsluitsel gegeven over wat er volgens hen nu precies is gebeurt op 17 juli 2014.

De Russische boodschap is er uitsluitend op gericht om twijfel te zaaien over het bewijs voor een Russische Buk-raket en om het JIT-onderzoek te diskwalificeren. Zo wordt het JIT verweten dat het vooringenomen is, gebruik maakt van vervalste informatie en de Russische informatie niet serieus neemt. Tegelijkertijd verstrekken de Russische autoriteiten zelf evident onjuiste informatie over satelliet- en radarbeelden en weigeren zij om informatie te verstreken over de Buk-TELAR die in het JIT-onderzoek is geïdentificeerd als het systeem waarmee MH17 is neergeschoten. In 2019 verklaart de plaatsvervangend Procureur-Generaal nog dat er geen enkele reden is om Russische burgers te horen, omdat er geen bewijs is voor hun betrokkenheid. Wel vraagt hij op zijn beurt aan de Nederlandse Minister van Justitie om de vervolging van de drie Russische verdachten aan de Russische Federatie over te dragen.

Het lot van vlucht MH17 staat inmiddels bekend als een klassiek voorbeeld van een desinformatiecampagne door de Russische overheid. Het is duidelijk dat we het einde daarvan nog niet hebben gezien. De Nederlandse regering schreef daarover in 2019 het volgende:

“Een van de onderwerpen waarover doelbewust desinformatie verspreid wordt is MH17. Zoals de minister van Justitie en Veiligheid, als coördinerend minister voor statelijke dreigingen, ook aankaartte tijdens het algemeen overleg over nationale veiligheid en crisisbeheersing gaan er veel verschillende theorieën rond over de toedracht van de ramp. Veel van die theorieën zijn inmiddels onjuist gebleken. In sommige gevallen bleken ze bewust gecreëerd te zijn om verwarring te scheppen. Het kabinet heeft bij monde van de minister van Justitie en Veiligheid eerder aangegeven dat we ons moeten voorbereiden op desinformatie in aanloop naar en tijdens het strafproces rondom MH17 met als doel het strafproces negatief te beïnvloeden en het vertrouwen in de onafhankelijke rechtspraak te ondermijnen.” [5]

Die waarschuwing bleek terecht. Kort voor de zitting is er op een website een aantal stukken openbaar gemaakt, die afkomstig zijn uit het JIT-onderzoek.[6] Eén van die stukken betreft een onderdeel van een beeldonderzoek (‘image report’) door de Australian Federal Police. Daarin worden de metadata van vier digitale beeldbestanden van de TELAR besproken die op internet zijn aangetroffen. Het gaat om twee foto’s afkomstig van Paris Match van een TELAR op een oplegger achter een Volvo-truck in Donetsk, een foto van een TELAR op een oplegger in Torez en een foto van een zelfstandig rijdende TELAR in Snizhne. In het gelekte onderdeel van dit rapport worden de metadata van deze bestanden vermeld. Volgens de Australische rechercheurs ‘lijken’ deze bestanden ‘gemanipuleerd’ te zijn (“appears to have been manipulated”), omdat de wijzigingsdatum van die bestanden telkens vóór de creatiedatum valt. Dat is geen conclusie over daadwerkelijke manipulatie, omdat zulke verschillen ook verklaard kunnen worden door opnieuw opslaan, verzending of uploaden van beeldbestanden. Dat merken de Australische rechercheurs zelf ook op: “various reasons could explain why this is so”. Belangijker is dat er de afgelopen jaren veel meer onderzoek naar deze beelden is gedaan dan dit rapport uit 2015 laat zien. Zo is de video veiliggesteld, waaruit de twee Paris Match foto’s in Donetsk zijn uitgesneden. Uit het onderzoek naar deze video is gebleken dat deze volgens de metadata is gemaakt op 17 juli 2014 om 10:23:54 uur op een GPS locatie aan Makeevka Highway in Donetsk. Op basis van de schaduwval op de beelden dateerde het KNMI de video rondom dezelfde tijd. Na vergelijking van de beeldkenmerken van de video met Google Streetview werd dezelfde locatie vastgesteld. Het NFI heeft deze video onderzocht en geen aanwijzingen voor manipulatie gevonden. Verder vindt het transport van de TELAR op deze locatie steun in getuigenverklaringen en telecomgegevens. Ook de twee andere foto’s in het Australische rapport, gemaakt in Torez en Snizhne, zijn breder onderzocht. Daaruit blijkt dat deze foto’s al op 17 juli 2014 openbaar zijn gemaakt. Dat is eerder dan het Australische rapport op basis van de metadata kon vaststellen. Verder zijn ook deze foto’s gevalideerd door onderzoek van het KNMI, vergelijking met informatie op Google Streetview, getuigenverklaringen en telecomgegevens. Het gepubliceerde Australische rapport laat dus wel zien hoe kritisch er in het JIT is gekeken naar verkregen bewijs, maar is inmiddels achterhaald door het vele validatie onderzoek dat er in de jaren na het rapport heeft plaatsgevonden.

In de volledige versie van dat rapport wordt overigens nog een ander beeldbestand genoemd: een video die gemaakt is in Zuhres. Dit onderdeel van het rapport is niet op de betreffende website gepubliceerd. Volgens de informatie in het originele rapport is deze video gemaakt op 17 juli 2014 om 11:37:58 uur lokale tijd op een GPS-locatie in Zuhres. In het dossier worden dezelfde gegevens genoemd en bevestigd door andere bronnen.

Kennelijk zag de website reden om alleen achterhaalde onderzoeksbevindingen naar buiten te brengen, waarmee de suggestie van beeldmanipulatie kon worden gewekt. Delen van het rapport die de authenticiteit van een video bevestigen werden niet gepubliceerd. Deze website is er dus niet op uit om op een journalistiek verantwoorde manier informatie te delen, maar om desinformatie te verspreiden.

Dat blijkt ook uit twee andere gelekte stukken, die wel in het dossier zitten. Dit zijn ambtsberichten van de MIVD, waarin informatie wordt verstrekt over de locaties van Oekraïense en Russische Buk-systemen in de regio waarin MH17 is neergeschoten. In de twee gelekte ambtsberichten wordt weer verwezen naar een eerder ambtsbericht, waarin duidelijk wordt aangegeven dat deze militaire informatie beperkt is tot locaties waar “gedurende langere periodes activiteiten zijn waargenomen van [Buk-systemen] in juni en juli 2014”. De MIVD concludeert dus niet dat er op 17 juli 2014 geen Russisch Buk-systeem in Oost-Oekraïne aanwezig was, zoals door de website wordt gesuggereerd. Het MIVD-ambtsbericht ziet alleen op plaatsen waar Buk-systemen langere tijd gestationeerd waren. Kortdurende operaties, waarbij een Buk-systeem wordt aangevoerd, ingezet en gelijk weer afgevoerd, vielen buiten de waarneming van de MIVD, zoals omschreven in de ambtsberichten.

Afgelopen zaterdag hebben de initiatiefnemers van deze website nieuwe stukken naar buiten gebracht. Dit betroffen vergaderstukken van intern JIT-overleg. Uit die stukken blijkt wat wij eerder al bespraken: dat er afstemming plaatsvond tussen de JIT-landen over welk onderzoek er kon worden gedaan. Zulke vergaderingen zijn voor dit proces niet van belang. Waar het om gaat, is welk onderzoek er daadwerkelijk is verricht. Dat vindt u terug in het dossier. Het is duidelijk dat wij meer van zulke publicaties mogen verwachten in de loop van dit proces.

Wij hebben gekeken hoe de gepubliceerde stukken kunnen zijn verkregen. Alleen Nederland, België, Australië en Maleisië beschikten over alle gepubliceerde stukken. Vooralsnog hebben geen van deze vier JIT-staten een lek kunnen vaststellen. Wel zijn er aanwijzingen voor eerdere hackpogingen van de Russische GRU bij de Maleisische politie en het OM aldaar. Op 4 oktober 2018 hebben de Nederlandse en Britse autoriteiten persconferenties gegeven over de verstoring van een cyberoperatie van de GRU bij de OPCW in Den Haag. Het Nederlands Ministerie van Defensie heeft bekend gemaakt dat één van de betrokken Russische inlichtingenofficieren eerder actief was in Maleisië en zich toen richtte op het MH17-onderzoek.[7] Dat wordt bevestigd door de Britse autoriteiten. Volgens hen was de GRU-operatie in Maleisië erop gericht om informatie te verzamelen over het MH17 onderzoek bij het Maleisische OM en de Maleisische politie.[8] Onder deze omstandigheden moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat de gepubliceerde stukken zijn verkregen na een succesvolle hackoperatie van de GRU bij één van de vier genoemde JIT-landen. Wij merken hierbij op dat informatie over anonieme bedreigde getuigen in een andere, zwaarder beveiligde omgeving is opgeslagen dan de nu bekend gemaakte documenten. Op dit moment is er geen aanwijzing dat informatie over zulke getuigen in verkeerde handen is gevallen.

De cynische desinformatiecampagne over het lot van vlucht MH17, die nu al meer dan vijf jaar duurt, is voor veel nabestaanden een zware belasting. Zoals wij in ons openingswoord al hebben benadrukt is het voor nabestaanden van dodelijke slachtoffers van ernstige misdrijven essentieel dat zo snel mogelijk wordt opgehelderd wat er is gebeurd en wie daarvoor verantwoordelijk is.

Zeker als daar een overheid bij betrokken is geweest. Eén van de nabestaanden heeft dit vorige week treffend verwoord in een Nederlandse krant:

“Op 17 juli 2014 verloren 298 mensen op gewelddadige wijze hun leven. Tachtig van hen waren kind. Voor zo veel leed is de schaal van het menselijk gevoel ontoereikend. Zo immens is de tragedie MH17. Net zo immens is het belang van dit proces. (…) Waarom gebeurd is wat er gebeurde, is bovenal voor nabestaanden belangrijk. Hun vragen zijn nog altijd even talrijk als hun verdriet diep is. De waarheid legt tevens de noodzakelijke juridische basis voor gerechtigheid en rekenschap.”[9]

Voor veel nabestaanden is zulke informatie een belangrijke stap in het rouwproces. Vanwege het grote aantal nabestaanden kan die informatie niet worden gedeeld in een gesprek met de officier van justitie. Dat moet op de openbare zitting gebeuren. Zo snel als het proces dat toelaat.

Er is ook een breder publiek belang bij een spoedige informatievoorziening op deze zitting. Bij ernstige mensenrechtenschendingen zoals in deze zaak hebben niet alleen de nabestaanden maar ook het bredere publiek een recht om te weten wat er is gebeurd en wie daarvoor verantwoordelijk is. Het EHRM zegt dat zo:

“Furthermore, where allegations of serious human rights violations are involved in the investigation, the right to the truth regarding the relevant circumstances of the case does not belong solely to the victim of the crime and his or her family but also to other victims of similar violations and the general public, who have the right to know what has happened. An adequate response by the authorities in investigating allegations of serious human rights violations may generally be regarded as essential in maintaining public confidence in their adherence to the rule of law and in preventing any appearance of impunity, collusion in or tolerance of unlawful acts. For the same reasons, there must be a sufficient element of public scrutiny of the investigation or its results to secure accountability in practice as well as in theory (…).”[10]

Mede om die reden heeft het JIT eerder in beperkte mate informatie gedeeld over de oorzaak van het neerstorten van vlucht MH17.

Ook de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties wees al in 2006 op het recht van nabestaanden en het bredere publiek op de waarheid na ernstige mensenrechtenschendingen. Daaronder valt niet alleen informatie over de toedracht, maar ook over “the progress and results of the investigation”.[11]

Internationale mensenrechtenorganen benadrukken dus het recht van nabestaanden en publiek op informatie, ook gedurende het onderzoek. Natuurlijk moet daarbij een balans gevonden worden tussen de rechten van nabestaanden en publiek en de rechten van verdachten. Maar zeker in een strafzaak waarin voortdurend desinformatie wordt verspreid die belastend is voor nabestaanden, kunnen de luiken niet veel langer meer gesloten blijven.

Wij moeten er rekening mee houden dat nader onderzoek in deze zaak niet voor het einde van dit jaar kan worden afgerond. Een inhoudelijke behandeling zal dan pas in de loop van 2021 kunnen aanvangen. Tot die tijd zal de desinformatiecampagne ongetwijfeld doorgaan.

Ondertussen lopen er ook nog zaken van nabestaanden tegen de Russische Federatie bij het EHRM. De Nederlandse regering heeft al aangekondigd dat het hierin zal interveniëren. Ook in die procedure trekt de Russische staat het bewijs uit het strafdossier in twijfel. Wij bespraken al de beweringen dat het beeldmateriaal gemanipuleerd zou zijn. Naar aanleiding daarvan hebben nabestaanden ons al benaderd met de vraag hoe zij hierop, zonder kennis van het dossier, kunnen reageren. Het OM is bevoegd om strafvorderlijke informatie te verstrekken en is daar steeds terughoudend in geweest, in belang van de rechtsgang. Wij hopen pas informatie te kunnen delen, nadat die besproken is op een openbare zitting. Op die manier houdt uw rechtbank regie over het dossier. Maar wanneer die inhoudelijke bespreking langer op zich laat wachten, gaan de belangen in andere procedures zwaarder wegen. Dan moeten nabestaanden in staat worden gesteld om onterechte beschuldigingen van manipulatie van beeldmateriaal te weerleggen bij het EHRM. Dan moeten zij in die procedure informatie kunnen verstrekken over de validatie van tapgesprekken en de resultaten van het uitgebreide forensisch onderzoek. Wanneer zulke onderwerpen niet in juni ter zitting besproken kunnen worden, is er een gerede kans dat het OM zal moeten instemmen met verstrekking van die informatie op basis van verzoeken van nabestaanden op grond van artikel 39f lid 1 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.[12] Dat gebeurt dan buiten de regie van uw rechtbank.

Tot slot is er nog de omvang en complexiteit van het dossier. Dit dossier bevat informatie over de werking van radars, de capaciteiten van het Buk-raketsysteem, het forensisch onderzoek en grote hoeveelheden Oekraïense telecommunicatie. Verder wordt in het procesdossier verslag gedaan van het uitgebreide JIT-onderzoek naar andere scenario’s dan het scenario dat nu is tenlastegelegd: naar de mogelijkheid van een explosie binnen in het toestel, van een aanval met een gevechtsvliegtuig en van een Buk-raket die vanuit Oekraïens gebied is afgeschoten. Telkens complexe onderwerpen die op zitting besproken moeten worden, maar die niet direct zien op de betrokkenheid van verdachten.

Als wij dat op een rij zetten - de desinformatiecampagne, het recht op informatie van de nabestaanden en het bredere publiek, de grote publieke belangstelling voor dit proces, de lopende staatsaansprakelijkheidsprocedures en de omvang van het dossier - zien wij reden voor een gefaseerde aanpak van dit proces.

Daarmee bedoelen wij dat de inhoudelijke behandeling in verschillende fasen plaatsvindt. Zo zouden de alternatieve scenario’s die buiten discussie staan of de (technische) onderwerpen waarvan het onderzoek is afgerond, al inhoudelijk besproken kunnen worden op de zittingen van juni of september.

Als de verdediging met het OM van mening is dat een explosie aan boord van MH17 of een aanval door een gevechtsvliegtuig redelijkerwijs kan worden uitgesloten, dan kan uw rechtbank die alvast op zitting bespreken. Dat zou ook niet vreemd zijn: deze scenario’s zijn al eerder verworpen door de OVV en lijken inmiddels ook door de Russische Federatie te zijn losgelaten. Er ligt inmiddels alleen nog maar méér objectief bewijs dat deze scenario’s uitsluit: forensische sporen en primaire radardata. Laten we het anders zeggen: als de verdediging nog ooggetuigen zou willen horen van een aanval door een gevechtsvliegtuig, dan komt dat op hetzelfde neer als het horen van een beweerdelijke ooggetuige van een steekpartij, terwijl het slachtoffer is overleden aan schotwonden. Die alternatieve scenario’s zouden dus al eerder besproken kunnen worden.

Hetzelfde geldt voor andere onderwerpen. Als de verdediging met het OM van mening is dat al het mogelijke forensisch onderzoek is verricht of geen onderzoek meer nodig naar radargegevens en de werking van de TELAR, dan zou uw rechtbank deze onderzoeksresultaten alvast op zitting kunnen bespreken. Ook als OM en verdediging van mening zouden verschillen over de uitleg van deze onderzoeksresultaten, staat dat niet in de weg aan een inhoudelijke behandeling. Uw rechtbank kan bijvoorbeeld bespreken welke radargegevens het OM heeft proberen te achterhalen, welke data vervolgens zijn verkregen en welk (deskundigen)onderzoek er naar die data is verricht. Dat zit allemaal in het dossier. Uw rechtbank kan deze feitelijke informatie over het onderzoek zelf voorhouden of aan het OM vragen om dit toe te lichten. Als de verdediging en het OM van mening zouden verschillen over de bewijswaarde van die radardata, kan dat debat later bij requisitoir en pleidooi worden gevoerd.

Een gefaseerde behandeling is in het belang van de voortgang van de zaak en het recht op informatie van de nabestaanden en het bredere publiek. Het geeft rust en duidelijkheid: zonder zo’n voorafgaande bespreking zal voor het publiek niet of nauwelijks te volgen zijn wat ter zitting wordt besproken. Dat lijkt ons niet goed verenigbaar met de vereisten van accessibility en public scrutiny die het EHRM in dit soort zaken stelt.[13]

Het is ook in het belang van de verdachte en de kwaliteit van het onderzoek ter zitting. Op die manier wordt het debat tussen het OM en de verdediging aangescherpt: de belangrijkste discussiepunten kunnen zo de meeste ruimte krijgen tijdens de inhoudelijke behandeling.

Tot slot stelt het paal en perk aan de desinformatiecampagne. Waar uw rechtbank het dossier al eerder getrapt behandelt, kan het publiek tijdig kennis nemen van de aanwijzingen voor verschillende scenario’s en van belastend en ontlastend bewijs. Op grond daarvan kan het zichzelf stap voor stap een geïnformeerd oordeel vormen.

Daarom verzoeken wij uw rechtbank om deze gefaseerde behandeling overwegen. Zodra de procesopstelling van de verdediging bekend is. Daarbij zou u tijdig vóór de volgende regieronde een termijn kunnen stellen, waarbinnen het OM en de verdediging zich schriftelijk moeten uitlaten over hun onderzoekwensen met betrekking tot het gehele dossier of tenminste bepaalde onderdelen daarvan. Op grond van die onderzoekwensen kunt u dan bepalen welke onderwerpen mogelijk nog nader onderzoek behoeven en welke onderwerpen al inhoudelijk besproken kunnen worden in de regiefase. Daarbij kunt u overwegen om bepaalde onderwerpen zelf te behandelen of eerst het OM en de verdediging uit te nodigen hierover standpunten in te nemen.

Conclusies en vorderingen
In de zaak van Pulatov vorderen wij ex artikel 328 Sv:

1. de verplaatsing van de zitting naar de luchtmachtbasis in Gilze-Rijen voor een schouw van de reconstructie van vlucht MH17 op een nader door uw rechtbank te bepalen moment;

2. verwijzing naar de rechter-commissaris voor:

a. het horen van de getuigen M58, S07, S17, S21, S27 en S32 op een door de rechter-commissaris te bepalen veilige wijze;

b. de samenstelling van een video-opname van het eerdere verhoor van M58 na gelegenheid voor verdediging en Openbaar Ministerie om zich uit te laten over de gewenste inhoud van die samenstelling;

c. opdracht aan een deskundige tot onderzoek naar:

mogelijke aanwijzingen voor beeldmanipulatie van de twee in het dossier opgenomen versies van dezelfde video van de TELAR in Snizhne, mede in het licht van de stellingen van de Russische Federatie,
de stelling dat de door de Russische Federatie genoemde versie van diezelfde video al op 16 juli 2014 moet zijn geüpload en dus daarvoor moet zijn opgenomen.
d. het stellen van een termijn waarbinnen de verdediging van Pulatov zich gemotiveerd uitlaat over:

de wens van Pulatov om als getuige op zitting of bij de rechter-commissaris te worden gehoord en de bereidheid om daarbij vragen te beantwoorden;
de (mogelijke) betwisting van één of meer tapgesprekken van Pulatov, waarvan de audiobestanden zijn verstrekt;
e. de (mogelijke) voorbereiding van een verhoor van Pulatov;

f. nadere beslissingen op:

mogelijk bezwaar van de verdediging tegen mogelijke (gedeeltelijke) weigering van het OM tot inzage van de verdediging in stukken die geen onderdeel zijn van het procesdossier;
mogelijke verzoeken van de verdediging tot vertaling van processtukken.
Daarnaast verzoeken wij u om:

3. in de zaak van Pulatov tijdig vóór de zitting van juni een termijn te stellen, waarbinnen het OM en de verdediging zich schriftelijk uitlaten over hun onderzoekwensen met betrekking tot het gehele dossier of tenminste bepaalde onderdelen daarvan;

4. op grond van die onderzoekwensen te bepalen welke onderwerpen inhoudelijk besproken kunnen worden in de zaken van Pulatov, Girkin, Dubinskiy en Kharchenko op de zittingen van juni en september.

Voetnoten
[1] Zie o.a. Kamerstukken II 2006/07, 31 116, nr. 3, p. 3 (“De rechter heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid, volledigheid en grondigheid van het onderzoek dat onder zijn leiding plaats vindt. Hij dient daarbij “the best available evidence” na te streven.”) en Kamerstukken II 2003/04, 29 271, nr. 1, p. 9.

[2] Brief van NFI van 4 maart 2020 (los verstrekt op 5 maart 2020).

[3] Zie o.a. euvsdisinfo.eu.

[4] Zie bijvoorbeeld Kamerbrief Beleidsinzet bescherming democratie tegen desinformatie, 18 oktober 2019, beschikbaar op rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/10/18/kamerbrief-over-beleidsinzet-bescherming-democratie-tegen-desinformatie.

[5] Kamerbrief Beleidsinzet bescherming democratie tegen desinformatie, 18 oktober 2019, beschikbaar op rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/10/18/kamerbrief-over-beleidsinzet-bescherming-democratie-tegen-desinformatie, p. 5.

[6] us4.campaign-archive.com/?e=&u=055d0542fc506a8c7b6067843&id=098c0bc601.

[7] defensie.nl/actueel/nieuws/2018/10/04/mivd-verstoort-russische-cyberoperatie-bij-de-organisatie-voor-het-verbod-op-chemische-wapens.

[8] gov.uk/government/speeches/minister-for-europe-statement-attempted-hacking-of-the-opcw-by-russian-military-intelligence.

[9] Zie volkskrant.nl/cs-b7cbc2fe.

[10] EHRM, Al Nashiri tegen Polen (Nr. 28761/11juli 2014, r.o. 495.

[11] Zie Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights, Study on the right to the truth, E/CN.4/2006/91, § 38 (8 februari 2006).

[12] Zie voor een voorbeeld Hof Den Haag 23 november 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BO4912, r.o 4.1-4.7 en HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3436, r.o. 3.2.1-3.3.6.

[13] Zie o.a. EHRM (grand chamber), Güzelyurtlu and Others tegen Cyprus and Turkije (Nr. 36925/07), 29 januari 2019, r.o. 219.

15

https://www.courtmh17.com/en/news/2020/ … -2020.html
Developments in the MH17 criminal proceedings on 23 March 2020
The MH17 criminal case resumed today in an adjusted format due to coronavirus-related measures. Seated in a largely empty courtroom D at the Schiphol Judicial Complex, the court responded to the applications and requests presented at the hearing of 9 and 10 March.

It was not possible for relatives, the press, the public and other interested parties to attend this hearing at the JCS or in the NBC in Nieuwegein. The parties to the proceedings were present in limited numbers only: one prosecutor on behalf of the prosecution and fewer counsel representing the defendant and the relatives. The hearing could, however, be viewed by livestream on this website.

Requests regarding further investigation
The prosecution had submitted various requests with respect to further investigation at the hearing on 9 and 10 March. The defence had stated that it had been unable to respond to those submissions to date as it had had insufficient time to prepare. The court agreed that that was the case and therefore postponed a decision on the prosecution's requests until the defence had been able to respond. Therefore, the decision on those investigation-related requests would be made during the block of hearings beginning on 8 June. The defence would also be given the opportunity to make requests of the court at that juncture.

MH17 inspection
The court asked the prosecution to provide further information regarding its request that the reconstruction of the MH17 be inspected. It is not yet clear to the court why such an inspection is necessary.

Court documents
The defence may request that the prosecution permit it to inspect documents that are not in the case file. Both the prosecution and the defence had asked the court to allow the investigating judge to make a decision in the event that the prosecution did not wish to permit the defence to inspect such documents and also that he make the decision on requests for translation of court documents. The court has agreed to this.

Counsel for the relatives
The court also ruled that counsel for the relatives must be given access to the summary reports. Counsel must not disseminate these documents beyond their team, but may discuss their content with the relatives.

Request for mutual legal assistance
The court also put a number of questions to the prosecution and counsel for the relatives. These included: had a response been received to a certain request for mutual legal assistance? Had other authorities already compensated the damage claimed?

Steps ahead
Finally, the court also looked ahead. It requested that the defence inform the court and the prosecution, in advance of the hearing on 8 June 2020, whether it intended to raise preliminary objections or to present requests regarding investigation. In that block of hearings, a possible phased approach to the hearing of the merits of the case could be discussed. Such an approach might result in parts of the content of the case file already being discussed, for example, when preliminary objections were being heard.

23/03/2020 13:16

16

Бут, спасибо за ссылку. С текстовкой не спешат

Субтитры с переводом присутствуют.


Из прессы
https://www.dw.com/ru/дело-о-крушении-рейса-mh17-суд-во-времена-коронавируса/a-52890622

О том, что слушание по делу MH17 состоится без публики, было объявлено заранее. Судьи расселись как можно дальше друг от друга. Вместо полного состава на слушаниях присутствовали только трое судей, остальные следили за ходом дела онлайн. Председательствующий судья Хендрик Стинхёйс объяснил решение не переносить заседание 23 марта тем, что тогда рассмотрение дела пришлось бы, по сути, начинать заново, а "суд бы этого не хотел".

В зале присутствовал всего один представитель стороны обвинения, один адвокат, представляющий интересы родственников погибших, и делопроизводитель. Не было представителей российского полковника ГРУ Олега Пулатова - единственного из четверых обвиняемых, который решил защищать свои интересы в суде.

В начале заседания суд ответил на полученный им запрос от стороны обвинения - прокуроры хотят, чтобы судьи съездили на одну из военных авиабаз Нидерландов. На ней эксперты-криминалисты реконструировали сбитый над Донбассом пассажирский лайнер "Малайзийских авиалиний", который 17 июля 2014 года выполнял рейс МН17 из Амстердама в Куала-Лумпур. Суд попросил уточнить, что даст этот визит и как он должен выглядеть.

Затем председательствующий судья заговорил о требовании адвокатов родственников погибших. Они хотят получить полный доступ к материалам дела и аргументируют это тем, что защита обвиняемых его уже получила. Обвинение же объяснило свое решение предельно ограничить доступ к материалам дела для родственников соображениями безопасности.

Итоговое решение суда было таким: адвокаты потерпевших, по словам судьи Стинхёйса, получат доступ к официальным отчетам из обвинительного заключения Международной следственной группы (JIT), после чего смогут по запросу получить материалы, на которых базируются эти отчеты. При этом адвокаты потерпевшей стороны не имеют права копировать никакие из полученных документов и не должны напрямую делиться полученной информацией с родственниками погибших. Это сделано с целью защиты свидетелей и с учетом ценности их показаний.

Защита Пулатова попросила перевести все материалы дела на русский язык, а также потребовала доступ не только к ним, но и ко всем данным обвинения, в дело не вошедшим. Окружной суд Гааги решил делегировать решения по этим запросам независимому судье.

В ходе заседания судьи выразили неуверенность, что в деле представлены интересы всех пострадавших. Они предположили, что к делу MH17, возможно, следует приобщить жалобы жильцов домов в Донбассе, частично разрушенных в результате крушения "Боинга".

Суд также попросил прокуроров разъснить, можно ли приобщить к делу зашифрованные спутниковые снимки разведки США, зафиксировавшие полет поразившей "Боинг" ракеты зенитно-ракетного комплекса "Бук". Судьи предложили стороне обвинения в следующий раз уточнить, получат ли они данные снимки вместе с расшифровкой.

На этом председательствующий судья Хендрик Стинхёйс остановил короткое заседание, которое продлилось меньше часа. Следующее слушание состоится 8 июня - суд тем самым дает время представителям обвиняемого Пулатова время на подготовку к процессу.


Вы здесь » MH17: как и кто? » Суд » 1 сессия